De Europese Unie stond in de beginjaren aan stevige kritiek bloot. De EU werd niet alleen veroordeeld vanwege haar ondemocratische karakter, maar ook afgeschilderd als een gevaar voor het democratisch bestel van de lidstaten. De argwaan werd gevoed door het schrikbeeld van de EU als een SuperStaat. Deze vrees is niet bewaarheid. De EU ontwikkelt zich juist tot een dubbele democratie en kan dertig jaar na de oprichting worden gekarakteriseerd als een democratische Unie van democratische Staten!
Bondsstaat of statenbond
De Conferentie over de Toekomst van Europa, die dezer dagen ook in Nederland van start gaat, biedt een uitgelezen mogelijkheid om de oude vooroordelen te overwinnen. De oorzaak van de academische vooringenomenheid ten opzichte van de EU lag in het heersende denkpatroon. Volgens de leer der internationale betrekkingen moest de EU ofwel een federale staat worden of zich als een confederale organisatie van staten vestigen. Bondsstaat of statenbond; andere mogelijkheden waren er niet. Omdat de EU sinds het Verdrag van Maastricht uit 1992 ook uit burgers bestaat, was de mogelijkheid van een statenbond uitgesloten. Een statenbond bestaat naar haar aard immers louter uit staten! Dus moest de EU wel een federale staat worden en was kritiek op c.q. verzet tegen de Unie geboden!
Ideologische impasse
Voorstanders van meer samenwerking versterkten de bezwaren van de critici door de noodzaak van de totstandkoming van een Europese staat te benadrukken. Zelfs na de verwerping van de ‘Grondwet voor Europa’ in 2005 schreef de Vlaamse liberaal Verhofstadt nog een manifest met de titel: De Verenigde Staten van Europa! Het debat tussen de pleitbezorgers en critici van ‘Europa’ leidde tot een patstelling, waarin de tegenstrevers overeenkwamen de EU bij gebrek aan beter als een eigensoortige organisatie te omschrijven, in vakjargon als een organisatie sui generis. De aanhangers van de rivaliserende stromingen houden elkaar zo stevig in de houdgreep dat ze geen oog meer voor de werkelijkheid hebben. Zo bezien vormt de Conferentie een unieke kans om de ideologische impasse te doorbreken!
Democratische legitimiteit
In de werkelijkheid is de EU de oude tegenstelling allang ontgroeid. Het Europese samenwerkingsverband heeft zich in zeventig jaar ontwikkeld tot een nieuw soort internationale organisatie met een eigen vorm van bestuur. Het kenmerk van de Europese Gemeenschappen lag in de bereidheid van de lidstaten om de uitoefening van soevereiniteit op een aantal terreinen met elkaar te delen om gezamenlijke doelstellingen te bereiken. De Europese Raad omschreef de Gemeenschappen in 1973 als een ‘Unie van democratische Staten’. Deze omschrijving bracht met zich mee dat het samenwerkingsverband zelf ook democratische legitimiteit diende te krijgen. Je kunt een unie van democratische staten nu eenmaal niet op ondemocratisch wijze besturen.
Een democratische Unie van democratische Staten
De invoering van het EU burgerschap krachtens het Verdrag van Maastricht uit 1992 vormde een essentiële stap in de richting van een democratische Unie. Zonder burgers geen democratie! Het Verdrag van Amsterdam dat in 1997 werd gesloten, verhief ‘democratie’ tot een van de kernwaardes van de Unie en in 2000 volgde de afkondiging van het Handvest van de Grondrechten van de Unie. Het Verdrag van Lissabon uit 2007 rondde deze ontwikkeling af door de EU in te richten als een democratie zonder er een staat van te maken. Volgens de blauwdruk van het Verdrag van Lissabon is de EU dus geen bondsstaat en ook geen statenbond, maar vormt zij als democratische Unie van democratische Staten een ‘dubbele democratie’.
De Conferentie over de Toekomst van Europa
Deze vaststelling biedt een verantwoorde basis voor de Conferentie over de Toekomst van Europa, die in reactie op het hooglopende conflict tussen Europese Raad en het Europees Parlement over de benoeming van een nieuwe Commissievoorzitter na de EP-verkiezingen van 2019 is aangekondigd. Het Europees Parlement stelde zich krachtens het Verdrag van Lissabon op het standpunt dat de stem van de burgers bepalend moest zijn bij de verkiezing van de nieuwe voorzitter van de Commissie, terwijl de Raad op basis van de Akte betreffende de verkiezingen van het Europees Parlement uit 1976 meende dat die benoeming haar exclusieve prerogatief was. De Conferentie moet niet alleen een herhaling van dit drama in 2024 voorkomen, maar dient tevens de verhouding tussen de burgers en de Unie in brede zin te herzien. In tegenstelling tot eerdere beraadslagingen over de toekomst van de EU worden de burgers daar expliciet bij betrokken. Individuele burgers kunnen hun ideeën inbrengen op een meertalig platform en voorstellen die voldoende digitale ondersteuning krijgen, worden in burgerpanels besproken. Levensvatbare suggesties worden voorgelegd aan een Plenaire Vergadering, waarin leden van het Europees Parlement en van nationale parlementen de meerderheid vormen. De oorspronkelijke bedoeling was dat de Conferentie in het voorjaar van 2022 tot besluitvorming in de Europese Raad moet leiden, maar als gevolg van de vertraging door de coronacrisis is deze doelstelling mogelijk minder reëel. De Nederlandse themadialogen vinden om dezelfde reden digitaal plaats en gaan onder de titel ‘Kijk op Europa’ op 12 oktober van start. Wie haar of zijn zegje wil doen, praat mee via www.kijkopeuropa.nl