Eerbetoon aan drie dappere raadsheren

In februari 1943 trotseren drie raadsheren van het gerechtshof in Leeuwarden de bezetter. Met het zogenoemde ‘Leeuwarder arrest’ voorkomen ze dat een man terecht komt in het beruchte Kamp Erika. Als eerbetoon en blijvende herinnering aan de moed van deze Leeuwarder raadsheren, is de uitspraak op herdenkingsdag in zijn geheel opgenomen in het uitsprakenregister op rechtspraak.nl.

Diefstal

De zaak draait om een diefstal. De raadsheren Viehoff, Wedeven en Heymeijer moeten beslissen over het lot van een man die 1.500 gulden van zijn schoonfamilie heeft gestolen. De rechtbank veroordeelde de man eerder tot negen maanden celstraf. Als de raadsheren de veroordeling van de rechtbank overnemen, dan verhuist de man naar Kamp Erika in Ommen.

Verzetsdaad

In dit 'gevangenenkamp' onder Duits regime heerst een waar schrikbewind. Gevangenen worden afgebeuld, uitgehongerd en afgeranseld. Daarom veroordelen ze de dief tot alleen de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten. De drie raadsheren hadden de uitspraak in alle stilte kunnen doen, maar ze schrijven op dat ze ‘om des gewetens wille’ geen hogere straf hebben opgelegd. Het arrest is tijdens de Tweede Wereldoorlog een van de weinige verzetsdaden vanuit de Rechtspraak.

Moed

Herman Hermans is oud-vice-president van de gerechtshoven van Amsterdam en Leeuwarden en schrijver van het boek ‘Om des gewetens wille’, dat gaat over het Leeuwarder arrest. ‘Ik merk dat praten over dit arrest mij nog steeds wel wat doet. De zaak was van zichzelf niet bepaald groots en meeslepend, maar het gaat natuurlijk om de moed van deze raadsheren om niet alleen hun geweten mee te laten wegen in hun beslissing, maar ook om dat uitdrukkelijk te verwoorden. Overigens zonder daarbij van de wet af te wijken. Een bijzonder dappere beslissing, met persoonlijke gevolgen: de raadsheren Viehoff en Wedeven worden door de Duitsers ontslagen en duiken onder. Heymeijer was slechts raadsheer-plaatsvervanger. Mogelijk vonden de Duitsers hem om die reden niet belangrijk genoeg om te ontslaan. Daardoor kwam hij in een moeilijke positie. Mensen zouden kunnen denken dat hij met de Duitsers onder één hoedje speelde. Hij heeft toen zelf om ontslag verzocht, maar dat werd niet aanvaard. Later is ook hij ondergedoken.’

‘Hoe gewetensvol ben je zelf?’

‘Ik vind dat deze uitspraak ook voor de rechters van vandaag van betekenis is’, vervolgt Hermans. ‘Bijvoorbeeld als het gaat om de vraag wat je beslist als je bij een zaak te maken hebt met een wet waarvan je als rechter vindt dat die voor een onrechtvaardige beslissing zorgt. Ik denk bijvoorbeeld aan de toeslagenaffaire. In hoeverre neem je dan als rechter de ruimte om naar je geweten te luisteren, ook als de wet die ruimte niet lijkt te bieden? Kortom: hoe gewetensvol ben je zelf als rechter? Dat deze uitspraak nu in het online uitsprakenregister opgenomen wordt, is vooral symbolisch, omdat het arrest als eerbetoon al in 1951 in de Nederlandse Jurisprudentie is gepubliceerd. Maar het is goed dat de uitspraak nu gemakkelijker te vinden is. Dat helpt om dit belangrijke arrest in ons collectieve geheugen te houden.’

 

Bron: rechtspraak.nl

Bijschrift foto: Gevangenen en toegangspoort van kamp Erika in Ommen

Over de auteur(s)