In het proefschrift van Sarah van Os worden de rechtvaardigheidsopvattingen van burgers met betrekking tot verbintenisrechtelijke thema’s verkend en geplaatst in de context van het fenomeen rechtscultuur en het Europese harmonisatiedebat.
De Europese harmonisatie van verbintenissenrecht kent een rijke geschiedenis en is – tegen wisselende achtergronden – onverminderd actueel en (politiek en wetenschappelijk) relevant. Hoewel Europese harmonisatie in verband wordt gebracht met verschillende voordelen, zijn er ook de nodige uitdagingen. Eén daarvan is de grote mate van juridische diversiteit die het Europese continent momenteel kenmerkt. Een veelgehoord standpunt is dat deze juridische diversiteit zou zijn ingebed in culturele verschillen. Het bestaan van zogenoemde nationale rechtsculturen zou een belangrijk obstakel (kunnen) vormen voor (verdere) harmonisatie.
Het begrip rechtscultuur – afkomstig uit de vergelijkende rechtssociologie – vormt onderdeel van een theorie waarbinnen rechtssystemen niet alleen bestaan uit inhoudelijke en structurele componenten, maar ook uit culturele componenten. Laatstgenoemde componenten staan bekend als rechtscultuur – nader gedefinieerd als ‘ideeën en opvattingen over het recht van burgers binnen een maatschappij’ – en zouden het gehele rechtssysteem vormen en verbinden. Aandacht voor (verschillende) rechtsculturen – zo wordt beargumenteerd – zou rechtsvergelijking meer sociologische betekenis kunnen geven. Ook voor het Europese harmonisatiedebat biedt dit perspectief veel potentie.
Tegen deze praktische en theoretische achtergrond is een empirische studie uitgezet om rechtvaardigheidsopvattingen binnen Europa in kaart te brengen. Daarbij is als hypothese gehanteerd dat rechtvaardigheidsopvattingen met betrekking tot verbintenissenrecht verschillen tussen burgers uit verschillende Europese landen en overeenstemmen met toepasselijk nationaal recht. Om de juridische diversiteit binnen Europa te illustreren, zijn tien verbintenisrechtelijke thema’s geselecteerd waarbij verschillende landen verschillende uitgangspunten hanteren, waaronder contractinterpretatie, onvoorziene omstandigheden, verkeersaansprakelijkheid en zuiver economische schade. Elk van deze thema’s is vertaald in een scenario, bestaande uit een conflict gevolgd door twee mogelijke (tegengestelde) uitkomsten. Burgers uit zes verschillende landen – Duitsland, Frankrijk, Engeland, Roemenië, Nederland en Denemarken – is gevraagd om beide mogelijke uitkomsten beoordelen op rechtvaardigheid.
Onder de in totaal 1914 deelnemers aan de empirische studie blijkt een opvallende en onverwachte mate van consensus te bestaan. Bij elk van de tien verbintenisrechtelijke thema’s delen burgers uit alle zes de landen vanuit oogpunt van rechtvaardigheid dezelfde voorkeuren, ongeacht het toepasselijke recht. Burgers tonen dus geen consistente voorkeur voor eigen recht, maar wel onderlinge overeenstemming over de te prefereren verbintenisrechtelijke regels. De gehanteerde hypothese kan daarmee niet worden bevestigd.
Deze bevinding heeft belangrijke implicaties voor zowel de theorie rondom rechtscultuur als het Europese harmonisatiedebat. Vanuit academisch oogpunt zijn op basis van de geconstateerde consensus vraagtekens te plaatsen bij aannames rondom de culturele inbedding van het verbintenissenrecht en de betekenis van nationale rechtsculturen. Vanuit maatschappelijk oogpunt biedt de grensoverstijgende overeenstemming mogelijkheden voor de Europese beleidsmaker, maar de gesignaleerde discrepantie tussen geldend recht en rechtvaardigheidsopvattingen potentieel juist uitdagingen voor de nationale beleidsmaker. Samenvattend levert dit verkennende onderzoek niet alleen betekenisvolle nieuwe inzichten op, maar ook belangrijke vervolgvragen. Het proefschrift onderstreept het belang van een interdisciplinaire en empirische benadering van de relatie tussen recht en burger – zowel binnen de context van het Europese harmonisatiedebat, als daarbuiten.
Van Os promoveerde op 19 december 2024 aan de Erasmus Universiteit. Promotoren: prof. mr. dr. Harriët Schelhaas en prof. dr. Pieter Desmet. Copromotor: dr. Chris Reinders Folmer.
Sarah van Os
Diversity in Justice? A comparative, interdisciplinary and empirical study into legal culture and European harmonization
Eburon Academic Publishers 2024, 182 p.
ISBN: 978 94 6301 529 5
Cover image: Diversity in Justice, Acrylverf op doek
Cover design: Textcetera, The Hague