Een klein berichtje in NRC Handelsblad (5 maart 2016) onder een grote foto: 'De rechters in de strafzaak rond de omstreden Marokkanen-uitspraken van PVV-voorman Geert Wilders zijn geen lid van een politieke partij (geweest)'.
Zij zijn 'verder geselecteerd op basis van ervaring en beschikbaarheid, aldus de persrechter (…). De rechters hebben extra mediatraining gekregen. Daarbij lag de nadruk vooral op hoe ze voor de camera overkomen en hoe ze hun verhaal in begrijpelijke taal kunnen vertellen. De strafzaak begint op 31 oktober en de rechtbank in Den Haag trekt er drie weken voor uit.'
Bij zo’n berichtje passen wel een paar (retorische) vragen:
- Doet het enkele (voormalige) lidmaatschap van enige politieke partij afbreuk aan de geschiktheid om als rechter op een zaak te ‘zitten’?
- Moet bij de samenstelling van de rechtbank ook worden gelet op (voormalige) lidmaatschappen van Amnesty International, het NJCM, Vluchtelingenwerk Nederland of de dierenbescherming?
- Kan van een (potentiële) zittingsrechter worden gevergd dat hij/zij een inventarisatie van zijn/haar vrienden-, kennissen- en familiekring overlegt en inzage geeft in de ‘goede doelen’ die hij/zij heeft gesteund?
- Is de levensbeschouwelijke gezindheid van een (potentiële) zittingsrechter op voorhand bepalend voor zijn/haar geschiktheid?
- Kan een abonnement op enige krant of op enig tijdschrift afbreuk doen aan de geschiktheid van een zittingsrechter?
- Wordt aan het beginsel van openbaarheid van rechtspraak afbreuk gedaan indien geen (rechtstreekse) radio- of tv-uitzendingen vanuit de zittingszaal worden toegestaan?
- Laat de rechtbank zich nú al op de kast jagen?
Het antwoord op de eerste zes vragen luidt ontkennend. Het antwoord op de zevende vraag hopelijk ook. Rest nog de vraag of drie weken voor zo’n relatief eenvoudige zaak, waarbij de feiten onomstreden zijn en het alleen nog om een kwalificatievraag en een eventuele strafoplegging gaat, niet wat erg lang is. Hoeveel andere zaken moeten daarvoor worden ingeklonken?