De veroordeling van Shell tot 45% CO2-reductie in 2030

Het opstellen van regels ter bescherming van burgers tegen de schadelijke gevolgen van klimaatverandering is een taak van de wetgever. De civiele rechter heeft op dat terrein in beginsel geen rol. Als echter sprake is van reguleringsfalen en de overheid daardoor tekortschiet in de bescherming van de burger kan dat anders zijn. Nu de doelen uit de Klimaatwet stelselmatig niet worden gehaald kan betoogd worden dat er, zeker op het moment dat de Shell-zaak speelde, sprake was van zo’n reguleringsfalen. Aan het daaropvolgende civiele oordeel kan echter wel de eis worden gesteld dat het feitelijk de mensenrechtelijke positie van de (toekomstige) bewoners van Nederland dient. Want als het optreden van de civiele rechter niet effectief is, corrigeert het dat reguleringsfalen niet. Die effectiviteit is in de Shell-zaak op voorhand niet evident.

Lees hier het artikel De veroordeling van Shell tot 45% CO2-reductie in 2030 - Over legitimiteit en effectiviteit van Lodewijk Smeehuijzen. 

 

Afbeelding: © VStock / Alamy

Over de auteur(s)