Kan een onvoordelige echtscheiding na één gesprek met een mediator achteraf worden gerepareerd?
De Zaak.
Een vrouw eist in hoger beroep alsnog een hogere alimentatie dan ze met haar ex afsprak toen ze in onderling overleg van elkaar scheidden. Het stel trouwde in 1990 in gemeenschap van goederen. De echtscheiding werd in 2011 uitgesproken, waarbij is vastgelegd dat de partners elkaar in beginsel geen alimentatie verschuldigd zijn. Voor de vrouw geldt wel de wettelijke partneralimentatie: haar man zal haar €1000 bruto per maand betalen. De vrouw eist nu verhoging van dat bedrag tot €1500
Zij vindt dat ze tijdens de echtscheiding zeer onvolledig is ingelicht over de wettelijke maatstaven en wat haar toekomt. De man vindt dat alles correct is verlopen.
Hoe regelden zij hun scheiding?
Het stel liet zich adviseren door ‘easy-echtscheiding.nl’ dat op internet adverteert met ‘Moeilijk Makkelijk Maken’. En drie varianten aanbiedt: Alleen Scheiden, Samen Scheiden en Doe ‘t Zelf Scheiden. Zij kregen samen één adviesgesprek bij een mediator. Daarna gaven zij samen, per videoboodschap, opdracht aan één advocaat om hen te vertegenwoordigen in de procedure bij de rechtbank.
Hoe was de financiële afspraak?
De adviseur vertelde de vrouw dat ze recht heeft op wettelijke partneralimentatie gedurende twaalf jaar. Maar voor de berekening daarvan werd alleen het inkomen van de vrouw zelf genomen, destijds €1500 netto per maand. De advocaat die de echtscheiding bij de rechtbank liet uitspreken heeft zijn cliënten niet ontmoet en dus niet inhoudelijk geadviseerd.
Hoe had de alimentatie dan wel berekend moeten worden?
Behalve het inkomen van de vrouw had ook het gezinsinkomen en daarmee dus het inkomen van de man, uit onderneming, meegewogen moeten worden. Kosten van levensonderhoud, gebruikelijk uitgavenpatroon, individuele behoefte, mate van welstand – al die factoren hadden meegewogen moeten worden.
Hoe beoordeelt de rechter de afspraak?
De mediator en de advocaat zijn verplicht man en vrouw beiden zodanige informatie te geven dat ze hun rechten en plichten begrijpen. De rechter twijfelt eraan of de mediator dat wel heeft gedaan, maar stelt vast dat de advocaat dat zeker niet heeft gedaan. Die heeft zijn cliënten immers niet ontmoet. Dat is een schending van de zorgvuldigheidsnorm. Burgers mogen niet ‘zonder kennis van zaken’ afstand doen van rechten die ze niet kennen. Omdat hij dit naliet, vindt de rechter dat de vrouw dan ook niet bewust afstand heeft gedaan van haar rechten. Tussen de bijdrage die partijen zelf afspraken en het bedrag dat de rechter zou hebben vastgesteld bestaat zo’n wanverhouding dat de afspraak tussen partijen is gemaakt met ‘grove miskenning van de wettelijke maatstaven’. De vrouw krijgt dus gelijk. De onderlinge afspraak is ongeldig.
Lees hier de uitspraak (ECLIi:NL:GHDHA:2014:4304).
Deze Uitspraak is ook te lezen op Recht en Bestuur.