De rechterlijke toetsing van de evenredigheid van subsidiesancties: van marginaal naar indringend?

Lees hier de scriptie De rechterlijke toetsing van de evenredigheid van subsidiesancties: van marginaal naar indringend? van Sante Wagemans (masterscriptie Staats- en bestuursrecht, Maastricht University, begeleider: Ellen Hardy, beoordeling: 8.0).

Subsidieontvanger stichting Rijswijk Wonen moest ruim 700.000 euro terugbetalen nadat uit een steekproefcontrole bleek dat zij bij haar subsidieaanvraag onjuiste gegevens had verstrekt. Het intrekken van een subsidieverleningsbeschikking op grond van artikel 4:48 lid 1 Awb is een van de sancties uit het subsidierecht. Deze bepaling bevat een discretionaire bevoegdheid: zij verplicht de subsidieverstrekker tot het maken van een belangenafweging die voldoet aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4 Awb. De ABRvS lijkt in haar uitspraak van 27 december 2018 echter een kritische blik te werpen op de wijze waarop de minister deze verplichting concreet invulling gaf in het geval van het intrekkingsbesluit van de stichting.

Die kritische blik is opmerkelijk. Van oudsher toetst de bestuursrechter de invulling van de beleidsruimte van bestuursorganen immers marginaal, vanwege de verhoudingen binnen de trias politica. Het in deze Masterthesis verrichte jurisprudentieonderzoek leert echter dat de Afdelingsuitspraak geen incident is. In de praktijk is namelijk een verandering waar te nemen in de toetsingsintensiteit van de evenredigheid van subsidiesancties gebaseerd op artikel 4:48 lid 1 Awb. De ABRvS voert sinds 2016 een minder terughoudende toets uit en het CBb blijkt zelfs al langer indringender te toetsen.

Deze ontwikkeling past in de algemene tendens ten aanzien van rechterlijke toetsingsintensiteit. Ook bij subsidiesancties komt steeds meer ruimte voor toetsing op maat, hetgeen de rechtsbescherming en rechtvaardigheid ten goede zal komen.

Over de auteur(s)