Vanavond at ik gesneden sla uit een zakje. Het snijden en verpakken gebeurt door arbeidsmigranten. Een pakketje dat me is bezorgd komt uit een magazijn, waar mensen uit Oost-Europa het sorteerden. En dan heb ik het nog niet over seizoenarbeiders, schoonmakers, vleesverwerkers en al die onzichtbaren die om 04.15 staan te wachten op een busje dat hen naar hun ‘dirty, dangerous en degrading’ werk brengt.
Hoeveel arbeidsmigranten er in Nederland zijn, is moeilijk vast te stellen. De Adviesraad migratie gaat uit van een aantal van 800.000: een op de tien werknemers. Als je alleen de geregistreerde arbeidsmigranten telt kom je natuurlijk veel lager uit, maar ook Sociale Zaken beseft dat die registratie ver afstaat van de werkelijkheid (‘niet altijd correct is’). Natuurlijk zitten bij dat aantal – best veel – hoogopgeleide kennismigranten van buiten de EU en expats die werken bij internationale organisaties. Dat zijn mensen die we graag zien komen. Hun werkgever krijgt 30% korting op de loonheffing (vanaf 2027: 27%), ze wonen vooral in Amsterdam en Den Haag, en voor hen worden dankzij ASML mooie huizen gebouwd in Eindhoven. De meeste arbeidsmigranten verblijven echter in woningen waar ze officieel met zijn vieren mogen slapen, maar waar tien geen uitzondering is. Weliswaar hoeven Europese arbeidsmigranten sinds de Wet goed verhuurderschap (2023) niet meer te verhuizen als het werk ophoudt, en hebben sommige gemeenten voor verbeteringen gezorgd, maar de werkelijkheid is ook vaak anders. Dakloze EU-arbeidsmigranten geven regelmatig overlast: er is verslavingsproblematiek, er is vervuiling en een ondernemende, maar laag opgeleide jonge man uit de armste streken van Bulgarije die hier komt kippen slachten is misschien wat grofkorreliger dan wij gewend zijn. Ja, die overlastgevers worden wel gezien.
Het bekende rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten van Emile Roemer ‘Arbeidsmigranten, geen tweederangs burgers’ dateert al weer uit 2020. Er zijn sindsdien wel verbeteringen gekomen, zoals de zojuist genoemde wet. Maar nog steeds zijn er veel misstanden, volgens minister Van Hijum vooral als gevolg van malafide uitzendbureaus en hun inleners die een verdienmodel hebben gemaakt van onderbetaling van arbeidskrachten, ondermaatse huisvesting of niet (correct) afdragen van belastingen en premies. Daarom wordt nu gewerkt aan de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten. Deze stelt certificering verplicht van uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen. Dat zal gebeuren door een Toelatende Instantie. Er is nog debat over de kosten van de uitleners die een waarborgsom moeten betalen, leges van de Toelatende Instantie en de kosten van de controles door private inspectie-instellingen.1 In het voorstel blijft de Arbeidsinspectie verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van het toelatingsstelsel, maar moeten die private inspectie-instellingen een rapport vaststellen waarmee een uitlener dient te onderbouwen dat het normenkader wordt nageleefd. Voor certificering en private inspectie is gekozen omdat de ervaring met het tot 1998 bestaande vergunningenstelsel was dat er niet werd gehandhaafd. De Raad van State was niet overtuigd dat deze publiek-private samenwerking een betere keuze was dan een (beter werkend) door de overheid getoetst handhavingssysteem. Het lijkt inmiddels een gepasseerd station, maar ik denk dat de Raad van State gelijk had. Wordt hier niet een papieren tijger opgericht? Zullen de private inspecteurs echt achterhalen hoe het zit met uitzendbureaus die hun dienstverleners inlenen van andere uitzendbureaus en die weer van andere? En zullen ze niet te gevoelig zijn voor de druk van de inlenende bedrijven die niet aan ongeschoolde, laagbetaalde werknemers kunnen komen?
Ik zou menen dat het beter is om meer te investeren in de verbetering van de daadwerkelijke handhaving in de woon- en werkplaatsen in plaats van heil te zien in rituele dansen vooraf. Natuurlijk is het lastig om zicht te krijgen op de bouwvakker die van klus naar klus reist – maar die woont ergens. En de Bulgaarse kippenslachter staat per definitie wantrouwig tegen overheidsinstellingen – maar die werkt ergens. Zo’n arbeider beseft pas als het te laat is en hij een arbeidsongeval krijgt of wordt ontslagen dat hij in een precaire positie verkeert. Dan kan hij de weg niet vinden naar de gezondheidszorg, en dat geldt ook voor de weg naar het recht – al is hij op papier niet rechteloos.
Dat recht is overigens heel complex. Ik geef een voorbeeld. Als een werkgever een vreemdeling tewerkstelt zonder tewerkstellingsvergunning loopt de werkgever een toenemend risico om een zeer hoge boete te krijgen (punitief bestuursrecht of strafrecht); voor de werknemer kan het illegaal werken tot gevolg hebben dat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt afgewezen (vreemdelingenrecht). Maar die werknemer heeft nog wel recht op loon (civielrecht). Als niet kan worden aangetoond hoelang hij illegaal heeft gewerkt, kan hij zich beroepen op het vermoeden dat hij minimaal zes maanden voor de werkgever heeft gewerkt. Over die zes maanden heeft hij loon tegoed, te berekenen met het loon en de arbeidsduur per week die in de desbetreffende bedrijfstak gebruikelijk is (art 23 Wet Arbeid Vreemdelingen). Maar je moet natuurlijk wel een specialist zijn om dit te weten. Tijdens een bijeenkomst van de Gelderse Legal Valley hoorde ik dat zelfs arbeidsrechtspecialisten die bepaling vaak niet kennen omdat het vreemdelingenrecht is.
Het is in elk geval de vraag of de onzichtbaren iemand weten te vinden die hen de juiste weg kan wijzen. Daarom is het heel goed dat sinds enige tijd het Juridisch Loket in de eigen taal laagdrempelige juridische hulp aan EU-arbeidsmigranten aanbiedt. Ik geloof echt wel dat de minister en de Albert Heijn die mij mijn sla verkoopt iets willen doen aan de soms barre leefwereld van de onzichtbaren. De overlast die sommigen van die migranten nu geven moet echter de trigger zijn om te beseffen dat goede intenties en een papieren werkelijkheid niet meer genoeg zijn om aan hun onrechtvaardige realiteit een eind te maken.
Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2025/242, afl. 5
Afbeelding: © DEN HAAG - Een tent van een dakloze arbeidsmigrant in de Scheveningse Bosjes. ANP/ Hollandse Hoogte / Bart Maat
Voetnoten
1 Kamerstukken 36446.