Massaschade komt de laatste jaren geregeld voor. De ramp met vlucht MH17, het giftige Chroom VI, de aardbevingen in Groningen, lekkende borstimplantaten, het seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke kerk: steeds berokkenen één of enkele partijen schade aan vele benadeelden. Bij de afwikkeling van massaschade wordt het recht geconfronteerd met deze grote aantallen en worden collectieve procedures opgetuigd. Hoe ervaren benadeelden deze collectieve afwikkelingstrajecten? Brengen ze hun waar ze behoefte aan hebben? Wat zijn de drijfveren van deze gedupeerden om een traject in te gaan eigenlijk? En wat betekent dit vervolgens voor juridische regels en gangbare praktijken omtrent een collectieve afwikkeling van massaschade?
De dissertatie van Karlijn van Doorn geeft antwoord op deze vragen. Allereerst is bestaande kennis over belangen die benadeelden hebben in afwikkelingsprocedures in kaart gebracht middels een literatuurstudie. Vervolgens zijn hier de resultaten van drie zelf verrichte empirische studies aan toegevoegd. Middels interviews zijn slachtoffers van de DSB-bank, van seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk en het DES-hormoon bevraagd op hun drijfveren, ervaringen en tevredenheid met het door hen doorlopen afwikkelingstraject.
Zo is erkenning voor benadeelden in situaties van massaschade een belangrijke drijfveer. Ook willen ze voorkomen dat een ander hetzelfde overkomt of hebben ze de behoefte om de schadeveroorzaker te straffen of ter verantwoording te roepen. Wanneer de financiële bestaanszekerheid bedreigd wordt, is financiële compensatie belangrijk; anders heeft een geldbedrag voor benadeelden veel meer een symbolische betekenis. In het kader van het afwikkelingstraject willen benadeelden gehoord worden, geholpen worden op juridisch en soms ook op therapeutisch vlak en geïnformeerd worden over het traject. Belangenorganisaties kunnen daar een belangrijke rol spelen. Het feit dat de benadeelde niet de enige is die schade heeft geleden, lijkt te kunnen bijdragen aan het vervullen van hun drijfveren. Ook zorgt één van de velen zijn voor een gemakkelijkere positie in praktisch, financieel en emotioneel opzicht. Benadeelden hebben begrip voor het gegeven dat er bij de afwikkeling van massaschade met een verdeelsleutel wordt gewerkt, maar vinden het van belang dat de verdeelsleutel oog heeft voor de impact van het ondervonden leed.
Vervolgens is op basis van de bijeengebrachte empirische inzichten gereflecteerd op de implicaties voor regels en praktijken op het terrein van massaschade. Van belang is om meer herstelgericht te denken bij de afwikkeling van massaschade met meer aandacht voor immateriële belangen in de schaderegeling. Dit heeft gevolgen voor de invulling van het schadebegrip, de wijze van schadeberekening, de inrichting van verdeelsleutels en de invulling van de partijautonomie in situaties van massaschade. Het feit dat massaschade vaak buiten de rechter om wordt afgewikkeld biedt ruimte en flexibiliteit. Door een samenwerking van alle spelers die zich op het terrein van de afwikkeling van massaschade begeven kunnen ‘best practices’ ontwikkeld worden die meer tegemoetkomen aan waar het benadeelden om te doen is. Het onderzoek bevat eerste aanzetten om dit te bewerkstelligen.
Meer informatie: www.research.tilburguniversity.edu
Promotores: prof. dr. I.N. Tzankova en prof. dr. M.S. Groenhuijsen.
Karlijn van Doorn
De mensen achter de grote getallen. Een empirisch-juridisch onderzoek naar de belangen van benadeelden in situaties van massaschade
Het boek is uitgegeven in de civilologie-reeks (onder redactie van W.H. van Boom en I. Giesen), nummer 11, Boom juridisch, 547 p., € 68, ISBN: 978 94 6212 883 5