Tijdens een demonstratie van Extinction Rebellion op 11 maart 2023 in Den Haag maakte de politie gebruik van twee Duitse waterkanonnen. Of het gebruik van een waterkanon bij een vreedzame betoging proportioneel is, is primair een politieke afweging waarover de burgemeester in de gemeenteraad verantwoording aflegt. In dit artikel staat de vraag centraal of de waterkanonnen van de Duitse politie überhaupt in Nederland inzetbaar mogen zijn. Daar zijn diverse vraagtekens bij te plaatsen.
1. Inleiding
Het waterkanon wordt in juridische termen als ‘waterwerper’ aangeduid en valt onder de specialistische geweldsmiddelen. Nederland beschikt over zes waterwerpers. Maar na een incident met een klapband worden deze niet langer gebruikt.1 Daarom leent de Nederlandse politie vanaf de zomer van 2022 waterwerpers van de politie in België en Duitsland. Duitse waterwerpers zijn sindsdien ingezet bij WK-rellen in Amsterdam, de voetbalwedstrijd Ajax-Union Berlin en de voetbalwedstrijd Feyenoord-Ajax.2 Bij de betoging van actiegroep Extinction Rebellion op 11 maart 2023 zijn de Duitse waterwerpers voor de vierde keer in korte tijd ingezet.
Tijdens die betoging bezet de actiegroep een deel van de A12 in Den Haag om daarmee te demonstreren tegen fossiele subsidies. In de media komt de bezetting te boek te staan als een snelwegblokkade, wat naar de feitelijke omstandigheden niet klopt. Het snelweggedeelte van de A12 start bij de gemeentegrens van Den Haag met Leidschendam-Voorburg, circa 3 kilometer verderop. Met het starten van de blokkade sluit de politie om 11.55 uur de A12 af.3 Om 12.07 uur geeft de burgemeester van Den Haag de vereiste expliciete toestemming om de waterwerper in te zetten.4,5 Rond 12.11 uur verschijnen twee Duitse waterwerpers, de STA1 en HÜN2, met zwaailichten bij de betogers die zich aan het begin van de A12 hebben verzameld.6
2. Kanttekeningen bij inzet
Bij deze inzet is een aantal kanttekeningen te plaatsen. Deze worden hieronder toegelicht.
2.1. Ontbreken embleem Nationale Politie
Om voor burgers duidelijk te maken dat de Duitse waterwerpers onderdeel uitmaken van de politie-inzet en het hier niet een – bij wijze van spreken – verdwaalde carnavalswagen betreft, moeten de wagens aan weerszijden zijn voorzien van emblemen van de Nederlandse politie. Het grote afgebeelde ‘Polizei’ op de voorkant van de waterwerpers heeft in een Nederlandse context geen betekenis. Conform artikel 5 lid 1 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 dient een embleem of naam van de dienst een oppervlak van ten minste 314 cm2 te hebben. De uitzondering dat dit niet nodig is bij spoedeisende grensoverschrijdende hulpverlening is hier niet van toepassing.7 Het is al dagen vooraf bekend dat de demonstratie gaat plaatsvinden, waardoor er geen spoedeisend karakter is. Videobeelden laten zien dat het voorgeschreven embleem op de waterwerper met kenmerk HÜN2 ontbreekt.8
2.2. Ander type waterwerper
De Duitse waterwerpers verschillen qua type van de Nederlandse exemplaren.9 Zo zijn de Duitse versies 25% krachtiger (20 bar versus 16 bar) en hebben zij een grotere capaciteit. Daarbij is het wel opvallend dat de technische kenmerken niet wettelijk zijn genormeerd. Waar het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2018 voor tal van dienstwapens, wapenstokken en tasers de kenmerken in detail vastlegt, geldt dit niet voor het specialistische geweldsmiddel waterwerper. Weliswaar expliciteert de burgemeester van Den Haag dat de waterwerper met nevelstand mag worden ingezet, voor demonstranten is dat irrelevant. Immers, het is niet uitgesloten dat op een later moment toestemming volgt voor een sterkere straal. Vanuit het perspectief van een demonstrant is de dreiging onmiskenbaar groter wanneer deze wordt geconfronteerd met een specialistisch geweldsmiddel dat potentieel 25% krachtiger is dan gebruikelijk.
2.3. Duitse bemanning
De Duitse waterwerpers worden bediend door een Duitse bemanning, onder commando van de Nederlandse politie die bepaalt wanneer het apparaat wordt gebruikt.10 Dat is relevant, omdat de context waarin een optreden plaatsvindt per land kan verschillen. Zo vertellen commandanten van de Amsterdamse politie dat tijdens een inzet op het Damrak bleek dat Engelse supporters in tegenstelling tot Nederlandse supporters geen krimp gaven bij het naderen van de bereden politie. ‘Engelsen zijn niet bang voor paarden’, is sindsdien het devies in het korps.11 Het is dan ook de vraag of de gekozen aansturing met alleen een Nederlandse commandant voldoende waarborgen biedt voor een proportionele inzet in een Nederlandse context. In de Rijopleiding waterwerper aan de Politieacademie en de toets specialistische geweldsvaardigheid12 waar de korpschef op toeziet13 komt naast het uitvoeren van de opdrachten van de commandant aan bod hoe de chauffeur onder wisselende omstandigheden de veiligheid kan waarborgen.14 Navraag bij de Nationale Politie leert dat de Duitse politieambtenaren die de waterwerper op 11 maart jl. bedienden geen toets bij de Politieacademie hebben afgelegd. Daarmee zullen zij minder goed op de hoogte zijn van de Nederlandse context waarin zij moeten werken.
2.4. Verdrag politiesamenwerking Nederland en Duitsland: eigen uitrusting
Logischerwijs kan worden verondersteld dat de Duitse bemanning gerechtigd is om zonder verdere opleiding hun voertuig in Nederland te bedienen, op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de grensoverschrijdende politiële samenwerking en de samenwerking in strafrechtelijke aangelegenheden. In die redenering doet zich echter de juridische complicatie voor dat het over de grens meenemen van de waterwerper niet in het verdrag is opgenomen. Een vergelijkbaar verdrag met België en Luxemburg15 maakt een uitsplitsing naar individuele en collectieve dwangmiddelen. Van de collectieve dwangmiddelen kan door meerdere personen gebruik worden gemaakt. Het verdrag met België en Luxemburg benoemt in die context expliciet shovels en waterwerpers in de memorie van toelichting. Het verdrag met Duitsland benoemt enkel de eigen dienstwapens en de eigen uitrusting met inbegrip van munitie, traangasapparatuur, spuitbussen met prikkelende stoffen, wapenstokken en diensthonden.16 Daarmee is het te betwijfelen of de Duitse waterwerper voor een inzet naar Nederland mag worden meegenomen.
2.5. Verdrag politiesamenwerking Nederland en Duitsland: bij wijze van uitzondering
Zelfs wanneer het verdrag zo ruim wordt geïnterpreteerd dat de Duitse agenten gerechtigd zijn om een waterwerper over de grens te brengen en deze voor de handhaving van de openbare orde in Nederland te bedienen, is de inzet in Den Haag als twijfelachtig te kwalificeren. Artikel 6 van het verdrag benoemt dat de ondersteuning bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid slechts ‘bij wijze van uitzondering’ mag plaatsvinden. De vierde inzet binnen een half jaar tijd lijkt daar niet aan te voldoen; het is eerder een alternatieve oplossing voor een langdurig probleem dat is ontstaan door de uit roulatie genomen Nederlandse waterwerpers.
2.6. Verdrag politiesamenwerking Nederland en Duitsland: grensstreken
Het verdrag maakt onderscheid tussen de samenwerking op strafrechtelijk vlak en samenwerking in het kader van het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Uit de memorie van toelichting kan worden afgeleid dat in de samenwerking op het gebied van het handhaven van de openbare orde en veiligheid vooral moet worden gedacht aan demonstraties17 in het grensgebied of een groep supporters die op weg is naar of terugkomt van een bezoek aan een voetbalwedstrijd in het buurland. Volgens de geest van het verdrag gaat het hier primair om de samenwerking in de grensstreken, wat in het verdrag wordt gedefinieerd als het gebied van de politie-eenheden die aan de grens met Duitsland liggen. De politie-eenheid Haaglanden ligt daar ver buiten.
Conclusie
Los van de vraag of de inzet van een waterwerper bij een vreedzame betoging proportioneel is, zijn er diverse kanttekeningen te plaatsen bij de inzet van een Duitse waterwerper met Duits personeel op Nederlands grondgebied. De indruk ontstaat dat de inzet van de Duitse waterwerpers tot op heden onrechtmatig is geweest. Idealiter zijn er verschillende oplossingen denkbaar om naar de letter en geest van het verdrag en Nederlandse regelgeving te voldoen. Allereerst betreft het de herkenbaarheid van het specialistische geweldsmiddel, dat moet worden voorzien van de voorgeschreven emblemen. Daarnaast zullen de Duitse politieambtenaren hun certificaten aan de Nederlandse Politieacademie moeten behalen, om volgens Nederlands recht de wagen te kunnen bedienen. Dat borgt dat zij het specialistische geweldsmiddel goed kunnen toepassen in een setting met Nederlandse demonstranten, die mogelijk anders op het geweldsmiddel reageren dan Duitse demonstranten. Als alternatief kunnen Nederlandse politieagenten een opleiding volgen, om met het Duitse voertuig de benodigde toets specialistische geweldsvaardigheid af te leggen. Een en ander laat onverlet dat de Duitse voertuigen een zwaarder geweldsmiddel zijn dan de Nederlandse waterwerpers. Het is wenselijk dat de consequenties daarvan doordacht worden.
Voetnoten
1 politie.nl/informatie/specialistische-onderdelen-bij-de-me.html
2 Na het winnen van de kampioenswedstrijd op 14 mei 2023 is in Rotterdam opnieuw een Duitse waterwerper ingezet. Daarnaast stond op 5 april 2023 een waterwerper stand-by bij de bekerwedstrijd Feyenoord-Ajax maar is deze niet ingezet.
3 politie.nl/nieuws/2023/maart/11/06-liveblog-demonstraties-zaterdag-11-maart.html
4 Idem.
5 Art. 14 Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren jo. art. 11 Besluit bewapening en uitrusting politie. Zie ook Raadsinformatiedocument RIS314870, gemeente Den Haag d.d. 17 maart 2023.
6 twitter.com/Dumbassactivist/status/1634512252253478913
7 Art. 30b RVV 1990.
8 youtube.com/watch?v=bnIrgd6E190 op ca 5:47 minuten.
9 Terberg TT 2223-220 (Nederlands) versus Wasserwerfer 10000 (Duits).
10 Aldus woordvoerder Nationale Politie in ‘Waterkanonnen politie op termijn ingeruild: “Vaker gebruikt dan verwacht”’, Telegraaf 23 januari 2023.
11 R.P. Bron e.a., We leggen het later wel uit, de lessen van ervaren Amsterdamse commandanten bij grootschalig politieoptreden, Academie Politie Amsterdam-Amstelland, 2007, p. 55.
12 Art. 4 lid b Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren jo. art. 2 lid 3 Regeling toetsing geweldsbeheersing politie 2021.
13 Hoofdstuk 4 van het Besluit bewapening en uitrusting politie.
14 politieacademie.nl/onderwijs/onderwijsaanbod/pages/opleiding.aspx?code=9101107.003
15 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake grensoverschrijdend politieel optreden (Trb. 2005, 35).
16 Art. 31 en 32 van het verdrag.
17 Art. 22 van het verdrag spreekt niet over demonstraties, wel over grootschalige evenementen, rampen en zware ongevallen. De MvT benoemt bij dit artikel het voorbeeld van demonstraties in de grensstreek.