De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) impliceert een overdracht van bevoegdheden naar de Europese Unie op een terrein dat tot de kern van de rechtsstaat behoort, de bescherming van grondrechten van burgers. De Raad van State spreekt in dit verband van een constitutioneel relevante verschuiving. Anderzijds heeft de AVG richtlijn-achtige kenmerken die juist veel ruimte laat voor precisering door de lidstaten.
De werking van de AVG en de Uitvoeringswet Algemene Verordening (UAVG) in de Nederlandse rechtssfeer roept enkele fundamentele juridische vragen op. Dit artikel bespreekt een aantal daarvan, vooral aan de hand van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de UAVG.
Hielke Hijmans geeft in NJB Vlog een toelichting op zijn artikel en motivatie voor het schrijven ervan.
Hier kunt u het hele artikel 'De AVG en de UAVG: Het grondrecht op gegevensbescherming wordt door de EU beschermd. De werking van dit recht in de Nederlandse rechtsorde roept vragen op' van Hielke Hijmans lezen. Het artikel is verschenen in NJB 2018/356, afl. 7, p. 472.
Bron afbeelding: © Shutterstock