Bij de couppoging die op 15 juli jl. plaatsvond in Turkije kwamen zeker 260 mensen om – onder wie zo’n 100 coupplegers.1 De meeste Turken zijn opgelucht dat de coup is verijdeld. De regering heeft direct maatregelen genomen omdat zij ervan uitgaat dat een geheim netwerk van de in de VS woonachtige geleerde Fethullah Gülen achter de coup zit; deze ontkent elke betrokkenheid.
De noodtoestand is afgekondigd: ziekenhuizen, scholen, kranten, tv-stations en andere instellingen of organisaties die banden hebben met de 'Fethullah Terrorist Organization' – zoals dat in het decreet over de noodtoestand heet – werden gesloten. Premier Binali Yildirim meldde op 17 augustus dat 40.029 mensen na de coup zijn gedetineerd en 20.355 van hen formeel gearresteerd. Om plaats te maken in de gevangenissen kwamen 38.000 gedetineerden voor vervroegde vrijlating in aanmerking. Leraren, politiemensen, militairen, advocaten, journalisten – niemand lijkt immuun. Ook rechters niet.
Een dag na de putsch werd een lijst met de namen van 2745 rechters en aanklagers gepubliceerd (op een totaal van ruim 15.000 magistraten!). Deze personen werden geschorst op verdenking van banden met de Gülenorganisatie. Daaronder bevonden zich ook leden van de hoogste gerechten, zoals het Constitutionele Hof, de Hoge Raad van Appel en de Raad van State. Er is op gewezen dat de lijst wel akelig snel klaar was: een paar uur na de couppoging. Op de oorspronkelijke lijst stond een overleden aanklager (Ahmet Bicer) en van anderen waren twee jaar oude adressen vermeld. Van de uiteindelijk 3670 geschorste rechters heeft de Hoge Raad voor Rechters en Aanklagers (HSYK) er op 24 augustus 2847 van hun functie ontheven.
Er werd ook strafrechtelijk opgetreden. Op 27 juli waren volgens de Minister van Binnenlandse Zaken 1684 rechters en aanklagers gedetineerd, maar de Openbaar Aanklager van Ankara had toen al opdracht gegeven ruim 2700 magistraten in voorarrest te nemen. De aanklager heeft vermeld over de arrestaties niets te kunnen zeggen vanwege zijn geheimhoudingsplicht op grond van een rechterlijk bevel. Van een onafhankelijk en transparant onderzoek waaruit aannemelijk is geworden dat er enig verband bestaat tussen de betreffende rechter en de gepleegde coup, blijkt dan ook niets. In elk geval zijn er – volgens berichten die Rechters voor Rechters ontving van Turkse collega’s – bij veel van de betrokken rechters geen dossiers bekend waaruit onderzoek naar enig misdrijf waarvan zij worden verdacht blijkt. Wel werden de rechters verhoord: rechter Aziz Ulupinar kreeg daarbij een hartaanval. Soms werd enige toelichting gegeven: een rechter kreeg te horen dat hij was gearresteerd omdat hij meer dan twintig jaar geleden in een huis van de Gülenorganisatie had verbleven. De huizen van veel rechters zijn doorzocht en beslag is gelegd op goederen en vermogens van 3049 rechters en aanklagers.
De onafhankelijkheid van de rechtspraak en de daarbij passende bescherming van rechters zijn neergelegd in de Turkse Grondwet (art. 138-140). Hoewel de noodtoestand wellicht de precisie waarmee dit kan gebeuren enigszins beperkt, vergt die bescherming ten minste een case by case beoordeling in geval van schorsing, ontslag, arrestatie of detentie van een rechter. Daarvan lijkt nu – voor zover ik kan zien – geen sprake en er vindt in plaats daarvan een golf aan maatregelen plaats jegens een collectiviteit aan rechters (namelijk van hen die in verband met de Gülenorganisatie kunnen worden gebracht). Het lijkt me buitengewoon moeilijk om als niet-ontslagen Turkse rechter over deze maatregelen jegens oud-collega’s te moeten oordelen.
Niet alleen Federica Mogherini, de EU High Representative of the Union for Foreign Affairs and Security Policy, en andere politici hebben het optreden van de Turkse autoriteiten veroordeeld. Ook het Network of the Presidents of the Supreme Judicial Courts of the European Union, en het netwerk van Raden voor de Rechtspraak (ENCJ) als ook vier Europese Associaties van Rechters2 hebben hun zorgen uitgesproken. De recente gebeurtenissen staan niet op zichzelf. Diverse organisaties waaronder de Venice Commission en de Consultative Council of European Judges (CCJE) wezen al eerder op ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de rechtspraak in Turkije, zoals de strafzaak tegen de rechters Baser en Öczelik, de talrijke overplaatsingen van rechters, disciplinaire maatregelen vanwege de inhoud van rechterlijke beslissingen en de aanpassing van de Wet op het Hof van Cassatie waardoor veel raadsheren hun positie verliezen. Daarom hebben die vier Associaties aan de President van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa gevraagd om een onafhankelijk onderzoek.
Natuurlijk staat de Turkse regering voor een zware taak, als we denken aan het Koerdische vraagstuk, de dreiging van Islamitische Staat en de zorg voor 2,2 miljoen Syrische vluchtelingen. Dat de Turkse regering in die omstandigheden na de putsch de noodtoestand uitriep en krachtig wil optreden tegen de verantwoordelijken, kan ik me indenken. Maar het optreden tegen de rechters roept de vraag op of er nu krachtig wordt opgetreden tegen coupplegers of tegen mensen die louter in verband kunnen worden gebracht met een politieke tegenstander. Onzekerheid dienaangaande suggereert voor nog wel functionerende rechters het gevaar dat zij bij onwelgevallige uitspraken eveneens worden opgepakt. Als dat gevaar inderdaad bestaat en rechters niet meer in vrijheid over individuele gevallen kunnen oordelen, betekent dat het einde van de rechtstaat in Turkije en dat zou consequenties moeten hebben voor de verhoudingen met de rest van Europa. Ook daarom is een onafhankelijk onderzoek naar de waarborgen voor onafhankelijkheid van de rechter in het Turkije van na de putsch op zijn plaats.
Dit Vooraf is ook gepubliceerd in NJB 2016/1471, afl. 29.
Bron afbeelding: Turkish Minute
1. In de media worden verschillende cijfers gegeven. De in dit Vooraf vermelde cijfers zijn gebaseerd op verschillende bronnen, waarbij dubbele bevestiging is nagestreefd.
2. The Association of European Administrative Judges (AEAJ); the European Association of Judges (EAJ), Rechters voor Rechters; Magistrats Européens pour la Démocratie et les Libertés (Medel).