Steden over de hele wereld groeien – en stedelijke ongelijkheid ook. In reactie daarop starten veel overheden participatieve wijkaanpakken: beleidsaanpakken om stedelijke marginaliteit aan te pakken, samen met bewoners. In dit proefschrift onderzoekt Simone van de Wetering hoe de interactie tussen overheden en bewoners van deze wijken vorm krijgt binnen zulke aanpakken en wat dit, zowel theoretisch als praktisch, betekent voor de aanpak van stedelijke marginaliteit.
Om deze vragen te beantwoorden deed zij etnografisch onderzoek in Nederland en in Frankrijk: waar ondanks het ideaal van gelijkheid voor alle burgers ongelijkheid een dagelijkse realiteit is voor velen. Meer specifiek werden de verhalen, ervaringen en praktijken van stedelijke professionals en buurtbewoners binnen twee participatieve beleidsaanpakken onderzocht: de in Tilburg gestarte PACT-aanpak in Nederland en het nationale programma voor zogenaamde prioriteitswijken, de politique de la ville, in banlieues in de regio Île-de-France in Frankrijk.
Het onderzoek laat zien dat de interactie tussen de overheid en burgers verschillende vormen aannam, zowel in Nederland als in Frankrijk. Zo bewogen stedelijke professionals en bewoners langs elkaar heen, bijvoorbeeld wanneer een ambitie van de overheid zoals burgerparticipatie in de praktijk anders uitpakte en sommige bewoners niet konden of wilden meedoen. Ook botsten ze expliciet wanneer de alledaagse en informele activiteiten van buurtbewoners, bijvoorbeeld het hangen op straat van jongeren, niet pasten in de vormen van participatie zoals voorgesteld door de overheid en daardoor werden uitgesloten van de wijkaanpak. Maar ook vonden professionals en bewoners elkaar: in nieuwe rollen, plekken in de wijk en relaties ‘tussenin’ die ontstonden als onderdeel van participatieve wijkaanpakken. Zo vonden zij elkaar bijvoorbeeld in een ‘huis van de wijk’ of een buurtbewoner werkzaam voor de gemeente.
Bovendien laat het onderzoek zien dat binnen deze verschillende vormen van interactie een ‘kwetsbaarheid’ of ‘anders-zijn’ dat werd toegeschreven aan gemarginaliseerde buurten en bewoners een belangrijke rol speelde. In zowel Nederland als Frankrijk leidde dit tot wat Van de Wetering ‘paradoxale participatieve praktijken’ noemt, waarin burgers werden gepositioneerd als ‘actief’ en experts maar ook als kwetsbare burgers die hulp nodig hebben van buitenaf. In Frankrijk, meer dan in Nederland, is dit ‘anders-zijn’ sterk verbonden met de stigmatisering van de banlieues, waarbij de bewoners van Franse ‘kwetsbare’ wijken ook werden gezien als afwijkend van een Franse, Republikeinse, nationale ‘norm’. Dit proefschrift beoogt bij te dragen aan theoretische kennis over de governance van stedelijke marginaliteit door in te zoomen op de interactie tussen de overheid en burgers. Waar eerder onderzoek de nadruk legt op samenwerking of juist conflict in de relatie tussen de overheid en burgers, beargumenteer ik dat die relatie complexer is dan dat. De verschillende vormen van interactie tussen de overheid en burgers en de rol die de ‘kwetsbaarheid’ van buurten en bewoners daarin speelt, illustreren namelijk dat deze relatie niet simpelweg een belofte van samenwerking inwilligt of puur problematische aspecten kent, maar zich daar ‘tussenin’ bevindt. In dit ‘tussenin’ kan de ‘kwetsbaarheid’ van gemarginaliseerde bewoners en buurten worden erkend én bevraagd. Daarmee kan het dienen als basis voor hoe de overheid en burgers samen kunnen werken in de context van stedelijke marginaliteit. Voor hun werkpraktijk is het van belang participatie als ‘het’ antwoord te bevragen, een reflexieve houding aan te nemen ten opzichte van ideeën over ‘actief burgerschap’ en ‘kwetsbaarheid’, en aandacht te schenken aan de bestaande relaties ‘tussenin’.
Promotoren: prof. dr. M.L.P. Groenleer, prof. dr. W.G.J. Duyvendak, prof. dr. F. Hendriks.
Simone van de Wetering
Beyond promise or problem. How state and citizens interact in participatory governance for urban marginality