“Carrière maken
Voordat de bom valt
Werken aan mijn toekomst
Voordat de bom valt
Ik ren door mijn agenda
Voordat de bom valt
Veilig in het ziekenfonds
Voordat de bom valt
En als de bom valt
Lig ik in mijn nette pak
Diploma's en mijn cheques op zak
Mijn polis en mijn woordenschat
Onder de flatgebouwen van de stad
Naast jou
Laat maar vallen want
Het komt er toch wel van
Het geeft niet of je rent
Ik heb jou nooit gekend
Wil weten wie jij bent
Wil weten wie jij bent (…)”
Aldus de eerste twee coupletten en het refrein van het Doe Maar-nummer De Bom dat werd geschreven als reactie op de Koude Oorlog en het voornemen van de Amerikaanse regering om in Nederland kruisvluchtwapens met kernkoppen te plaatsen (een voornemen dat overigens leidde tot het kruisvluchtwapensarrest van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:1989:AC1679, waarin die plaatsing als niet onrechtmatig werd beoordeeld). De première van het lied was in 1982 op het No Nukes Festival dat was gericht tegen de oplopende kernbewapening in de wereld.
Op 25 april 2022 werd het overlijden bekend van een van Doe Maars frontmannen – Henny Vrienten – en juist nu is de nucleaire dreiging uit de tijd van De Bom helaas weer terug. Rusland testte een nieuwe ballistische raket met kernkoppen die doelen over de hele wereld kan bereiken en vrijwel niet te onderscheppen is. Tegelijkertijd dreigde dat land impliciet met de inzet van kernwapens in het kader van het Oekraïne-conflict en de mogelijkheid van een Derde Wereldoorlog. Ook Noord-Korea liet zich niet onbetuigd en kondigde aan de ontwikkeling van nucleaire lange afstandswapens te versnellen. Verder willen de besprekingen met Iran ter voorkoming van de ontwikkeling van kernwapens door dat land niet meer vlotten mede als gevolg van de Oekraïnecrisis.
Gelet op dit alles zal het niet verbazen dat het bestaande kader van internationale (verdrags)afspraken gericht op nucleaire ontwapening, het voorkomen van verdere verspreiding van kernwapens en risicobeperking zwaar onder druk staat (vgl. Kamerstukken II, 33783, nrs. 32, 35 en 48). Zo is het INF-verdrag dat is gericht op beperking van middellange afstandsraketten in 2019 door Trump opgezegd mede naar aanleiding van herhaalde schendingen van Russische zijde. Dat dreigde ook voor het START-verdrag over de beperking van strategische kernwapens, maar Biden verlengde dat vooralsnog te elfder ure. Verder is het slecht gesteld met de naleving van het Non-Proliferatieverdrag (NPV). En het TPNW-verdrag, dat nucleaire wapens geheel verbiedt, trad weliswaar in 2021 in werking maar heeft slechts 60 ratificerende staten, waaronder geen enkele NAVO-lidstaat. Daarmee dreigen er grote risico’s voor de mensheid niet het minst door de serieuze kans op escalatie bij de inzet van een kernwapen.
Het voorkomen van de inzet van kernwapens moet een topprioriteit zijn en daartoe zijn internationale (verdrags)afspraken onontbeerlijk, zoals ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) terecht aangaf in zijn advies Kernwapens in een nieuwe geopolitieke werkelijkheid uit 2019. Ook de Raad van State wijst in zijn recente jaarverslag over 2021 op het belang van dergelijk internationaal recht voor de bescherming van de positie van burgers en daarmee ook de soevereiniteit van staten. Daarbij terecht tegenwicht biedend aan hen die betogen dat internationaal recht daaraan juist afbreuk zou doen (zie de beschouwing ‘De burger in de internationale rechtsorde’ in dit jaarverslag).
Het is dan ook te hopen dat in ieder geval de Europese Unie en daarbinnen Nederland de recente gebeurtenissen in Oekraïne juist zien als een extra stimulans om te investeren in dergelijke internationale afspraken en de naleving daarvan. Een tegengestelde reactie zou de risico’s op een kernoorlog alleen maar vergroten. Daarbij moet de analyse van de AIV in het hiervoor aangehaalde rapport leidend zijn: de enige manier waarop de inzet van kernwapens volledig kan worden uitgesloten, is de volledige uitbanning daarvan. Tegelijk heeft de AIV helaas gelijk met zijn constatering dat ook nucleaire afschrikking een rol speelt in het behouden van strategisch evenwicht en het voorkomen van de inzet van kernwapens. Maar laat dat dan een zoveel mogelijk internationaal gereguleerde afschrikking zijn met als einddoel een totaalverbod op kernwapens en ratificatie van het hiervoor genoemde daarop gerichte TPNW-verdrag.
Het is immers onze dure plicht om zoveel mogelijk te voorkomen dat er opnieuw generaties opgroeien onder de dreiging van het vallen van De Bom.
Dit Vooraf verschijnt in NJB 2022/957, afl. 16.
Afbeelding: pixabay