Op 1 juli 2021 trad de Wet straffen en bescherming (Wsb) in werking. Sinds die datum komen daders van zwaardere misdrijven na 2/3 van hun straf niet meer (automatisch) voorwaardelijk vrij, maar moet voor elke gedetineerde een individuele afweging worden gemaakt of voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) aan de orde is.
De maximale duur van de v.i. bij gevangenisstraffen met een duur van twee jaar of meer werd met de Wsb bovendien beperkt tot twee jaar (art. 6:2:10 lid 1 onder b Sv). Daarnaast ging ook de invulling van de straf (de zogeheten ‘detentiefasering’) op de schop. Waar veroordeelden voorheen via de (Z)BBI ((zeer) beperkt beveiligde inrichting) en het PP (penitentiair programma) de weg naar de uitgang vonden, loopt die weg sinds inwerkingtreding van de Wsb ofwel via de BBA (beperkt beveiligde afdeling – bent u daar nog?) ofwel via het PP (de (Z)BBI’s zijn verdwenen), terwijl de regels voor plaatsing in de BBA en deelname aan het PP streng zijn. Een en ander werd door toenmalig minister Dekker bij inwerkingtreding van de wet op pakkende wijze samengevat met de opmerking ‘Een dader die ver voor het einde van zijn celstraf alweer op vrije voeten komt, dat voelt onrechtvaardig en is niet uit te leggen aan slachtoffers. Dat gaat daarom vanaf vandaag veranderen; straf is straf. En om te voorkomen dat een crimineel opnieuw de fout in gaat, moet hij voortaan vanaf dag één actief aan de slag met beter gedrag – in de bak, aan de bak.’
Vanwege het overgangsrecht – kort en goed ertoe strekkende dat de nieuwe wet pas geldt voor veroordelingen van na 1 juli 2021 – duurde het even voordat het effect van de Wsb voelbaar werd. En voelbaar werd het. Teruggebracht tot de kern leidt de Wsb ertoe dat veroordeelden – zelfs als rechters niet zwaarder straffen – langer in (een zwaarder regime van) detentie moeten doorbrengen. Dat creëert op zichzelf al de nodige problemen – niet in de laatste plaats ook voor medewerkers van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Deelname aan het PP is sinds december 2021 alleen nog mogelijk voor gedetineerden met een straf van zes maanden tot een jaar. Verlof wordt nog slechts verleend als het een bijdrage levert aan een veilige terugkeer in de maatschappij (re-integratieverlof). Daarvoor is dus een plan (op maat) nodig, dat iemand moet bedenken en schrijven en waarvan de uitvoering moet worden begeleid. Daarvoor zijn onder meer de casemanagers nodig. Die zijn cruciaal, maar dun gezaaid. Anders dan in de extramurale wereld zijn er intramuraal vooral veel (en steeds meer) cases en weinig (en steeds minder) managers. En dus zijn de casemanagers druk. Of beter gezegd: zwaar overbelast. Dat leidt ook bij gedetineerden tot frustratie en demotivatie. De ‘way out’ in de vorm van de BBA is zodanig vormgegeven dat die weg niet meer dan een geitenpaadje is in een oerwoud van regels. Plaatsing op de BBA is alleen mogelijk als ‘re-integratieverlof voor extramurale arbeid’ is verleend. Ook daar is een plan voor nodig en een gedetineerde die voldoende zelfredzaam is. Zo is onder meer vereist dat de gedetineerde zelf betaald werk regelt voordat hij de gevangenis verlaat. Zelfs in een overspannen arbeidsmarkt is dat een uitdaging, want met een veroordeling tot een gevangenisstraf van meerdere jaren is het verkrijgen van een verklaring omtrent gedrag (VOG) bepaald geen sinecure (om niet te zeggen vaak een ‘no go’). Vrijwilligerswerk was tot zomer 2023 geen optie. Dat maakte deze exit een ‘dingetje’ voor gedetineerden die na hun vrijlating pensioengerechtigd zijn (en daarvan komen er steeds meer). Werken voor een eigen bedrijf mag in beginsel ook niet. Onder de oude wet stonden gedetineerden maanden op de wachtlijst voor plaatsing in een (Z)BBI; thans zijn er per direct 60 (van de 200) plekken beschikbaar op de BBA, zo blijkt uit de brief van minister Weerwind van 15 maart jl.1
De Wsb heeft, kortom, een enorme bottleneck aan ‘de achterkant’ van de detentie gecreëerd – waarvoor overigens zo ongeveer iedereen betrokken bij het gevangeniswezen al voor inwerkingtreding van de wet had gewaarschuwd. Zelfs zonder een overspannen arbeidsmarkt is dat een serieus probleem, dat vooralsnog alleen maar groter lijkt te worden. In november 2023 werden door de minister maatregelen genomen.2 Zo worden sinds december 2023 geen zelfmelders3 meer opgeroepen en werden toen ook de plaatsingscriteria voor de BBA verder verruimd. Die maatregelen bleken niet afdoende. En dus kwamen er nieuwe: personen met een openstaande gevangenisstraf van maximaal twee maanden of een vervangende hechtenis in verband met het niet betalen van een geldboete of het niet uitvoeren van een taakstraf worden voorlopig niet opgepakt. Gedetineerden die op zaterdag, zondag of maandag vrijkomen mogen voortaan (incidenteel) drie dagen eerder naar huis: vervroegde invrijheidstelling op kleine schaal, zou men kunnen zeggen. De minister is daarnaast voornemens om (tijdelijk) onder meer het moment waarop men naar de BBA kan, te verruimen en de mogelijkheid van elektronisch toezicht in te voeren bij gevangenisstraffen tot maximaal een jaar. Daarvoor moet de gedetineerde wel ‘goed gedrag’ vertonen. Het zicht daarop wordt overigens over de gehele linie bemoeilijkt doordat met de Wsb ook de arbeidsplicht is afgeschaft en gedetineerden daardoor langer op cel kunnen verblijven.
De nieuwe maatregelen zijn druppels op een gloeiende plaat. We kunnen uiteraard gewoon wachten totdat het probleem ‘Belgische’ proporties aanneemt.4 Maar misschien is het een beter idee om actief aan de slag te gaan om dat te voorkomen en meer structurele maatregelen te nemen, die casemanagers bovendien niet met het spreekwoordelijke kluitje het wetstechnische riet insturen. Wat dacht u bijvoorbeeld van: vervroegde invrijheidstelling?
Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2024/693, afl. 12
Afbeelding: Pixabay
Voetnoten
1 rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/03/15/tk-maatregelen-capaciteit-dji.
2 zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24587-926.html.
3 Zelfmelders zijn personen die de tenuitvoerlegging van hun straf in vrijheid mogen afwachten.
4 nos.nl/artikel/2491488-opstand-in-belgische-gevangenis-na-woede-over-telefoonstoring.