75 jaar Verenigde Naties

“Wij, de volken van de Verenigde Naties,

vastbesloten

komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht, en

opnieuw ons vertrouwen te bevestigen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de menselijke persoon, in gelijke rechten voor mannen en vrouwen, alsmede voor grote en kleine naties, en

omstandigheden te scheppen waaronder gerechtigheid, alsmede eerbied voor de uit
verdragen en andere bronnen van internationaal recht voortvloeiende verplichtingen
kunnen worden gehandhaafd, en

sociale vooruitgang en hogere levensstandaarden in groter vrijheid te bevorderen,

en te dien einde

verdraagzaamheid te betrachten en in vrede met elkander te leven als goede naburen, en

onze krachten te bundelen ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en

door het aanvaarden van beginselen en het invoeren van methodes te verzekeren, dat wapengeweld niet zal worden gebruikt behalve in het algemeen belang, en

gebruik te maken van internationale instellingen voor de bevordering van de economische en sociale vooruitgang van alle volken,

hebben besloten onze inspanningen te verenigen om deze doeleinden te verwezenlijken.

Dienovereenkomstig hebben onze onderscheiden regeringen, door tussenkomst van hun in de stad San Francisco bijeengekomen vertegenwoordigers, die hun volmachten hebben overgelegd, welke in goede orde zijn bevonden, overeenstemming bereikt over dit Handvest van de Verenigde Naties en richten zij hierbij een internationale organisatie op, die de naam zal dragen van de Verenigde Naties.”

 

Aldus de (vertaalde) preambule van het Handvest van de Verenigde Naties waarmee deze wereldorganisatie op 24 oktober 1945 werd opgericht.

Nu 75 jaar later, in een periode die, gelet op alle verontrustende ontwikkelingen in de samenleving en op het (internationale) politieke toneel, een kantelpunt dreigt te worden in onze naoorlogse geschiedenis, is het van groot belang de tekst van deze preambule bij het Handvest nadrukkelijk op ons in te laten werken. Als waarschuwing, omdat de herinneringen aan de oorlog – en de daaruit voorvloeiende lessen – in ons collectieve geheugen lijken te vervagen. Als leidraad om erger te voorkomen en weer op het goede spoor te komen. Maar zeker ook als hommage aan de Verenigde Naties. Een organisatie waarvan het functioneren misschien nog wel het best kan worden vergeleken met dat van de democratie. Het is niet ideaal maar we hebben niet beter. Blijvende politieke en financiële steun voor de Verenigde Naties – ook vanuit Nederland – is dan ook cruciaal.1

 

Dit Vooraf is gepubliceerd in NJB 2020/2566, afl. 38

 

Afbeelding: https://www.flickr.com/photos/sanjit/ (bijgesneden)

 

  1. Het is daarom te hopen dat de op 27 oktober 2020 in de Eerste Kamer ingediende PVV/FVD-motie om de vrijwillige Nederlandse bijdrage van 484 miljoen euro aan de Verenigde Naties (op een totale bijdrage van 503 miljoen euro) te schrappen het niet haalt (Kamerstukken I 2020/21, 35570, F).

 

Over de auteur(s)
Tom Barkhuysen
Advocaat-partner bestuursrecht bij Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden