Artikelen van Ymre Schuurmans
Tijdschrift
NJB 23 (2023)
Desinformatie en publieke omroep
In dit artikel wordt ingegaan op het geschil tussen de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en de vereniging Ongehoord Nederland. De laatste kreeg sancties opgelegd door de NPO en de NPO heeft daarnaast de staatssecretaris verzocht om de voorlopige erkenning van ON! in te trekken. De stellingen van beide partijen worden in dit artikel getoetst langs de lijnen van de bevoegdheidsgrondslag van de NPO en de vrijheid van meningsuiting die een omroep als ON! toekomt. Misverstanden en knelpunten in de normering van publieke omroepen in de Mediawet en de Journalistieke Code NPO worden geduid. Het artikel eindigt met een aantal suggesties voor verbeteringen.
Smartengeld wegens AVG-inbreuken na ‘Österreichische Post’
Met smart werd gewacht op de eerste antwoorden van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) op uitlegvragen over artikel 82 lid 1 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). In de Nederlandse literatuur is de afgelopen jaren uitvoerig gediscussieerd over schadevergoeding wegens inbreuken op de AVG, maar elke analyse hierover werd gepresenteerd met één nadrukkelijk voorbehoud: dat het HvJ EU zich nog over de kwestie moest uitlaten. Op 4 mei 2023 heeft het Hof de eerste drie prejudiciële vragen beantwoord. Een reeks hieraan verwante vragen wacht nog op beantwoording. In deze bijdrage bespreken auteurs welke implicaties de eerste antwoorden van het Hof hebben voor de Nederlandse rechtspraktijk en verkennen zij hoe vergoeding van ‘immateriële schade’ wegens schending van de AVG kan worden ingepast in het Nederlandse schadevergoedingsrecht.
Een pleidooi voor een amnestiewet voor Indiëweigeraars
Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog in de periode 1945 tot 1949, waarin zoals inmiddels alom wordt erkend stelselmatig en wijdverbreid extreem geweld van Nederlandse zijde werd toegepast, werden op grote schaal dienstplichtigen ingeschakeld. Sommigen weigerden dienst of deserteerden, met vaak levenslang gevoelde consequenties. Inmiddels heeft de regering haar excuses aangeboden voor het extreme geweld van de Nederlandse militairen in die periode en worden er her en der aanzetten gegeven tot eerherstel van de Indiëweigeraars. In de excuses die premier Rutte aanbood ‘aan eenieder in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven’ werden deze echter niet genoemd. In deze bijdrage wordt betoogd dat, waarom en hoe de Indiëweigeraars en -deserteurs, bij leven of postuum, in ere moeten worden hersteld door middel van een amnestiewet, mede geïnspireerd door een recent Duits voorbeeld.
Ketelmuziek bij de zuiderburen
In België gaan stemmen op om arresten van het Grondwettelijk Hof middels een zogenoemd ‘volksberoep’ te kunnen verwerpen. Nu gaat het om een juridisch nog niet erg doortimmerd voorstel, maar desalniettemin is waakzaamheid geboden. Want niet alleen in België ligt de onafhankelijke rechter vanuit de politiek onder vuur. Hoeveel politiek kan de rechtsstaat verdragen?
Moeten overheidsinstanties meer gegevens uitwisselen?
‘Ja!’, zegt de Algemene Rekenkamer in haar brief van 30 maart 2023 aan de Tweede Kamer. Een heldere en bondige brief, niet meer dan zes pagina’s. De brief zegt hardop wat insiders al lang onder elkaar fluisterden, maar vaak niet hardop durfden te zeggen.
Tijdschrift
NJB 37 (2021)
Maatschappelijke regulering als effectief en waardevol rechtsvindingsinstrument
In dit artikel staat centraal wat de rol is van maatschappelijke regulering bij invulling van de maatschappelijke betamelijkheid en welke omstandigheden relevant zijn bij de bepaling van die rol. Om die vraag te beantwoorden zijn de stand van de doctrine en de stand van de rechtspraktijk onderzocht en is een vergelijking tussen beide gemaakt. Uit de vergelijking blijkt dat in de feitenrechtspraak weinig terug te zien valt van wat de literatuur zo bezighoudt. De conclusie van het stuk is dat het wellicht tijd is maatschappelijke regulering te omarmen als functioneel, waardevol en effectief rechtsvindingsinstrument. In verreweg de meeste gevallen helpt zij de rechter werkelijk vast te stellen wat de maatschappelijke betamelijkheid inhoudt.
Recht vinden bij de rechtbank
De Werkgroep reflectie toeslagenaffaire rechtbanken is in maart 2021 ingesteld met als doel om te reflecteren op de rol van de bestuursrechter in kinderopvangtoeslagzaken. In dit artikel doen de leden van de Werkgroep kort verslag van hun bevindingen.
Procesrechtelijke lessen uit de Toeslagenaffaire
In deze bijdrage wordt een aantal belangrijke feitelijke bevindingen van de Werkgroep Reflectie Toeslagenaffaire Rechtbanken belicht, die doen begrijpen waarom het onrecht lang onopgemerkt bleef en aan de hand waarvan wordt bezien in welke mate de in het rapport geanalyseerde problematiek onderdeel is van het systeem van bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Wat is de invloed geweest van de aanvankelijk beperkte omvang van het aantal zaken? Waarom werd een groot deel van de beroepen in deze zaken ingetrokken? Heeft de drang naar definitieve geschilbeslechting een rol gespeeld? De eerstelijnsrechter zal zich moeten herbezinnen op zijn rol. In elk geval is naast meer maatwerk óók een volwaardigere rechtmatigheidsbeoordeling van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels aangewezen.
Kinderopvangtoeslagaffaire: ook een spiegel voor de rechtenfaculteiten
De kinderopvangtoeslagaffaire dwingt tot zelfreflectie; niet alleen op de rol van de staatsmachten en de verhouding tot elkaar, maar tevens op de rol van de rechtenfaculteiten (en de rechtswetenschappers). Het is immers hoofdzakelijk daar waar de personen (studenten) tot toepassing van het recht worden opgeleid.
Polexit-uitspraak is een aanval op de Europese rechtsorde
Een nieuw constitutioneel dieptepunt is bereikt in Polen. Met de publicatie van de zogenaamde Polexit-uitspraak in het staatsblad omarmt de Poolse regering de rechterlijke aanval op de fundamenten van de EU-rechtsorde. De geringe speelruimte om dit constitutionele drama met een sisser te laten aflopen, is hiermee verkeken. Toch lijkt de ernst van de zaak nog niet tot iedereen doorgedrongen.
Tijdschrift
NJB 20 (2019)
Internetonderzoek door bestuursorganen
In besluitvormingstrajecten waarin de overheid zéér afhankelijk is van privéinformatie van burgers, zoals in de sociale zekerheid, het vreemdelingenrecht en het belastingrecht, biedt internet ongekende en verruimde mogelijkheden om die privéomstandigheden met een paar muisklikken te achterhalen. In hoeverre is openbronnenonderzoek op internet binnen het bestuursrechtrechtelijk kader toelaatbaar? Binnen het strafrecht en het inlichtingendomein worden nieuwe bevoegdheden geïntroduceerd voor ‘stelselmatig openbronnenonderzoek’, terwijl binnen het bestuursrecht dergelijke plannen ontbreken. In dit artikel wordt de achtergrond van dit verschil in regulering geanalyseerd en bezien of normen en waarborgen uit het strafvorderlijk domein toepasbaar zijn in het bestuursrecht teneinde de grondrechten van betrokkenen (beter) te beschermen.
Lees het hele artikel in Navigator.
De besturing van de Rechtspraak: dat kan beter
Toen de auteur voorzitter was van de Raad voor de rechtspraak is hij veelvuldig met sturingskwesties binnen de rechtspraak geconfronteerd. Nu hij teruggetreden is uit de Raad en weer werkzaam als rechter, voelt hij zich vrij om enkele strikt persoonlijke gedachten die hij door de jaren heen heeft ontwikkeld over het functioneren van het systeem publiek te maken en in dit artikel suggesties voor verbetering te doen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Een vergeten jarige
Civilisten herdenken dit jaar het honderdjarige arrest Lindenbaum/Cohen. Bestuursrechtjuristen richten hun aandacht op de ‘zilveren’ Algemene wet bestuursrecht. Een eeuw geleden (1919) verscheen ook de Handleiding Nederlandsch administratief recht. Deze Oppenheimbundel was de eerste omvangrijke bundel over Nederlands bestuursrecht. De bundel bevat een schat aan informatie met betrekking tot de grondslagen en karakteristieken van dit rechtsgebied. Een relatief onbekende honderdjarige sneeuwt gemakkelijk onder. In deze bijdrage wordt de historische Oppenheimbundel daarom alsnog in het zonnetje gezet. Daar is reden toe, want in deze bundel komen de grondslagen van ons bestuursrecht aan bod die ook tegenwoordig nog volop in de belangstelling staan. Het gaat hier voor een deel om fundamentele uitgangspunten die bovendien van belang blijven voor de toekomst van het bestuursrecht.
Lees het hele artikel in Navigator.
Klimaatinclusief bos of chainsaw massacre?
Momenteel wordt veel Nederlands bos gekapt. Media staan er bol van. Niemand begrijpt het want bomen leggen CO2 vast en zijn dan toch juist goed voor het klimaat? In de media komen ecologen het uitleggen: het is niet goed voor het klimaat ja, maar wel voor de zandhagedis of de witsnuitlibel. Wat die bosecologen niet vermelden of weten is dat eigenlijk wij juristen schuldig zijn: wettelijke natuurtoetsen zoals de habitattoets uit de Wet natuurbescherming eisen in veel natuurgebieden een x-aantal hectares van habitattype droge heide, natte heide of stuifzand en dan moet je wettelijk dus kappen als je teveel bos hebt, maar te weinig hei. Staatsbosbeheer staat dus niet zozeer ecologisch als wel juridisch met zijn rug tegen de muur...
Lees het hele artikel in Navigator.
Het verbod op publieke verwijzingen naar schuld vereist een fundamentele verandering in het persbeleid van het Openbaar Ministerie
Bijna dagelijks laat het Openbaar Ministerie zich publiekelijk uit over de schuld van verdachten in lopende strafrechtelijke onderzoeken. Hierdoor verschuift de discussie over schuld en straf van de zittingszaal naar de publieke arena. Het gebeurt inmiddels zo vaak, dat ten onrechte de indruk zou kunnen ontstaan dat dit normaal is en dat dit (dus) mag. Maar dat is niet het geval. Integendeel: dat het Openbaar Ministerie zich publiekelijk uitlaat over de schuld van een verdachte is expliciet verboden.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 34 (2016)
Multiple politica en tegendemocratie
Het nakende jubileum van het algemeen kiesrecht, maar ook de komende verkiezingen, nodigen bij uitstek uit tot bezinning over de vertegenwoordigende democratie. De suggestie die hier wordt gedaan is die democratie meer als een agora en platform op te vatten. Zo wordt een opener politiek debat mogelijk, dat zicht weet te houden op wat er in de tegendemocratie plaatsvindt en aan standpunten wordt geagendeerd. Tegelijkertijd blijft robuuste verankering van instituties minstens even cruciaal, want juist die staan garant voor stabiliteit en voor de rechtsstaat. De uitdaging bestaat er dus in om dialectisch te democratiseren en het ene te doen en het andere niet te laten: intelligent ruimte geven aan de tegendemocratie en hindermacht, en verstandig voortbouwen op wat de vertegenwoordigende democratie en flankerende instituties te bieden hebben.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het verbod van een politieke partij
De opkomst in Europa van rechts-populistische partijen enerzijds en moslim-fundamentalisten anderzijds dwingt regeringen er toe na te denken over de vraag hoe om te gaan met extremistische organisaties en bewegingen wier gedachtegoed of ideologie haaks staat op de uitgangspunten van democratische rechtsstaten. Wat rechtvaardigt het verbod van een politieke partij in een democratie? Hoe kan een dergelijke ogenschijnlijk ondemocratische maatregel politiek-filosofisch gerechtvaardigd worden en wat vormt het huidige juridische criterium voor een partijverbod? Betoogd wordt dat de rechtsfilosofie van Gustav Radbruch in de politiek-filosofische rechtvaardiging voor een partijverbod kan voorzien. Daarnaast wordt geconcludeerd dat op grond van het huidige recht niet alleen antidemocratische partijen, maar ook anti-rechtsstatelijke partijen verboden kunnen worden. In dat opzicht ligt aan de Nederlandse rechtsorde een materiële democratie-opvatting ten grondslag.
Lees het hele artikel in Navigator.
‘Ius ét iustitia’ en de correctie Langemeijer
Recent adopteerde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de, in het privaatrecht ontwikkelde, correctie Langemeijer. Wat betreft (de toepassing van) deze correctie zijn er tussen privaatrecht en bestuursrecht zeker nog verschillen, die deels door de aard van het bestuursrecht kunnen zijn ingegeven. Ook in verband met de te dienen rechtvaardigheid zijn nog ‘punten’ te maken. Een en ander neemt echter niet weg dat het verheugend is dat door de Afdeling stappen zijn en worden gezet om een onrechtvaardige uitwerking van het relativiteitsvereiste te kunnen voorkomen door adoptie van deze correctie in het bestuursrecht. Dat op zich reeds verdient hulde. In de praktijk moet er wel op worden toegezien dat uitholling van dit correctief door een te rigide gebruik ervan wordt vermeden.
Lees het hele artikel in Navigator.
Rapport Commissie rechtseenheid bestuursrecht
Het advies van de Commissie rechtseenheid bestuursrecht biedt een degelijke analyse van de verschillende mogelijkheden tot rechtseenheidsvoorziening en maakt met feitelijke informatie en voorbeelden duidelijk waarom een gedifferentieerd stelsel de voorkeur heeft. Rechtseenheidsvragen komen in soorten en maten voor, waarop procedurele instrumenten moeten worden afgestemd. Door de minimale regeling die wordt voorgesteld, zal veel afhangen van de toepassing van de procedures in de praktijk door de Afdeling en de Hoge Raad.
Lees het hele artikel in Navigator.
Zaakstoedeling en artikel 17 Gw
Aflevering 292 bevat een prikkelende bijdrage van Ulli d’Oliveira met de titel ‘Zaakstoedeling en het vleugellamme artikel 17 Grondwet’. Uitgaande van zijn interpretatie van dit artikel en van artikel 6 EVRM acht hij de praktijk bij sommige gerechten ongrondwettig. Hij bepleit formele regelgeving ter uitvoering van het grondwetsartikel. Ik plaats kele kanttekeningen bij zijn bijdrage.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bekijk dit nummer in Navigator.
Tijdschrift
NJB 12 (2016)
Hernieuwde bezinning op informele religieuze huwelijken
Religieuze huwelijken zijn van alle tijden en hebben voor velen in onze maatschappij ook vandaag de dag nog een belangrijke betekenis. Maar het is verboden een dergelijk huwelijk te sluiten zonder dat voorafgaand een burgerlijk huwelijk is voltrokken. Niet iedereen houdt zich aan dat verbod. Een religieus huwelijk wordt gesloten omdat dit voor betrokkenen het echte huwelijk is, om een relatie te kunnen hebben, om de Nederlandse huwelijksbeletselen te omzeilen, omdat er om wat voor reden dan ook geen burgerlijk huwelijk gesloten kan worden of simpelweg uit onwetendheid met het verbod. Met name vrouwen lopen het gevaar door een religieus huwelijk in zogenoemde huwelijkse gevangenschap te geraken. Op de rechtsbescherming die een burgerlijk huwelijk biedt kunnen zij immers geen beroep doen. Beleid zou niet gericht moeten zijn op het algeheel tegengaan van deze huwelijken, maar op het bereiken van een situatie waarin alle betrokken belangen worden gewaarborgd, schending van fundamentele belangen wordt voorkomen en rechtsbescherming wordt geboden waar dit nodig is.
Lees het hele artikel in Navigator.
Meer transparantie bij rechterlijke zaakstoedeling dringend gewenst
In dit artikel wordt naar aanleiding van een Straatsburgse uitspraak inzake rechterlijke zaakstoedeling in Hongarije nagegaan wat de mogelijke betekenis van deze uitspraak voor het ‘systeem’ van zaakstoedeling in Nederland is. Mede aan de hand van de zaak-Wilders wordt gepleit voor een meer transparant systeem van rechterlijke zaakstoedeling op basis van vooraf kenbare, objectieve criteria.
Lees het hele artikel in Navigator.
In Memoriam Tijn Kortmann
Tijn Kortmann, emeritus hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de Radboud Universiteit, overleed op 24 januari van dit jaar, 71 jaar oud. In dit In Memoriam worden een aantal aspecten van zijn leven gemarkeerd.
Lees het hele artikel in Navigator.
De Spreekuurrechter
Dit artikel gaat in op het experiment Spreekuurrechter. De Spreekuurrechter kan op rechtens verantwoorde wijze snelle, laagdrempelige en betrokken toegang tot de rechter bieden. Het is een van de experimentele innovaties waarin wordt gezocht naar nieuwe vormen binnen de democratische rechtsstaat die de intrinsieke redelijkheid van recht en rechtspraak dichter bij de rechtsgenoten brengt. Het experiment, dat de Rechtbank Noord-Nederland in samenwerking met een aantal wetenschappers uitvoert, strekt er toe empirische gegevens te verkrijgen waarmee wetenschap en rechtspraak rekening kunnen houden bij innovatie van geschiloplossing.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bekijk dit nummer in Navigator of bestel hier een los nummer ( 9,54).
Tijdschrift
NJB 32 (2014)
Rechtspraak anno 2014
Anno 2014 is het gezag van de rechterlijke macht niet langer vanzelfsprekend en ligt zij onder een vergrootglas. De rechterlijke macht is lang niet altijd in staat adequaat te reageren op ongemakkelijke incidenten die zich met enige regelmaat voordoen (zoals in de Chipshol-zaak). Aan de hand van zogenaamde systeemwaarborgen (zoals regelingen met betrekking tot verschoning en wraking van rechters, incompatibiliteiten en toedeling van zaken) kan de rechterlijke macht uitleggen hoe zij omgaat met zorgen omtrent de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de individuele rechter én dat die zorgen onterecht zijn. Hoewel Nederland in het algemeen voldoet aan de Europese en internationale normen inzake de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de rechtspraak, bestaan er op onderdelen ook kwetsbaarheden en zijn sommige systeemwaarborgen in Nederland relatief zwak ontwikkeld. Enige voorstellen worden gedaan (uitbreiding incompatibiliteiten, meer aandacht voor financiële belangen van de rechter en de (neven)functies van de partner, een transparante regeling van zaakstoedeling en een structureler integriteitsbeleid) die ertoe kunnen bijdragen dat de rechterlijke macht een objectief en onderbouwd antwoord kan geven op vragen vanuit de samenleving waarbij haar gezag ter discussie wordt gesteld.
Wet werk en zekerheid
De Wet werk en zekerheid heeft belangrijke gevolgen voor het ontslagrecht en de rechtspositie van flexwerkers. De wet introduceert onder meer een ‘transitievergoeding’ en behelst een ingrijpende wijziging van de regeling voor opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. In deze twee regelingen wordt een uitzondering gemaakt voor werknemers die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt en wier werkzaamheden gemiddeld een omvang van ten hoogste twaalf uren per week hebben. Kleine deeltijdbanen vóór de achttiende verjaardag, bijvoorbeeld als caissière in een supermarkt of als bediende in een restaurant, blijven derhalve buiten beschouwing bij de beoordeling of een nieuw aangeboden arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en of de betreffende werknemer bij ontslag in aanmerking komt voor een transitievergoeding. In deze bijdrage stelt de auteur de vraag aan de orde of deze uitzonderingen in strijd zijn met het Europese recht. Zijn conclusie laat geen ruimte voor misverstand.
Hinkende huwelijken in internationale organisaties
Een onderbelichte kant van de vele internationale organisaties betreft de rechtspositie van hun ambtenaren, en in het verlengde daarvan de rechten en plichten van hun naasten. Op 8 juli 2014 heeft de Secretaris-Generaal van de VN, als hoofd van het management van de organisatie, een belangrijke beleidswijziging bij het vaststellen van de persoonlijke status van de stafleden van de VN doorgevoerd. De VN ontwikkelen hiermee een eigen erkenningsregel, die afwijkt van het gebruikelijke opereren met het recht van de nationaliteit van het staflid, en die het mogelijk maakt (same-sex) huwelijken te erkennen, ook al worden die niet erkend in het vaderland van het staflid.
Wilsonbekwame proefpersonen
Medisch-wetenschappelijk onderzoek waarbij proefpersonen worden ingezet, is gericht op het algemene belang van de vooruitgang van de wetenschap en de gezondheidszorg. Soms kunnen proefpersonen echter ook een eigen, persoonlijk belang hebben bij deelname aan onderzoek, bijvoorbeeld als een veelbelovend geneesmiddel wordt getest. Dat noemen we therapeutisch onderzoek. Er is ook onderzoek waarbij de proefpersoon zelf geen enkel belang heeft. Gedacht kan worden aan onderzoek naar de hersenstructuur van demente bejaarden. We spreken dan van niet-therapeutisch onderzoek.
Tijdschrift
NJB 20 (2013)
Massale procedures in het bestuursrecht
Er doen zich verschillende situaties voor waarin burgers en masse beslissen om tegen dezelfde instantie te procederen. Voor dat soort massale procedures is een enkele maal een regeling getroffen. Een meer algemene bestudering of regulering van het fenomeen van massale bestuursrechtelijke procedures ontbreekt. In dit artikel wordt een aanzet gegeven tot het duiden van massale bestuursrechtelijke geschillen. De bijdrage onderzoekt welke verschillende typen massale procedures zoal in het bestuursrecht voorkomen, wat bekend is over hun ontstaan en de wijze waarop zij (kunnen) worden opgelost. Geconcludeerd wordt dat het fenomeen van massaal bezwaar eigenlijk alleen kan worden voorkomen met inzicht in het ontstaan van massaal verzet tegen regelgeving, dan wel met behulp van een effectieve rechtsgang tegen algemeen verbindende voorschriften, nog voordat het bestuur de uitvoeringsbesluiten neemt.
Geen mazen in de alcoholfuik van het CBR?
Met het oog op de verkeersveiligheid draagt het CBR psychiaters, die een alcoholkeuring uitvoeren in het kader van de beoordeling van iemands rijgeschiktheid, op extra streng te keuren. Daar is op zich niets mis mee maar psychiaters lijken (te) weinig tijd uit te trekken voor een onderzoek en niet door te vragen. De achtergrond van een bevestigend of ontkennend antwoord lijkt zoals gezegd zelden te worden onderzocht dan wel nauwkeurig in een rapportage te worden opgetekend. Daarnaast wordt niet meegedacht over mogelijke andere oorzaken dan overmatig alcoholgebruik bij afwijkende bloedwaarden. Ook wordt de keurling onvoldoende tijd gegund om via de huisarts zelf een mogelijk andere oorzaak aan te tonen. Dergelijk ‘lopende band’ werk kan de keurling onterecht een ongeldig rijbewijs en hoge kosten voor het voeren van een bezwaarprocedure opleveren.
Heeft de Hoge Raad emoties?
Over bewijsuitsluiting en onrechtmatig verkregen bewijs
Een aantal recente arresten van de Hoge Raad lijken de opvatting uit te dragen dat onrechtmatig handelen van de politie op zich geen voldoende voorwaarde oplevert voor bewijsuitsluiting. De Hoge Raad geeft met deze arresten blijk van een gebrek aan theorie wat leidt tot een toetsing die rechtstreeks uit de losse pols lijkt te komen. Het is onbegrijpelijk dat de Hoge Raad volstrekt geen oog lijkt te hebben voor het bijzondere rechtskarakter van het publiekrecht, waarin de overheid anders dan in het privaatrecht in principe niets mag, tenzij het is toegestaan? Of is die blindheid in het licht van de emoties juist maar ál te begrijpelijk?
Een aantal recente arresten van de Hoge Raad lijken de opvatting uit te dragen dat onrechtmatig handelen van de politie op zich geen voldoende voorwaarde oplevert voor bewijsuitsluiting. De Hoge Raad geeft met deze arresten blijk van een gebrek aan theorie wat leidt tot een toetsing die rechtstreeks uit de losse pols lijkt te komen. Het is onbegrijpelijk dat de Hoge Raad volstrekt geen oog lijkt te hebben voor het bijzondere rechtskarakter van het publiekrecht, waarin de overheid anders dan in het privaatrecht in principe niets mag, tenzij het is toegestaan? Of is die blindheid in het licht van de emoties juist maar ál te begrijpelijk?
Een nieuwe wrakingsregeling
Naschrift
Blog
Rechtspraak anno 2014. Vertrouwen is goed maar controle kan (nog) beter
Nederland voldoet in het algemeen aan de Europese en internationale normen inzake de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de rechtspraak, maar toch bestaan er op onderdelen ook kwetsbaarheden en zijn sommige systeemwaarborgen in Nederland relatief zwak ontwikkeld.