Artikelen van T. Koopman
Tijdschrift
NJB 2 (2013)
Strijd om stukken: de Wet processtukken
Op 1 januari 2013 is de Wet processtukken in strafzaken in werking getreden. Deze blinkt niet uit in helderheid. Ze borduurt voort op de Dev Sol-jurisprudentie van de Hoge Raad, maar toch ook weer niet. De regeling lijkt te worden uitgebreid, maar tegelijkertijd worden beperkingen ingevoerd die verder gaan dan tot nu toe op grond van de jurisprudentie mogelijk was. De wetgever stelt dat door de Wet de mogelijkheden van de verdachte om invloed uit te oefenen op de samenstelling van het procesdossier aanmerkelijk worden verbeterd, maar er worden toch heel wat barrières opgeworpen. Vanwege het beginsel van interne openbaarheid wordt de voorkeur gegeven aan de rechter-commissaris boven de raadkamer, maar op essentiële onderdelen wordt niet voorzien in de mogelijkheid dat de verdachte (verdediging) weerwoord biedt tegen hetgeen de officier van justitie te berde brengt. Vanuit het EVRM bezien is dat niet comfortabel.
Te koop: verpande vorderingen!
In deze bijdrage wordt de mogelijkheid van executoriale verkoop van vorderingen op naam door de pandhouder behandeld en meer in het bijzonder een onderhandse executoriale verkoop van een verpande vordering op naam in het kader van een securitisatie.
Het nut van rechtsvergelijking
Van juristen wordt door buitenstanders (‘leken’) vaak gezegd dat zij een in zichzelf besloten gilde vormen, waarin de uitgangspunten van hun vak nimmer ter discussie worden gesteld. Wat er ook zij van dit verwijt in het algemeen, het gaat in elk geval niet op voor mijn vroegere vriend en collega Huib Drion, jurist onder de juristen, voor wie geen enkel onderwerp buiten de palen viel. Hij was het dan ook die eens een beschouwing wijdde aan de vraag of de rechtswetenschap nu echt wel een bijdrage levert aan de rechtsontwikkeling.2 In zijn voetspoor hoop ik nu in het kort iets te zeggen over het nut van de rechtsvergelijking voor de ontwikkeling van het staatsrecht. Dat die vergelijking voor de onderzoeker zelf verrijkend is, staat daarbuiten: het gaat om de vraag of zij voor het recht van nut is.
20 jaar nieuw BW; vanaf het begin verouderd?!