Artikelen van Sjors Ligthart
Tijdschrift
NJB 1 (2024)
Stoornis en ontoerekenbaarheid
In het oordeel over ontoerekenbaarheid ontmoeten twee domeinen elkaar: het juridische en het geneeskundige. In het arrest in de zaak Thijs H. introduceerde de Hoge Raad een beoordelingskader voor de ontoerekenbaarheid, dat bestaat uit twee centrale componenten. Ten eerste moet bij de verdachte tijdens het feit sprake zijn geweest van een psychische stoornis in de zin van artikel 39 Sr. Ten tweede moet die stoornis hebben doorgewerkt in het begrip of in de controle van de verdachte. Deze beschouwing focust op de eerste component. Auteurs plaatsen enkele kanttekeningen bij de overweging van de Hoge Raad dat voor de ontoerekenbaarheid de vaststelling van een ‘stoornis in juridische zin’ volstaat.
Academische vrijheid onder druk
Er zijn allerlei signalen waarneembaar die erop duiden dat het niet de goede kant opgaat met de academische vrijheid in Nederland. In een recent rapport van het Europees Parlement scoort Nederland op dat terrein slechts een 24ste plek op de ranking van de 27 EU-lidstaten. Ook is er de laatste jaren in toenemende mate discussie over problemen rond benoeming en bevordering van wetenschappers, beïnvloeding van onderzoek door sponsoren en problemen rond machtsmisbruik en sociale onveiligheid aan universiteiten. Jurisprudentie illustreert bovendien dat universiteiten ruime mogelijkheden bezitten om via allerlei interne reglementen en instructies beperkingen aan te brengen op de academische vrijheid van individuele wetenschappers.
De verkiesbaarheid van Donald Trump
In de Verenigde Staten wordt op dit moment discussie gevoerd over de vraag of voormalig president Donald Trump zich bij de presidentsverkiezingen in november opnieuw verkiesbaar mag stellen. Sommige staatsrechtgeleerden menen van niet. Volgens hen is Trump door zijn aandeel in de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 van rechtswege van het presidentschap uitgesloten. Dit betoog heeft in de media veel aandacht gekregen. Inmiddels zijn hier in diverse deelstaten rechtszaken over gestart en hebben enkele statelijke rechters zich hierover al uitgesproken.
Maatregelen van kinderbescherming moeten blijven bij vechtscheidingen, zij het effectiever
In NJB 2023/2453, aflevering 34 pleiten Adri van Montfoort & Mariëlle Bruning voor ‘Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten’. Samengevat vinden ze dat vechtscheidingen vooral weer een zaak moeten worden van de ouders in plaats van van de overheid. De ouders moeten het maar voor de rechter uitvechten in rechtszaken over gezag en omgang (hierna: ‘G&O’). Dit is een heel erg slecht idee dat vooral geschreven lijkt vanuit een ivoren toren, en vanuit de presumptie dat ‘de rechter wel weet wat in het belang van het kind is’ en dat ouders kúnnen procederen.
Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten
Van Montfoort & Bruning (hierna: auteurs) verwerpen het Advies Complexe scheidingen en jeugdbescherming, brief van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) van 17 mei 2023. Dat is niet verstandig.
Tijdschrift
NJB 11 (2023)
Het ondervragingsrecht ten aanzien van belastende deskundigen in strafzaken
Indien een getuige een verklaring met een belastende strekking heeft afgelegd, moet op basis van de post-Keskin-rechtspraak van de Hoge Raad het belang bij het oproepen en horen van die getuige worden voorondersteld. Van de verdediging mag geen nadere onderbouwing van dit belang worden verlangd. Op 13 september 2022 besliste de Hoge Raad dat deze uitgangspunten niet onverkort van toepassing zijn op de beoordeling van verzoeken tot het horen van belastende deskundigen. Dergelijke verzoeken moeten in de regel door de verdediging worden gemotiveerd. In deze bijdrage wordt het toetsingskader voor een verzoek tot het oproepen en horen van deskundigen in kaart gebracht en worden enkele vragen opgeworpen die richting kunnen geven aan de verdere ontwikkeling en mogelijke aanscherping van dit kader.
De Erfgoedwet en de Tweede Wereldoorlog
Een uit het Nationaal Archief afkomstige, onlangs openbaar gemaakte schatkaart van een door Duitse soldaten verstopte ‘nazi-schat’ spoorde heel wat golddiggers aan naar Ommeren af te reizen om hun geluk, overigens zonder resultaat, te beproeven. Enige jaren geleden werd in de buurt van het Limburgse Meerlo wel een in de Tweede Wereldoorlog aldaar neergestorte Spitfire opgegraven door enkele bewoners uit die streek. Nadat zij een deel van de vondsten op Marktplaats te koop aanboden werden zij vervolgd wegens onder meer het overtreden van de Erfgoedwet. Beide zaken geven aanleiding eens dieper te duiken in de definitie van cultureel erfgoed. De juridische begripsomschrijving blijkt vaag.
We staan er gekleurd op
De uitspraak van het Hof Den Haag van 14 februari 2023 is ondubbelzinnig: selectie voor grenscontroles door de mobiele toezichtsteams van de KMar op grond van etniciteit mag niet. Dat betekent dat staandehoudingen door de politie en andere controles op basis van etnische kenmerken ook niet mogen.
Reactie op Joop van den Berg, ‘Grenzen aan het parlementaire debat’
Joop van den Berg heeft een doorwrocht en interessant artikel geschreven over ontwikkelingen in het parlementaire debat in het Nederlandse parlement en de ordehandhaving tijdens debatten. Met zijn conclusie dat de voorzitter meer ruimte moet krijgen (nemen) om zelfstandig normerend op te treden, ben ik het van harte eens. Tijdens de vergaderingen dienen Kamerleden te accepteren dat de voorzitter de leiding heeft en zo nodig ingrijpt om de orde te handhaven.
Naschrift
Voor Paul Bovend’Eert hebben in het politieke bedrijf normen pas betekenis, zo blijkt uit zijn reactie, als die een juridisch karakter hebben. De jurist zal zich vervolgens allicht ‘op het verkeerde been gezet’ voelen als het gaat om ‘onkreukbaarheid, betrouwbaarheid en integriteit’, zeker als er geen sancties op volgen. Of mijn redeneringen daarom ‘uit de oude doos’ komen of niet, ik denk dat de moraal zijn eigen terrein van werking heeft en zijn eigen discours. In elk geval helpt het niet morele normen en codes te juridiseren en te denken dat die eerst dan betekenis krijgen. Moraal en recht overlappen, dat is waar, maar voor zover mogelijk moeten ze toch van elkaar worden onderscheiden.
Tijdschrift
NJB 18 (2022)
De Europese detachering van derdelanders
Het aantal derdelanders dat in de EU komt werken, neemt al jaren toe. Steeds vaker worden deze derdelanders onder het vrij verkeer van diensten gedetacheerd naar andere lidstaten, waaronder Nederland. Deze ontwikkeling staat niet alleen op gespannen voet met het recht van lidstaten om hun eigen toelatingsbeleid te bepalen, maar brengt ook arbeidsrechtelijk forse uitdagingen met zich mee. Dit artikel gaat eerst in op het juridisch kader rondom de detachering van derdelanders, zoals grotendeels vormgegeven door het Europees Hof van Justitie. In het licht van recente toename van het gebruik van deze arbeidsmigratieroute naar Nederland bespreken we vervolgens de Europeesrechtelijke verplichting voor Nederlandse autoriteiten om gedetacheerde derdelanders arbeidsrechtelijk te beschermen.
De koopvaardij in de vaart der volkeren
Niet-Europese zeelieden krijgen sinds jaar en dag op Nederlandse schepen voor hetzelfde werk een lager loon betaald dan hun Europese collega’s. Vindt deze discriminatie in de Nederlandse maritieme sector anno 2022 nog rechtvaardiging in internationaal gebruik? In dit artikel wordt betoogd dat het internationale recht geen ondersteuning lijkt te bieden aan voortzetting van deze praktijk en het is de vraag of het dat eigenlijk ooit wel heeft gedaan. Het is evenmin vanzelfsprekend dat de continuïteit van de Nederlandse maritieme sector vandaag de dag een objectieve rechtvaardiging kan bieden voor loondiscriminatie. Het is daarom hoog tijd dat de sociale partners, de minister, het College voor de Rechten van de Mens of de rechter de indirecte loondiscriminatie jegens Filipijnse en Indonesische zeelieden opnieuw tegen het licht houden.
Rechtspraak en politiek
In het grensgebied van rechtspraak en politiek is het lang rustig geweest in ons land. En tussen rechtspraak en wetgever was en is sprake van een wederzijdse vertrouwensrelatie. Maar sinds de jaren tien van deze eeuw is vaker dan vroeger een beroep op de rechter gedaan in zaken met een politieke dimensie. Niet elke politieke partij is daarvan gediend. Inmiddels is in deze relatie sprake van enige, licht oplopende, spanning. Dit verdient extra aandacht in de context van wereldwijde politieke ontwikkelingen die tot op zekere hoogte ook ons land al hebben bereikt.
Gaat de Hoge Raad klare wijn schenken over ontoerekenbaarheid?
Het arrest in de zaak tegen Thijs H. brengt enkele vragen over de beoordeling van ontoerekenbaarheid door de feitenrechter pregnant over het voetlicht. Hoe specifiek moeten vaststellingen zijn over de aard van de stoornis waar de verdachte aan leed? En welk criterium geldt voor ontoerekenbaarheid? In dit artikel wordt, mede aan de hand van een vergelijking met het Duitse recht, betoogd dat deze twee vragen niet los van elkaar te zien zijn. Deze zaak laat (opnieuw) zien dat meer duidelijkheid geboden is over de wijze waarop ontoerekenbaarheid moet worden beoordeeld.
Het drama van Poetins agressie
Het is tragisch dat Rusland en Oekraïne al meer dan twee maanden met elkaar in een oorlog zijn verwikkeld. Twee buurlanden die zoveel gemeen hebben. De gevolgen van de ongerechtvaardigde invasie in Oekraïne zijn verschrikkelijk, duizenden doden en gewonden, miljoenen vluchtelingen, kapot gebombardeerde steden, een gigantische ravage en bezetting van grondgebied door Russische troepen.
Tijdschrift
NJB 32 (2021)
Aansprakelijkheid voor falende informatieuitwisseling in de gezondheidszorg
Hoe kan in de context van medische aansprakelijkheid meer duiding worden gegeven aan de omvang van de verplichtingen van individuen die betrokken zijn bij een concreet geval waarin informatie niet op het juiste moment bij de juiste persoon aanwezig is? De analyse van de rechtspraak in dit artikel bevestigt dat er in deze context kan worden gewerkt met een onderverdeling in doorgeefplichten en navraagplichten die duidelijker maakt wat we van welke personen verwachten en hoe de concrete verplichtingen op elkaar inwerken. Een nadruk op individuele plichten maakt een betere indeling van casuïstiek mogelijk en maakt duidelijker welke afwegingen er zijn te maken. De aansprakelijkheidsvraag wordt dan beantwoord aan de hand van de uitkomst van het samenspel van verplichtingen die in de casus aan de orde zijn. Dat is winst ten opzichte van de tot nog toe zeer algemene benadering in de literatuur over het medisch aansprakelijkheidsrecht, waar men zich te gemakkelijk verschuilt achter ‘de omstandigheden van het geval’.
Autonomie en privacy als rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel?
Recentelijk is door verschillende auteurs voorgesteld om de rechtsgronden van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel te heroverwegen en door in dat verband meer nadruk te leggen op privacy en persoonlijke autonomie. In een tijdperk waarin digitale en andere technologische opsporingsmethoden zich steeds verder ontwikkelen, is aandacht voor de rechtsgronden van het eeuwenoude zwijgrecht en nemo tenetur-beginsel zeker van belang. Het is evenwel de vraag of persoonlijke autonomie en privacy overtuigen als rechtvaardiging van het recht om te zwijgen en om niet te hoeven meewerken aan de eigen veroordeling. Dit wordt in deze bijdrage betwijfeld.
Misbruik van machtspositie op de weesgeneesmiddelenmarkt
Onlangs gaf de ACM een signaal af naar farmaceuten, louter belust op winstbejag. Een belangrijk signaal, maar daarnaast zou de indicatie-uitbreiding voor ‘nieuwe’ weesgeneesmiddelen moeten worden heroverwogen.
Reactie Verdacht door uw geslacht?
In het NJB-themanummer Vrouwen in de rechterlijke macht zien we allerwegen de stelling verwoord dat het geslacht van de rechter er niets toe doet voor haar of zijn uitspraken, naast de opinie dat het tòch belangrijk is dat de rechterlijke macht een afspiegeling is van de maatschappij. Gaat het dan om het functioneren van de rechtspraak als geheel? Sommigen gaan verder en menen dat het in concrete strafzaken belangrijk is dat de rechtbank lijkt op de verdachte. Zo zou een meervoudige kamer met enkel vrouwen geen mannelijke zedenverdachten moeten berechten.
Reactie De functieaanduiding van de verschillende rechters
In de zeer lezenswaardige aflevering 28 van dit blad over Vrouwen in de rechterlijke macht eindigt Rowin Jansen zijn artikel Wachten tot de tijd rijp is met de opmerking dat in de afgelopen eeuw de functieaanduiding ondanks alle verdere ontwikkelindan een ‘hofrechter’ en een raadsheer m/v bij de Hoge Raad is dan een ‘raadrechter’. gen met betrekking tot de toetreding van vrouwen in de rechterlijke macht niet is veranderd. Hij maakt er geen prijsvraag.
Tijdschrift
NJB 22 (2021)
Neurorechten: wat doet Nederland ermee?
Nieuwe neurotechnologieën werpen fundamentele vragen op voor het recht. Grofweg zijn twee typen technologieën te onderscheiden: enerzijds technieken die informatie uit het brein halen en anderzijds technieken die het brein veranderen. Bieden fundamentele rechten zoals vastgelegd in het EVRM en de Grondwet voldoende houvast en ruimte om het gebruik van deze technologieën in de hand te houden of moeten nieuwe rechten worden geformuleerd? In internationale literatuur wordt al enkele jaren gediscussieerd over de vraag of traditionele rechten en vrijheden voldoende bescherming bieden tegen deze opkomende technologieën die kunnen ingrijpen in ons ‘mentale leven’. Verschillende landen staan inmiddels op het punt van daadwerkelijke erkenning van specifieke neurorechten in hun nationale constitutie, maar in Nederland is er vooralsnog weinig aandacht voor deze belangrijke rechtsontwikkeling. Deze bijdrage beoogt die discussie te stimuleren en te verbreden door te onderstrepen dat naast de wetenschap input van de politiek – op het gebied van rechtsbescherming – inmiddels ook van belang is.
Bescherming Klokkenluiders schiet ernstig tekort
De bestaande (rechts)bescherming en het voorstel voor een nieuwe Wet Bescherming Klokkenluiders schieten ernstig tekort omdat er te weinig oog is voor de specifieke dynamiek in klokkenluiderszaken en omdat er een structureel gebrek aan effectieve conflicthantering bestaat. De huidige focus op procedures drijft betrokkenen onnodig uit elkaar. Klokkenluiders hebben tastbare en doortastende ondersteuning nodig om een melding constructief bespreekbaar te maken. Daarbij zou preventief moeten worden ingespeeld op veel voorkomende patronen die zich voordoen in klokkenluiderszaken.
Nieuw auteurscontractenrecht 2021
Per 7 juni 2021 verandert het auteurscontractenrecht. Auteurs, uitvoerende kunstenaars, uitgevers, producenten en opdrachtgevers worden geconfronteerd met nieuwe regels en nieuwe onzekerheden ten gevolge van Europese harmonisatie. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de veranderingen en hoe hier in de praktijk het beste mee kan worden omgegaan.
Gerechtskunst
Als er één beroepsgroep is die ervan op de hoogte is dat alles zich met alles laat verbinden, dan is het wel de onze. De schijn van noodzakelijkheid ligt immers al heel gauw voor het oprapen, weet een jurist uit ervaring. En de meeste ‘rechtzoekenden’ weten dat eveneens! Wonderbaarlijk dan ook dat er zoveel publiciteit ontstond naar aanleiding van de aankleding van de nieuwe rechtbank in Amsterdam.
Tijdschrift
NJB 8 (2020)
Tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties anno 2020
Kenmerkend voor het huidige tijdsgewricht is dat incidenten in de sfeer van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties de politiek lijken te verplichten tot het nemen van onmiddellijke (wettelijke) maatregelen. De discussie hierover raakt direct aan zwaarwegende belangen; van gedetineerden, tbs-gestelden, slachtoffers en van de maatschappij in het algemeen. Maar naast een verscheidenheid aan individuele en maatschappelijke belangen komt ook een breed spectrum aan wetenschapsdisciplines samen in de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties. Daarom wordt in deze bijdrage het belang geïllustreerd van een brede, multidisciplinaire discussie omtrent het huidige sanctierecht en van (voorgenomen) wijzigingen daarvan. Huidige ontwikkelingen omtrent de v.i. en de rol van risicotaxatie-instrumenten bij het nemen van sanctierechtelijke beslissingen laten zien dat waardevolle inzichten uit de (neuro)psychologie, psychiatrie en victimologie vooralsnog allesbehalve optimaal worden benut bij het voorstellen van aanpassingen in het strafrechtelijk sanctierecht.
Lees het hele artikel in Navigator.
Wie beschermt de rechtspraak?
De huidige aanvallen op de rechterlijke macht vinden niet plaats in een maatschappelijk, politiek en juridisch vacuüm en kunnen daarom ook niet geïsoleerd bestreden worden. Het gaat om herstel van vertrouwen over zo ongeveer de hele breedte van de samenleving. De rechterlijke macht zelf is geen partij in een gevecht met degenen die feiten en argumenten naar believen duiden als het eigen gelijk en de eigen Waarheid, omdat de rechtspraak het nu juist van zorgvuldigheid, precisie en genuanceerde afweging moet hebben. Wat minimaal nodig is, is toch de grondtoon van elkaar enige ruimte geven: dat men elkaar serieus neemt en ervan uitgaat dat ook de anderen oprecht bezorgd zijn over de democratische rechtsstaat en zijn rechtspraak, ook al wordt die bezorgdheid diametraal anders ingevuld. Of dat er nog inzit? Auteur heeft er een hard hoofd in.
Lees het hele artikel in Navigator.
De rol van meer verplichtende maatregelen in het Nederlandse vaccinatiebeleid
Het staat buiten kijf dat alle partijen in het debat rondom vaccinatie het liefst willen dat groepsbescherming robuust gegarandeerd wordt via vrijwillige vaccinatie en idealiter wordt een vaccinatieplicht in welke vorm dan ook vermeden. Maar de Nederlandse politiek kan een discussie over meer verplichtende maatregelen niet langer uit de weg gaan. De dalende lijn in de vaccinatiegraad lijkt in Nederland vooralsnog gestopt, maar mocht de vaccinatiegraad ooit te ver dalen dan zal ook de Nederlandse regering tot actie moeten overgaan en vaccinatiedrang via de kinderopvang, zoals voorgesteld door de commissie Vermeij, is dan het beste voorstel.
Lees het hele artikel in Navigator.
Digitaal procederen bij de Hoge Raad in alle strafzaken mogelijk
Digitaal procederen in strafzaken heeft de toekomst. Een nieuwe stap in deze ontwikkeling is dat per 1 februari 2020 in alle soorten strafzaken digitaal kan worden geprocedeerd bij de Hoge Raad der Nederlanden. Met ingang van die datum kunnen, naast vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie (cassatiedesk) en advocaten, gemachtigde medewerkers van advocaten onder voorwaarden met het webportaal van de Hoge Raad werken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bekijk dit nummer in Navigator.
Tijdschrift
NJB 16 (2019)
Tbs en stoornis
Als verdachten weigeren mee te werken aan het onderzoek pro Justitia kunnen gedragsdeskundigen soms geen stoornis vaststellen, hetgeen aan tbs-oplegging in de weg kan staan. Dit acht de Minister voor Rechtsbescherming onwenselijk en hij wil in de wet expliciteren dat voor tbs-oplegging een juridisch stoornis concept geldt, dat ruimer is dan het medisch stoornisbegrip. Dat wil zeggen dat voor de vaststelling van een psychische stoornis geen medische diagnose zou zijn vereist. In dit artikel wordt ingegaan op enkele knelpunten die door de aangekondigde wetswijziging kunnen ontstaan. Deze hebben betrekking op artikel 5 lid 1 onder e EVRM, de verdedigingspositie van verdachten en de consistentie tussen oplegging en tenuitvoerlegging van de tbs. Vanwege deze knelpunten zouden volgens de auteurs ook andere voorstellen moeten worden onderzocht om de samenleving te beschermen tegen gevaarlijke personen van wie geen psychische stoornis kan worden vastgesteld door de gedragsdeskundige.
Lees het hele artikel in Navigator.
Verward geweld of geweld verward
Er is een tendens waarneembaar waarbij gewelddadige incidenten direct geduid moeten worden. Daarbij lijkt geen ruimte te zijn voor nuance; de onmiddellijk te beantwoorden vraag is of er sprake was van terrorisme, verward gedrag of psychiatrie. Ieder antwoord van woordvoerders van politie, GGZ of gemeente lijkt tot controverse te leiden, waardoor de verwarring alleen maar groter wordt. In deze bijdrage wordt dit fenomeen geanalyseerd, waarbij de onmiddellijke behoefte aan betekenisverlening en de begrippen zelf worden besproken. De conclusie is dat het raadzaam is om na een incident alleen de evidente feiten te vermelden en de duiding pas te communiceren als dat met feiten kan worden gestaafd.
Lees het hele artikel in Navigator.
De nieuwe Democrators, de rechter en de burger
De laatste tijd wordt veel gedebatteerd over rechtsstaat en democratie. In sommige landen komen democrators’ op die ingrepen doen in de onafhankelijke rechterlijke macht en de checks and balances inperken. Nederland heeft geen democrator, maar ook bij ons heeft het ministerie steeds meer invloed op de rechterlijke macht. De rol van de rechter neemt af, en dat gaat ten koste van rechtsbescherming en openbaarheid. De Nederlandse rechtspraak lijkt over dit onderwerp vooral in gesprek te willen met zichzelf, met de minister of de Tweede Kamer; de wereld daar buiten lijkt minder te spelen. Terwijl het juist om die wereld gáát. Er lijkt nog steeds geen erg stevige traditie binnen de Nederlandse rechterlijke macht te zijn in het proberen de burger te bereiken. De burger in zijn hoedanigheid van rechtzoekende of belangstellende zou de (eerste) adressant van de rechtspraak moeten zijn, en niet de hogere rechter of de minister.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bestraf juridische onzin van de overheid!
Het heeft weliswaar lang geduurd vóór NRC Handelsblad er achter kwam, maar inmiddels mag het wel een publiek geheim heten: de juridische stellingen van Thierry Baudet behelzen vaak niet meer dan apekool. De verdenking van kwade trouw ligt dan voor de hand. Nou ja, Thierry Baudet
Veel bedenkelijker wordt het als van overheidswege juridische apekool de wereld in wordt gestuurd.
Lees het hele artikel in Navigator.
Einde van het ondernemerschap van de gerechtsdeurwaarder?
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 14 (2018)
De Hoge Raad en het reviewmechanisme
In 2016 is door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie onder druk van rechtspraak van het EHRM een mechanisme ontwikkeld dat moet voorzien in de herbeoordeling van een levenslange gevangenisstraf. Van enige innerlijke drang bij de Staat om een prospect of release te bieden blijkt echter niet veel. Het herbeoordelingsmechanisme heeft de positie van levenslanggestraften ten opzichte van de situatie van vóór de regeling niet wezenlijk verbeterd. Sterker nog: met de nieuwe regeling zijn de levenslanggestraften verder van huis. Voor allen geldt nu, zonder onderscheid, een periode van stilstand van minimaal 25 jaar. Positief te waarderen is dat de Hoge Raad de weg wijst naar een judicial review. Het is echter aan de veroordeelde om van deze mogelijkheid gebruik te maken, nu de ambtshalve optredende rechter in het gekozen reviewmechanisme de grote afwezige is.
Lees het hele artikel in Navigator.
De Nederlandse detentieomgeving en het resocialisatiebeginsel
Recent neuropsychologisch onderzoek suggereert dat detentie leidt tot achteruitgang van belangrijke hersenfuncties bij gedetineerden. Een mogelijke verklaring voor die achteruitgang is de verarmde (versoberde) detentieomgeving, waarmee een omgeving met weinig lichamelijke, geestelijke en sociale activiteit wordt bedoeld. Verschillende hersenfuncties zijn cruciaal voor een succesvolle resocialisatie. Een andere onderzoekslijn binnen de psychologie onderzoekt de relatie tussen voeding en agressie bij gedetineerden, waarbij ook de mogelijkheid van voedingsinterventies wordt onderzocht. In deze bijdrage worden de mogelijke implicaties van dergelijk (neuro)psychologisch onderzoek voor de Nederlandse detentieomgeving geanalyseerd in het licht van het resocialisatiebeginsel.
Lees het hele artikel in Navigator.
Langdurige eenzame opsluiting onder de loep
Zowel terdoodveroordeelden in de Verenigde Staten als gedetineerden in Nederland die in een Terroristen Afdeling zijn geplaatst, zitten feitelijk in eenzame opsluiting en zijn het overgrote deel van de dag verstoken van menselijk contact. Bovendien hebben ze geen enkele, dan wel zeer beperkte mogelijkheden om hun plaatsing te laten toetsen en te laten herzien door een onafhankelijke instantie. Dat is in strijd met de Europese minimumregels voor de behandeling van gevangenen en ook met die van de VN.
Lees het hele artikel in Navigator.