Artikelen van Ruud baron van Hövell tot Westerflier
Tijdschrift
NJB 18 (2019)
Een verticale haven in een horizontale wereld
De tijd is rijp voor een herbezinning op de dogmatische aannames die ten grondslag liggen aan het gezondheidsrecht als functioneel rechtsgebied. Aannames die zich primair manifesteren in de kwalificatie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst als patiëntenrechtenvehikel en niet als (eerst en vooral) een wederkerige overeenkomst tussen twee partijen. Via een chronologisch gestructureerde bespreking van de relevante academische en parlementaire discussies beoogt de bijdrage de onderliggende assumpties aan de oppervlakte te brengen, zoals deze hun meest recente vertaling hebben gevonden in een wetsvoorstel tot wijziging van Afdeling 5 van Titel 7 van Boek 7 BW. Vervolgens wordt ingezoomd op het juridische potentieel van een wetsartikel waarvan nagenoeg alle gezondheidsrechtjuristen vinden dat het zou moeten worden geschrapt: artikel 7:452 BW, over de verplichtingen van de patiënt. Het artikel sluit af met een korte eindbeschouwing.
Mythes en waarheden over kansen voor juridisch onderzoek bij NWO
In deze bijdrage worden aan de hand van door NWO verschafte gegevens honoreringspercentages van juridische en niet-juridische (sociaal-wetenschappelijke) onderzoeksaanvragen vergeleken, alsook de percentages tussen juridische sub-disciplines. De resultaten laten zien dat het aantal juridische onderzoeksaanvragen is toegenomen en dat de slagingskans van juridische voorstellen niet heel veel lager ligt (maar zeker niet hoger) dan die uit de andere disciplines gezamenlijk. Het onderzoek is niet meer dan een allereerste aanzet voor een feitelijke onderbouwing van en verdere discussie over de toekomst van juridisch onderzoek in Nederland.
e-Court: zwart gat of lichtend voorbeeld?
Er is veel te doen over de snelle opkomst van het fenomeen ‘online arbitragerechtspraak’. Met name is de kritiek op de grootste aanbieder op dit gebied, e-Court, niet van de lucht. Maar er valt veel af te dingen op de bezwaren tegen e-Court. Een verbod ligt dan ook geenszins in de rede. Sterker nog: aangezien de digitalisering van de overheidsrechter en de modernisering van het civiele procesrecht nog lang op zich zullen laten wachten, voorziet een initiatief als e-Court juist in een actuele maatschappelijke behoefte. Het is een snelle en goedkope vorm van geschilbeslechting, die bijdraagt aan het voorkomen van problematische schulden. Oplopende (buiten)gerechtelijke kosten geven immers vaak de doorslag richting problematische schulden.
Reactie
In het artikel wordt tegen beter weten in de suggestie gewekt, dat e-Court een commercieel instituut zou zijn, die grote marktpartijen zou bevoordelen vanwege met deze partijen gesloten contracten. Het is echter een omstandigheid van algemene bekendheid dat e-Court geen commerciële instelling is, maar een stichting zonder winstoogmerk.
Naschrift
De discussie over e-Court heeft al vele pagina’s gevuld, waarbij kennelijk grote belangen hand in hand gaan met grote gevoeligheden. Laten wij daarom kort zijn over de reactie van e-Court, temeer nu daarin slechts een sideline van ons artikel tot grote proporties wordt opgeblazen.