Artikelen van Rudolf van Binsbergen

Tijdschrift NJB 31 (2017)
Euthanasie op grond van een schriftelijke wilsverklaring
Govert den Hartogh
Mag je iemand die zich in een gevorderd stadium van dementie bevindt doodmaken omdat hij daar ooit in een schriftelijke wilsverklaring om gevraagd heeft? Ook als hij die verklaring inmiddels vergeten is en misschien niet eens meer begrijpt wat ‘dood zijn’ betekent? Artsen die aan de schriftelijke wilsverklaring geen waarde hechten, vinden dat ze met die vroegere persoon niets te maken hebben en willen alleen maar de patiënt zien zoals die zich nu presenteert. Hun eigenlijke motief is echter geen respect voor de wil of bekommernis om het belang van de ‘weerloze’ patiënt maar het niet willen of kunnen overschrijden van een ware morele grens. Artsen zouden dit morele dilemma moeten erkennen, en niet met rationalisaties moeten aankomen die kennelijk niet deugen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden bij de toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag
Bas Wallage, Lucille van Wijbergen en Rudolf van Binsbergen
In dit artikel worden twee situaties beschreven waarin het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden wordt toegepast. Het wordt in deze situaties gebruikt omdat het voor het bestuursorgaan niet goed mogelijk is om feiten en omstandigheden die in haar bewijsdomein liggen te bewijzen. Bij het verkeerd aanbieden van een huisvuilzak is dat nog voorstelbaar en zijn de gevolgen van het toepassen van het bewijsvermoeden uiteindelijk gering. Voor de Afghaanse 1F’er heeft de toepassing van het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden veel grotere gevolgen en is het bovendien haast onmogelijk om het vermoeden te weerleggen. Bovendien is de Nederlandse toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag niet in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.


Lees het hele artikel in Navigator.

Juristen, in het bijzonder advocaten, profijtelijk voor de samenleving én de burger?
Willem Bekkers
Iedere jurist, in elk geval iedere advocaat, kent van oudsher het voor de hand liggende verwijt dat het recht en de rechtsstaat profijtelijker zijn voor de jurist dan voor de samenleving. Nieuw is dat deze geluiden nu ook meer vooraanstaande vertolkers hebben gevonden. Een terugblik op ontwikkelingen in de advocatuur in samenhang met maatschappelijke ontwikkelingen vanaf midden vorige eeuw tot heden werpt licht op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen, maar ook op hoe het verder moet.


Lees het hele artikel in Navigator.

14 september 2017