Artikelen van Rosa van Zijl

Tijdschrift NJB 34 (2022)
Maak er geen geheim van
Richard Trouborst, Charlotte Vrendenbarg en Dirk Visser
Geheimhoudingsbepalingen versterkt met boeteclausules in televisieproductiecontracten zijn gebruikelijk, toelaatbaar en nuttig, maar kunnen nooit worden ingeroepen tegen het naar buiten brengen van misstanden. Er kan niettemin een chilling effect van uit gaan, in de zin dat de gecontracteerde geneigd kan zijn niet met misstanden naar buiten te treden uit vrees dat deze mogelijk onder de geheimhouding vallen. Het verdient daarom aanbeveling in de geheimhoudingsbepaling expliciet te benoemen dat deze niet ziet op het aan de kaak stellen van misstanden. Tevens wordt in deze bijdrage betoogd dat de recente misstanden in de televisiewereld producenten aanleiding zouden moeten geven de weg naar een externe vertrouwenspersoon open te stellen en dit tijdens besprekingen van het contract te benadrukken.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De rechter-commissaris en diens bevoegdheid gegevens te (laten) vorderen
Rosa van Zijl en Jaantje Kramer
De officier van justitie kan in een strafrechtelijk onderzoek gegevens opvragen die relevant zijn voor de zaak, zoals bankafschriften, telefoongegevens of camerabeelden. De verdediging kan dat niet. Onder het huidige recht kan een rechter-commissaris, die wel ander onderzoek mag verrichten zoals het horen van getuigen, dat ook niet. Die bevoegdheid is voor de rechter-commissaris namelijk niet expliciet in de wet opgenomen. Dat creëert een ongelijkheid in het strafproces. De verdediging kán immers niet zelf aan die gegevens komen, maar zij kan evenmin de rechter-commissaris verzoeken om die gegevens op te (laten) vragen. Er zijn echter meerdere redenen om de bevoegdheid gegevens op te (laten) vragen wel degelijk aan de rechter-commissaris toe te kennen, ondanks het gebrek aan een uitdrukkelijke wettelijke toekenning. Dat past beter in de wetssystematiek van strafvordering en daarmee wordt recht gedaan aan het beginsel van equality of arms.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Damoclesbeleid, dwangsommen en maatwerk
Dominique Grootewal en Coen Modderman
Auteurs onderzochten het gebruik van de last onder bestuursdwang in de Damoclespraktijk. Zij analyseerden hiervoor honderd gemeentelijke beleidsregels. In veel Damoclesbeleid wordt de last onder dwangsom (zo goed als) uitgesloten als mogelijk middel in het kader van artikel 13b Opiumwet. Terwijl de last onder dwangsom als (tussen)optie in het Damoclesbeleid goed past bij de toegenomen aandacht voor evenredigheid en maatwerk.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Een stap naar digitalisering – in de verkeerde richting?
Wim Borst
HR 21 juni 2022, NJ 2022, 2422 behelst een interessant arrest van de Hoge Raad over de digitalisering van het strafprocesrecht. Een veroordeelde wilde in cassatie gaan tegen het vonnis waarbij hij was veroordeeld. Hij koos daarvoor de gangbare, getrapte weg. Hij machtigde zijn advocaat (artikel 450, eerste lid, onder a, Sv), die op zijn beurt een griffiemedewerker machtigde (artikel 450, eerste lid, onder b, en derde lid, Sv). Tot zover niets aan de hand.

[verder lezen in NAVIGATOR]

2 november 2022
Blog
Sepot en het Europees Openbaar Ministerie. Legaliteit versus opportuniteit
Er is sprake van een procedurele ongelijkheid tussen een Nederlandse strafprocedure en een procedure onder bevoegdheid van het Europees Openbaar Ministerie (EOM), te weten de beperkte mogelijkheden om EOM-zaken te seponeren.
8 september 2022 Artikel Rosa van Zijl
Tijdschrift NJB 27 (2022)
Verdediging van het gerechtvaardigd belang van rechtspersonen in strafzaken
Jan Leliveld
Aan de hand van drie aspecten wordt bezien of het mogelijk is tot enige gestructureerde gedachten te komen ten aanzien van de strafrechtelijke verdediging van de gerechtvaardigde belangen van de rechtspersoon. Eerst worden daartoe de verschillende belangen bij een rechtspersoon onderscheiden, beginnend bij de directe belangen van wettelijk betrokkenen en eindigend bij maatschappelijke belangen. Daarna wordt stilgestaan bij de aard en de omvang van de rechtspersoon, met aan de ene kant van het spectrum het kleinbedrijf en de directeur-grootaandeelhouder en aan de andere kant de beursgenoteerde onderneming. De bijzonderheid van strafrechtelijke bijstand (de aard) en de bijzonderheden rondom de professionele inschatting door advocaten (de omvang) worden tot slot belicht.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Strafbaarstelling van pedohandboeken, kindersekspoppen en kinderseksrobots
Renée Kool
In dit artikel worden het wetsvoorstel tot zelfstandige strafbaarstelling van voorbereiding van seksueel misbruik en de verwachte strafbaarstelling van bezit van kindersekspoppen en kinderseksrobots onder het vergrootglas gelegd. Beide worden getoetst aan drie belangrijke criteria voor strafbaarstelling: het schadebeginsel, het vereiste van effectiviteit en het legaliteitsgebod. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de verplichtingen uit hoofde van de positieve verplichtingen, volgend uit de rechtspraak van het EHRM. Dergelijke voorstellen vragen om een kritische toets, juist omdat het gaat om een met morele intuïties doorspekte problematiek als seksueel misbruik.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Sepot en het Europees Openbaar Ministerie
Rosa van Zijl
De toepassing van het legaliteitsbeginsel uit de Verordening betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) mag niet leiden tot een situatie waarin een verdachte op grond van het nationale recht met succes om een sepot zou kunnen verzoeken, maar dit niet kan als het onderzoek door het EOM wordt verricht. Het EOM zou in uitzonderlijke omstandigheden ook zaken moeten kunnen seponeren op basis van sepotgronden die niet in de Verordening zijn opgenomen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Waarin schiet de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel Voltooid leven te kort?
Miriam de Bontridder
Volkomen terecht dat een wetsvoorstel ‘Voltooid leven’ waarborgen moet bevatten die kwetsbaren beschermen. Van even groot belang is evenwel dat een dergelijke wet tegemoet komt aan hen die lijden aan het leven. In haar advies heeft de Afdeling advisering van de Raad van State onvoldoende de betekenis van het in artikel 8 EVRM gewortelde recht op sterven meegewogen, zo wordt betoogd in deze bijdrage.

[verder lezen in NAVIGATOR]

8 september 2022
Tijdschrift NJB 36 (2016) (1)
Een urgente dialoog
Maria Bouwman
In deze bijdrage wordt ingegaan op de gevolgen van artikel 34 EVRM voor de ontvankelijkheid van stichtingen en belangenverenigingen die een beroep doen op artikel 2 en 8 EVRM bij de nationale rechter dan wel bij het EHRM. Daartoe wordt eerst de rol van verzoeker en het slachtofferschap van belangenorganisaties in deze context onderzocht. Vervolgens komt de toepasselijkheid van artikel 34 EVRM voor de nationale rechter aan de orde, en daarna de toepassing van dit artikel vanuit het perspectief van het Nederlandse juridisch kader, de doctrine van het EHRM, van andere mensenrechteninstanties en vanuit het perspectief van de rechter in de meerlagige rechtsorde. Tot slot wordt betoogd waarom, gezien de diverse perspectieven, de Hoge Raad in Urgenda de aanzet zou moeten geven tot een ruimere interpretatie van artikel 34 EVRM.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het Harvard open access-licentiemodel in het Nederlands recht
Saskia Woutersen-Windhouwer, Damiaan van Eeten en Arjen de Rooy
Veel universiteiten in de VS kunnen wetenschappelijke artikelen direct open access publiceren. Ze maken daarvoor gebruik van het Harvard open access-licentiemodel. In dit artikel wordt onderzocht of het Harvardlicentiemodel naar Nederlands recht is toegestaan. Dat blijkt het geval. Daarmee wordt het voor auteurs en instellingen in Nederland zeer eenvoudig om aan de open access-eisen van subsidieverstrekkers te voldoen, zoals die onlangs in Plan S zijn geformuleerd.


Lees het hele artikel in Navigator.

De rechter-commissaris in strafzaken … in civiele zaken?
Rosa van Zijl en Willem Jebbink
Volgens een conceptwetsvoorstel van Tweede Kamerleden Koerhuis (VVD) en Van Toorenburg (CDA) moet het beleid inzake strafrechtelijke ontruimingen op de schop. De rechtsbescherming die krakers op grond van het huidige beleid wordt geboden is hun een doorn in het oog. Die zou leiden tot misbruik van regelgeving. Krakers zouden daarmee zelfs de rechtstaat ondermijnen. De vraag is echter of de door hen voorgestelde oplossing wel door de rechtsstatelijke beugel kan. Ook procedureel en vooral wetssystematisch moeten vraagtekens worden geplaatst bij hun plan.


Lees het hele artikel in Navigator.

Mijnbouwschade en schending van de Grondwet?
Paul Bovend'Eert
De wetgever stelt een nieuw bestuursorgaan in, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, en kent dit bestuursorgaan de bevoegdheid toe besluiten te nemen op aanvraag om vergoeding van schade. Tegen die besluiten staat beroep open bij de bestuursrechter. Hierop is een discussie losgebarsten over de vraag of geschilbeslechting over schadevergoeding niet bij de civiele rechter thuishoort.


Lees het hele artikel in Navigator.

23 oktober 2019
Tijdschrift NJB 7 (2013)
Verouderde auteursrechtelijke privileges bij beslag en faillissement
Dick van Engelen
Auteursrechten die toebehoren aan de maker de originaire rechthebbende zijn niet vatbaar voor beslag en blijven buiten schot bij faillissement. Dat is het systeem dat art. 2(3) van de Auteurswet (‘Aw’) en art. 21 Faillissementswet (‘Fw’) sinds 1912 (of eigenlijk al 1881) kennen. Het toenemend aantal faillissementen van de laatste jaren heeft de aandacht op deze vermogensrechtelijke ‘status aparte’ voor het auteursrecht gevestigd en duidelijk gemaakt dat dit een onhoudbare situatie is. Het economisch belang van auteursrechten is met de opkomst van Informatietijdperk en de media- en ICT-sector, enorm toegenomen en niet meer vergelijkbaar met het wereldbeeld van 1912. In het op 18 juni 2012 ingediende voorstel voor de ‘Wet auteurscontractenrecht’ is nu voorzien dat deze auteursrechtelijke privileges niet meer gaan gelden voor auteursrechten van werkgevers en rechtspersonen. Dat is een stap vooruit, maar die stap is niet groot genoeg. Nu de aanpak van faillissementsfraude en de bescherming van crediteuren door de minister ook hoog op de agenda is geplaatst, is afschaffing van deze beslag- en faillissementsexceptie voor het auteursrecht op zijn plaats.
Bewijsbeslissingen bij kantonrechters dubieus
Hendrik Gommer
Door de snelheid van kantonprocedures worden eigenlijk drie stappen van de bewijsprocedure in elkaar geschoven. Komen de bewijsbeslissing en de onschuldpresumptie hierdoor niet onder druk te staan? In dit artikel wordt een klein onderzoek beschreven dat met enkele scriptiestudenten werd uitgevoerd naar de gang van zaken tijdens strafrechtelijke kantonzaken. Studenten bezochten een vijftal rechtbanken, gewapend met checklisten waarop zij konden aangeven of de voorschriften van het strafprocesrecht werden gevolgd, op welke manier de verdachten en de officier van Justitie werden benaderd en hoe er omgegaan werd met alternatieve scenario’s van de verdediging. Zij stuitten op enkele verontrustende afwegingsfouten.
Straftoemeetkunde
Rinie Hoogendoorn
Bij nadere bestudering blijkt het Wetboek van Strafrecht met een tamelijk consistente meetlat delicten van strafdreigingen te voorzien. De koppeling tussen de straffen op het gronddelict en die op de naar gevolg gekwalificeerde varianten lijkt echter tamelijk willekeurig.
De versterking van de positie van de rechter-commissaris en de verslechtering van de positie van de verdediging
Rosa van Zijl
Onbedoeld neveneffect
Op 1 januari 2013 is de Wet versterking positie rechter-commissaris in werking getreden (Stb. 2012, 408)). In deze wet zijn het gerechtelijk vooronderzoek en de mini-instructie afgeschaft en is daarvoor in de plaats gekomen het onderzoek door de rechter-commissaris (Stb. 2011, 600). De wet lijkt echter een onbedoeld, negatief neveneffect te hebben voor de verdediging, en wel in de situatie waarin een zaak ex art. 316 Sv door de zittingsrechter voor nader onderzoek naar de rechter-commissaris is verwezen.
15 februari 2013