Artikelen van Rick Maas
Tijdschrift
NJB 33 (2020)
Het gezag van juristen
Bespreking van het preadvies voor de NJV-jaarvergadering 2020, van Elaine Mak ‘Het gezag van de juristen; een normatieve reflectie’ (preadvies), van Mark Bovens ‘Het gezag van de juristen; een empirische verkenning’ (referent) en Job Buiting ‘Het gezag van de jurist door de lens van veranderingen in het hoger onderwijs’ (referent), in: De toekomst van de jurist, de jurist van de toekomst, Handelingen NJV, 150e jaargang/2020, Wolters Kluwer 2020, p. 9-36, 37-64 en 65-74.
Juridische beroepsethiek
Bespreking van het preadvies voor de NJV-jaarvergadering 2020 van Anne Ruth Mackor, ‘Juridische beroepsethiek. Over macht en moraal, softlaw en soft skills, T-vormige juristen en kansen-rechters’ (preadvies) en Jos Silvis ‘Kernwaarden voor juristen?’ (referent), in: De toekomst van de jurist, de jurist van de toekomst, Handelingen NJV, 150e jaargang/2020, Wolters Kluwer 2020, p. 75-107 en 111-140.
Juristen & digitalisering: voorbij vertrouwde grenzen
Bespreking van het preadvies voor de NJV-jaarvergadering 2020 van Anna Berlee, ‘Digitalisering en disruptie in het recht en de gevolgen voor de juridische professies’ (preadvies) en Eric Tjong Tjin Tai ‘Recht tussen mens en techniek’ (referent), in: De toekomst van de jurist, de jurist van de toekomst, Handelingen NJV, 150e jaargang/2020, Wolters Kluwer 2020, p. 143-173 en 177-198.
Excuses belicht vanuit multidisciplinair perspectief
In dit artikel worden twee empirische stellingen besproken die veelvuldig betrokken worden in het wetenschappelijke debat over excuses. De eerste claim is dat excuses niet oprecht hoeven te zijn, terwijl de tweede claim behelst dat het loskoppelen van excuses en aansprakelijkheid leidt tot minder juridische procedures. Hoewel beide claims soms met grote stelligheid naar voren worden gebracht, missen zij voldoende wetenschappelijke basis. Methodologisch is er tegen in te brengen dat bevindingen uit een andere discipline niet te snel mogen worden verabsoluteerd en dat het vruchtbaar kan zijn om niet slechts te focussen op één hulpdiscipline, zoals in dit geval de psychologie, maar dat ook inzichten uit andere disciplines, zoals de sociologie en de filosofie, waardevolle inzichten kunnen opleveren. Inhoudelijk wordt geconcludeerd dat de mogelijkheden binnen het recht om betekenisvolle excuses te faciliteren, beperkt zijn. Het al te actief stimuleren van het maken van excuses leidt er al snel toe dat niet de spijtbetuiging, maar de mogelijk gunstige effecten daarvan centraal komen te staan. Excuses verworden op die manier tot een instrumenteel inzetbaar loos gebaar.