Artikelen van Redactie

Nieuws
Onderzoek oorzaken overlast en criminaliteit door COA-bewoners

Onderzoekers schrijven grofweg twee vormen van overlastgevend en crimineel gedrag te herkennen: moedwillig gedrag en gedrag vanwege onbegrip, verwarring of psychische klachten. Tegen moedwillig crimineel gedrag biedt de bestaande opsporing, vervolging en berechting volgens de onderzoekers voldoende uitkomst, mits men adequaat kan doorpakken. Het gaat hierbij vaak om kleine zaken, die afzonderlijk niet de moeite waard lijken, maar opeengestapeld misschien mogelijkheden bieden voor een aanpak op maat. Overlastgevend gedrag vanwege onbegrip, verwarring of psychische klachten verdient daarentegen een geheel andere benadering, waarvoor het zaak is om de zorg goed op orde te hebben. Een andere bejegening van de COA-bewoner die meer gezien en gehoord wordt, biedt in deze laatste context van oorzaken ook duidelijke preventieve mogelijkheden. De nadruk op generieke kenmerken als land van herkomst (bijvoorbeeld al dan niet veilig land) of procedurestatus (bijvoorbeeld al dan niet procedure in ander Europees land doorlopen (Dublinclaim)) leidt onder bepaalde asielzoekers tot een gevoel van uitsluiting. Voor sommigen draagt dit ook bij aan hun gevoel dat positief gedrag er niet toe doet en dat zij niet gelijkwaardig behandeld worden. Dit kan aanleiding vormen voor frustraties en verbaal agressief gedrag naar medebewoners en COA-personeel. In de aanpak zou de nadruk moeten liggen op het feitelijke gedrag van asielzoeker en niet op generieke kenmerken ofwel labels.

Aanbevelingen

Onderzoekers doen vier aanbevelingen:

  1. Vergroot de inzet op dagbesteding (scholing/werk) om verveling tegen te gaan en binding met andere mensen te bevorderen, en daarmee de risico's op overlastgevend en crimineel gedrag tegen te gaan.
  2. Versterk de inzet op toegang tot zorg om verslavingsproblematiek en psychische problemen aan te pakken. Dit zijn belangrijke factoren voor het verklaren van overlast en criminaliteit.
  3. Zet nog meer in op het belang van aangifte doen om effectiviteit en zichtbaarheid van de strafrechtelijke aanpak te versterken. Op die manier moet worden geborgd dat overlast en criminaliteit niet ongestraft blijven.
  4. Overweeg om het tweesporenbeleid ten aanzien van kansarme asielzoekers los te laten om gedrag centraal te stellen in plaats van terminologie. Het onderzoek laat als effect van het tweesporenbeleid zien dat de vermeende kansloosheid bijdraagt aan overlastgevend en crimineel gedrag. 

Rapport Wat hen beweegt. Onderzoek naar factoren van overlastgevend en crimineel gedrag van COA-bewoners

Bronnen: www.wodc.nl en www.coa.nl

5 november 2025
Nieuws
Staat hoeft Afghaanse bewakers niet naar Nederland over te brengen

De Afghaanse eisers stellen dat zij voor de machtsovername door de Taliban door een lokale dienstverlener waren ingehuurd om de Nederlandse ambassade in Afghanistan te bewaken. Zij willen dat de Staat hen naar Nederland overbrengt. De bewakers waren in dienst bij een lokaal bedrijf. De Staat huurde de bewakingsdiensten in bij dit bedrijf. Volgens het hof is in het kort geding niet komen vast te staan dat volgens het Afghaanse recht, dat op de relatie tussen de Staat en de Afghaanse bewakers van toepassing is, sprake is van een zorgplicht waaruit voortvloeit dat de Staat hen naar Nederland moet overbrengen. De Afghaanse bewakers hebben zich verder beroepen op de bescherming van de mensenrechtenverdragen waarbij Nederland is aangesloten. Om een beroep op die verdragen te kunnen doen, is vereist dat de Staat rechtsmacht over de Afghaanse bewakers had. De Staat had geen rechtsmacht in Kaboel. De Afghaanse bewakers werkten in de buitenste ring van het ambassadeterrein en woonden in hun eigen huizen in Afghanistan, waar zij onder het gezag van de lokale autoriteiten vielen en dus niet onder het gezag van de Nederlandse Staat. De Afghaanse bewakers kunnen dus geen beroep op de mensenrechtenverdragen doen. De Afghaanse bewakers hebben ook aangevoerd dat de Staat in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door bewakers met de Hongaarse nationaliteit, die ook voor de Nederlandse ambassade hebben gewerkt, wel te evacueren en hen niet. Dit standpunt volgt het hof ook niet. Omdat de Hongaarse bewakers Unieburgers waren, hadden zij hoe dan ook al toegang tot de Europese Unie. Zij bevonden zich dus niet in dezelfde situatie als de Afghaanse bewakers.

ECLI:NL:GHDHA:2025:2256

Bron:www.rechtspraak.nl

4 november 2025
Nieuws
Significant hogere straffen voor Marokkaanse Nederlanders na moord advocaat

Hoewel studies naar vooringenomenheid in de rechtspraak zich vaak richtten op de Verenigde Staten, biedt dit onderzoek een van de eerste uitgebreide analyses binnen het Europees strafrechtsysteem. Het laat zien hoe etnische en migratieachtergronden de uitkomsten kunnen beïnvloeden, zelfs in een context met sterke institutionele waarborgen en gelijkheid voor de wet. Het onderzoek laat zien hoe salience shocks (plotselinge toename van de zichtbaarheid van bepaalde minderheidsgroepen in het openbaar) de besluitvorming van rechters kunnen beïnvloeden. De auteurs analyseerden aan de hand van gegevens van het CBS de nasleep van de moord op Wiersum, die in de Nederlandse media op grote schaal in verband werd gebracht met de zogenaamde ‘Mocro Maffia’, een crimineel netwerk van Marokkaans-Nederlandse personen.

Wanneer publieke aandacht de rechtspraak beïnvloedt

Uit de bevindingen blijkt dat de rechterlijke straffen na de moord aanzienlijk strenger zijn geworden. Rechters verlengden de gevangenisstraffen voor verdachten van Marokkaanse afkomst met 72 procent (wat neerkomt op gemiddeld ongeveer drie maanden extra). De kans op een gevangenisstraf veranderde daarentegen niet, evenmin als de beslissingen van de politie of het openbaar ministerie, wat erop wijst dat er alleen sprake was van vooringenomenheid in de lengte van de straf, de fase van het proces waarin rechters de meeste discretionaire bevoegdheid hebben. Uit het onderzoek blijkt ook dat rechters met meer ervaring in het behandelen van zaken waarbij Marokkaanse verdachten betrokken waren, minder last hadden van de salience shock, wat aangeeft dat professionele ervaring kan helpen om vooringenomenheid te verminderen. Ten slotte ontdekten de onderzoekers dat deze verschillen ook tijdens het beroepsproces bleven bestaan, aangezien hogere rechtbanken de strengere straffen die na de gebeurtenis waren opgelegd, niet corrigeerden.

Bron: www.eur.nl

4 november 2025
Nieuws
Discriminatietoets Publieke Dienstverlening gepubliceerd

De commissie hoopt met haar toets een dringend noodzakelijke beweging in gang te zetten. De toets bestaat uit vragen die tijdens vier bijeenkomsten worden behandeld en waarmee publieke organisaties kritisch zelfonderzoek doen. Medewerkers onderzoeken bijvoorbeeld hoe dienstverleners in de praktijk afwegingen maken en hoe burgers of bedrijven de dienstverlening ervaren. De toets laat zien hoe werkprocessen, regels en praktijken kunnen leiden tot ongelijke behandeling of discriminatie van groepen mensen in de samenleving. De staatscommissie hoopt met haar toets een dringend noodzakelijke beweging in gang te zetten.

Actief opsporen discriminatie in dienstverlening

In 2024 startte de commissie samen met de Douane, DUO en de gemeente Arnhem pilots met de discriminatietoets. De organisaties bepaalden welk werkproces zij kritisch wilden onderzoeken op discriminatierisico’s. De gemeente Arnhem nam haar wettelijke adresonderzoek bijvoorbeeld onder de loep. Het proactief opsporen van discriminatie in dienstverlening is nuttig, toonden de pilots aan. Overheidsorganisaties deden nieuwe inzichten op en voerden wijzigingen in werkwijzen door om discriminatie te voorkomen, meldt de commissie.

www.discriminatietoets.nl

Bron: www.staatscommissietegendiscriminatieenracisme.nl

3 november 2025
Nieuws
Advies Raad van State novelle strafbaarstelling illegaal verblijf

De Afdeling stelt vast dat de voorbereiding van de voorgestelde strafbaarstelling van illegaal verblijf niet zorgvuldig is geweest en dat een volwaardige en integrale weging van alle relevante belangen en overwegingen niet heeft plaatsgevonden. Dit klemt uit een oogpunt van kwaliteit van wetgeving temeer omdat, de strafbaarstelling wezenlijke vragen oproept over nut en noodzaak, uitvoerbaarheid en samenhang met bestaande wettelijke bepalingen. Deze onwenselijke gang van zaken had voorkomen kunnen worden door de strafbaarstelling uit het voorstel voor de Asielnoodmaatregelenwet te halen en deze onder te brengen in een afzonderlijk wetsvoorstel, met volwaardige consultatie en advisering. De regering heeft hier niet voor gekozen. De Afdeling beperkt zich in dit advies tot een beoordeling van de inhoud van de novelle.  De Afdeling onderschrijft de wens van de regering om strafbaarheid van hulpverleners uit te sluiten en daarover in de wet zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden. De juridische oplossing van de regering is om strafrechtelijke deelnemingsvormen, zoals medeplegen en medeplichtigheid, bij dit misdrijf volledig uit te sluiten. Het Wetboek van Strafrecht kent zo’n uitsluitingsgrond niet. De Afdeling vraagt de regering om in de toelichting bij de novelle in te gaan op de vraag hoe deze oplossing zich verhoudt tot de systematiek van het strafrecht. In bepaalde situaties is illegaal verblijf van vreemdelingen op dit moment al strafbaar, bijvoorbeeld als iemand een inreisverbod heeft of ongewenst is verklaard. Bestaande strafbaarstellingen van illegaal verblijf kennen geen wettelijke bepaling om strafbaarheid van hulpverleners uit te sluiten. Hulpverleners die weten of een ernstige reden hebben om te vermoeden dat een vreemdeling die zij helpen een inreisverbod heeft of ongewenst is verklaard, blijven strafbaar. De Afdeling adviseert de regering om in de toelichting bij de novelle in te gaan op de verhouding tussen de nieuwe strafbaarstelling en de bestaande strafbaarstellingen en zo nodig het wetsvoorstel hierop aan te passen.

Advies Novelle strafbaarstelling illegaal verblijf

Bron: www.raadvanstate.nl

3 november 2025
Nieuws
Advies Autoriteit Persoonsgegevens over openbaarheid van emissiegegevens

Samenvatting advies

Het openbaar maken van de locaties van de stallen van veehouderijen kan rechtmatig plaatsvinden als daarom wordt verzocht, ook als deze emissiegegevens tevens persoonsgegevens zijn. Gezien de wettelijke verplichting vanuit de Wet open overheid (Woo) om emissiegegevens openbaar te maken als daarom wordt verzocht, is er voor de verwerking van persoonsgegevens die bij die openbaarmaking zijn betrokken, sprake van een wettelijke grondslag in de zin van de AVG. Hierbij is het volgende van belang:

  • Het recht op bescherming van persoonsgegevens is een fundamenteel recht dat onder andere in Europese verdragen is vastgelegd, maar het is niet absoluut. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kan de (Europese of nationale) wetgever afwegingen maken, waarbij in wetgeving een evenwicht gezocht wordt waarbij ook andere belangen zwaar kunnen wegen.
  • In het geval van het openbaar maken van emissiegegevens op verzoek heeft de wetgever reeds een belangenafweging tussen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het recht op bescherming van persoonsgegevens en de openbaarheid van emissiegegevens gemaakt. De uitkomst van deze belangenafweging is in de Woo vastgelegd. Indien om openbaarmaking van emissiegegevens wordt verzocht gaat het belang van openbaarheid van deze overheidsinformatie voor op het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.

Advies over openbaarmaking emissiegegevens

Bron: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl

30 oktober 2025
Nieuws
EU-maatregelen moeten uitvoering ontbossingsverordening versnellen

Het voorstel introduceert gerichte vereenvoudigingen om de verplichtingen te verminderen voor:

  • Marktdeelnemers en handelaren die de desbetreffende EUDR-producten in de handel brengen zodra zij in de EU in de handel zijn gebracht. Dit kunnen bijvoorbeeld detailhandelaren of grote productiebedrijven in de EU zijn. De toeleverancier zal de nodige zorgvuldigheid blijven betrachten.
  • Micro- en primaire marktdeelnemers uit landen met een laag risico die hun goederen rechtstreeks op de Europese markt verkopen. Deze omvatten bijna 100 % van de landbouwers en bosbouwers in de EU.

De Commissie stelt ook overgangsperioden voor om een soepele overgang te waarborgen en het IT-systeem te versterken.

Zie ook: Regels producten om verdere ontbossing tegen te gaan

Bron: www.ec.europa.eu

30 oktober 2025
Nieuws
Rule of Law Index 2025: Nederland zakt weer plaats op ranglijst

WJP onderzoekt landen in acht categorieën: beperking van overheidsbevoegdheden, afwezigheid van corruptie, open overheid, fundamentele rechten, orde en veiligheid, handhaving van de regelgeving en de systemen van het civiele recht en strafrecht. Nederland scoort dit jaar op bijna alle onderdelen iets lager dan in 2024. Het strafrechtsysteem is een zwak punt. Beter wordt gescoord op corruptiebestrijding, regelgeving en fundamentele rechten. De beste rechtssystemen zijn volgens de lijst te vinden in 1) Denemarken; 2) Noorwegen; 3) Finland; 4) Zweden; en 5) Nieuw Zeeland. Onderaan de lijst bungelen 143) Venezuela; 142) Afghanistan; 141) Cambodja; 140) Haïti; en 139) Nicaragua. De snelste dalers zijn Rusland (-4.9%), Soedan (-4.4%) en Mozambique (-3.9%). De snelste stijgers zijn de Dominicaanse Republiek (2.1%), Senegal (1.6%) en Sierra Leone (1.4%). 

Rechtsstaat onder druk

Uit de lijst blijkt dat wereldwijd de rechtsstaat steeds verder onder druk staat: 68% van de landen ging er in 2025 op achteruit, vergeleken met 57% in het voorgaande jaar. Een toename van autoritaire praktijken drijft deze achteruitgang. Onafhankelijke audit en toezicht op overheidsbevoegdheden daalden in 63% van de landen. Wetgevende controle op de uitvoerende macht daalde in 61%. Gerechtelijke beperkingen op overheidsbevoegdheden daalden in 61%. Ook de maatschappelijke ruimte, het publieke debat en het overheidstoezicht staan onder druk: de vrijheid van meningsuiting daalde in 73% van de landen, de vrijheid van vergadering en vereniging daalde in 72% en burgerparticipatie daalde in 71%. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht verzwakt. De index laat zien dat de rechterlijke macht terrein verliest aan de uitvoerende macht, met toenemende politieke inmenging in rechtssystemen.

WJP Rule of Law Index 2025

Bron: www.worldjusticeproject.org

29 oktober 2025
Nieuws
EHRM: geen schending mensenrechten bij toestaan olieboringen in poolgebied

The case of Greenpeace Nordic and Others v. Norway concerned the procedural aspect of the obligation to effectively protect individuals from the serious adverse effects of climate change on their life, health, well-being and quality of life in the context of petroleum exploration preceding extraction. On 10 June 2016 the Norwegian Ministry of Petroleum and Energy awarded ten exploration licences to 13 private companies for petroleum gas production. A judicial review requested by the applicant organisations, Greenpeace Nordic and Young Friends of the Earth Norway, of the validity of that decision was unsuccessful. The European Court of Human Rights held, unanimously, that there had been no violation of Article 8 (right to respect for private and family life) of the European Convention on Human Rights in respect of the complaints introduced by the applicant organisations. The Court held, in particular, that when making a decision in the context of the environment and climate change, the State had to carry out an adequate, timely and comprehensive environmental impact assessment in good faith, and based on the best available science. While the processes leading to the 2016 decision had not been fully comprehensive and, in particular, the assessment of the activity’s climate impacts had been deferred, there was no indication that deferring such an assessment had been inherently insufficient to support the State’s guarantees of respect for private and family life within the meaning of the Convention. The Court also found the complaints introduced by the individual applicants under Article 8 and by all the applicants under Article 13 (right to an effective remedy) and Article 14 (prohibition of discrimination) in conjunction with Article 8 were inadmissible.

Reactie Greenpeace

Greenpeace schrijft in een reactie op de uitspraak dat het EHRM bevestigt dat een milieueffectbeoordeling noodzakelijk is. De organisatie schrijft dat hoewel het Hof op dit moment geen mensenrechtenschending vaststelt, het verwacht dat Noorwegen een volledige beoordeling uitvoert van de klimaatimpact bij het openen van nieuwe olie- en gasprojecten. Die beoordeling moet ook de uitstoot door verbranding, ongeacht waar die plaatsvindt, meenemen. Het niet uitvoeren van zo’n beoordeling wordt beschouwd als een schending van mensenrechten.

Case of Greenpeace Nordic and others v. Norway (Application no. 34068/21)

Bronenn: www.hudoc.echr.coe.int en www.greenpeace.org

28 oktober 2025
Nieuws
Advies Raad van State implementatie EU-Asiel- en migratiepact

Het Asiel- en migratiepact schrijft veel regels dwingend voor, maar laat op een aantal punten ook ruimte voor nationale invulling. De regering kiest bij de invulling ervoor om aan te sluiten bij de maatregelen die ook onderdeel uitmaken van de voorstellen voor de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel. Voorbeelden zijn de invoering van een tweestatusstelsel, de aanscherping van de voorwaarden voor nareis, het verkorten van de geldigheidsduur van de verblijfstitel en het afschaffen van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Net als in die wetsvoorstellen wordt ook in dit wetsvoorstel gekozen voor onmiddellijke werking van de maatregelen. Deze nationale invulling en de onmiddellijke werking ervan volgen niet dwingend uit het Asiel- en migratiepact en kunnen leiden tot extra lasten voor de uitvoering en de rechtspraak. Omdat de uitvoeringslasten van de invoering van het pact op zichzelf al aanzienlijk zijn, verdienen keuzes die tot aanvullende lasten leiden, een expliciete en toereikende onderbouwing. Daarnaast adviseert de Afdeling dat de regering de delegatie van regelgevende bevoegdheid in het wetsvoorstel naar aard en omvang te beperken en te motiveren waarom wordt gekozen voor delegatie. Inzake de grondrechtelijke waarborgen bij bewaring schrijft de Afdeling dat de (herschikte) Opvangrichtlijn in een aantal gevallen bewaring van vreemdelingen mogelijk maakt maar dat in het wetsvoorstel de richtlijn niet helemaal (juist) lijkt te zijn geïmplementeerd. De Afdeling maakt daarnaast een aantal opmerkingen over specifieke onderdelen van de voorgestelde uitvoeringsmaatregelen. Zo adviseert zij om het wetsvoorstel zo aan te passen, dat asielgerechtigden hun verblijfsrecht niet meer ontlenen aan de verblijfsvergunning asiel, maar aan de verblijfstitel. Verder adviseert zij om de mogelijkheid te handhaven om het verslag van een gehoor te corrigeren en aan te vullen en om af te zien van het uitsluiten van beroep tegen bepaalde intrekkingsbesluiten. De Afdeling heeft dus een aantal opmerkingen bij het wetsvoorstel. Zij adviseert de regering daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

Advies Uitvoerings- en implementatiewet Asiel- en migratiepact 2026

Bron: www.raadvanstate.nl

28 oktober 2025