Artikelen van Rankie ten Hoopen
Tijdschrift
NJB 7 (2021)
COVID-19 en Draaiboek Triage
Het Draaiboek Triage op basis van niet-medische overwegingen voor IC-opname ten tijde van fase 3 in de COVID-19 pandemie beschrijft op basis van welke niet-medische overwegingen keuzes tussen patiënten moeten worden gemaakt in de fase waarin er een tekort is aan bedden op de intensive care. Een van die criteria is een leeftijdscriterium. Dit artikel richt zich op de medisch-juridische aspecten van het leeftijdscriterium. De aandacht gaat vooral uit naar de opneming van dit criterium in het Draaiboek Triage. Is dit, gezien de niet-medische aard van het criterium en de ingrijpende gevolgen bij toepassing daarvan, wel de meest aangewezen plaats? Of verdient het niet (mede) een wettelijk fundament?
Maar mag het nu wel?
Op grond van recente arresten van het Hof van Justitie van de EU ziet de Nederlandse overheid ruimte om opnieuw een inburgeringsplicht op te leggen aan Turkse staatsburgers. Het is echter onduidelijk of deze plicht te verenigen valt met bepalingen uit het EU-Turkse associatierecht en EU-richtlijnen. Dit artikel gaat in op de vraag in hoeverre de voorgestelde inburgeringsmaatregelen daadwerkelijk verenigbaar zijn met het associatierecht, en op welke manier de inhoud van de maatregelen eventueel zou moeten worden aangepast om de rechten van Turkse staatsburgers niet te schenden.
Hoe moet het verder met het Verdrag van Singapore?
De EU was nauw betrokken bij de totstandkoming van het Verdrag van Singapore dat voorziet in een mechanisme voor de eenvoudige tenuitvoerlegging van in internationale zakelijke mediations bereikte vaststellingsovereenkomsten, maar heeft het verdrag uiteindelijk niet ondertekend. Nederland lijkt toetreding niet serieus te overwegen. De internationale zakelijke gemeenschap zou echter vaker kiezen voor mediation als een in mediation bereikte vaststellingsovereenkomst net zo gemakkelijk als een arbitraal vonnis zou kunnen worden geëxecuteerd. De mogelijkheid van toetreding verdient daarom serieuze aandacht en overweging.
Lessen uit de kinderopvangtoeslagaffaire
Hoe is het mogelijk geweest dat het kinderopvangtoeslagdrama zich vrijwel geheel buiten het zicht van de wetenschap heeft kunnen ontrollen? Inkomensafhankelijke toeslagen moeten onmiddellijk in de bestudering en het onderricht van het socialezekerheidsrecht en het belastingrecht worden geïncorporeerd, dat moge duidelijk zijn. En wat voor lessen zijn er nog meer te trekken, voor bestuursrechtspraak, bureaucratie en politiek?
De Tweede Kamer en wetenschappelijk onderzoek
In reactie op het artikel Laat wetgever empirische kennis beter benutten dat eind vorig jaar in het NJB is gepubliceerd, betogen enkele Tweede Kamerleden dat veel van wat in dat artikel werd voorgesteld al staande praktijk is. Zij schetsen op welke wijze wetenschappelijke kennis wordt gebruikt in het parlementaire proces.
Tijdschrift
NJB 39 (2019)
Medische aansprakelijkheid in Nederland
De forse toename van de schadelast door claims met betrekking tot de Nederlandse ziekenhuiszorg vormde aanleiding om het Nederlandse aansprakelijkheidsstelsel onder de loep te nemen en dit te vergelijken met het Belgische tweesporensysteem, dat naast het klassieke aansprakelijkheidsrecht een no fault-compensatiesysteem omvat. Een tweesporensysteem zoals het Belgische blijkt weinig toe te voegen aan de huidige vergoedingsmogelijkheden. Grote knelpunten omtrent deskundigenanalyses en causaliteitsvraagstukken blijven ook bij een no fault-compensatiesysteem onverminderd aanwezig. Deze knelpunten zijn inherent aan de aard en complexiteit van medische ongevallen. Opvolging van een aantal praktijkgerichte adviezen, waarbij alle bij de afwikkeling van klachten en claims betrokken partijen worden aangesproken op hun professionele verantwoordelijkheden, zou wel bijdragen aan een verbetering van het huidige medisch aansprakelijkheidsstelsel.
Lees het hele artikel in Navigator.
De Staat waarborgt het recht op vrije artsenkeuze onvoldoende
Het recht op vrije artsenkeuze wordt gezien als een fundamenteel recht van de patiënt. Op grond hiervan kan de patiënt zich wenden tot een arts of andere zorgaanbieder naar keuze. Door het arrest van de Hoge Raad van 7 juni 2019 staat het recht op vrije artsenkeuze volop in de belangstelling, maar in de rechtspraktijk blijft, ondanks dit arrest, toch onduidelijkheid bestaan over de invulling van dit recht. Een zaak die vraagt om stappen van de wetgever, gelet op de verplichtingen die op de overheid rusten.
Lees het hele artikel in Navigator.
Subsidie aan levensbeschouwelijke organisaties is ook van deze tijd
Instellingen op levensbeschouwelijke grondslag voorzien mede in elementaire maatschappelijke behoeften. Uit de maatschappelijke activiteit blijkt doorgaans aan wat voor instellingen en van welke levensbeschouwelijke kleur er ergens vooral behoefte bestaat. Het uitgangspunt dat levensbeschouwelijke organisaties mede in aanmerking komen voor publieke en gesubsidieerde taken kent een solide basis, niet alleen in de Nederlandse geschiedenis en politieke cultuur, maar ook in theorievorming over wat de samenleving nodig heeft.
Lees het hele artikel in Navigator.
De acute stikstofcrisis opgelost
Er is een remedie om uit de huidige, acute stikstofcrisis te raken: schrap projecten die geen groot openbaar belang dienen, ga voor de andere projecten compensatie zoeken, en kom pas later met passende generieke maatregelen. Boeren kunnen ondertussen terugvallen op wat ze vóór de PAS ook al deden: intern en extern salderen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 40 (2014)
Bewijs waarderen
Over de wijze waarop strafrechters in de dagelijkse praktijk bewijs waarderen, en daarbij gebruik maken van bewijstheoretische inzichten, is nog veel onduidelijk. Deze bijdrage geeft op basis van rechtspraakonderzoek een beeld hoe rechters oordelen over de betrouwbaarheid en bewijswaarde van bewijsmiddelen, en hoe zij de kwaliteit van de bewijsconstructie waarderen met behulp van het denken in alternatieve scenario’s. Het onderzoek geeft geen aanleiding te denken dat er grote fouten worden gemaakt of verkeerde beslissingen worden genomen. Wel blijkt dat rechters niet altijd even goed gebruik weten te maken van bepaalde relevante bewijsrechtelijke toetsstenen. Teneinde bewijstheorie hanteerbaar te maken voor de praktijk is voorts een belangrijke vraag in welke gevallen de rechter nu zou moeten denken in scenario’s.
Blinde vlekken in de herziening van het Wetboek van Strafvordering
Het Wetboek van Strafvordering wordt herzien. Niet uit principiële, rechtsstatelijke, mensenrechtelijke of ideologische motieven, maar als ‘voorwaardenscheppende maatregel’ ter verbetering van de ‘prestaties van de strafrechtsketen’. Het gaat daarbij niet om de kwalitatieve, maar uitsluitend om de kwantitatieve prestaties van de keten. Logistiek, doorloopsnelheid, hoeveelheid onderhanden werk, zittings- en productiecapaciteit, output de taal is die van een productiemanager van een draadnagelfabriek. Het moge duidelijk zijn dat van een wetgevingsherziening die onder dit gesternte tot stand komt slechts een verdere reductie van de ruimte voor de verdediging kan worden verwacht met alle mogelijke gevolgen voor de inhoudelijke kwaliteit van de prestaties van de keten van dien. Het zou té ambitieus zijn om alle opmerkelijke blinde vlekken in de voorstellen te bespreken of aan te stippen. Volstaan wordt met één uitgewerkt voorbeeld. Dat voorbeeld betreft de normering of beter: het gebrek daaraan van het getuigenverhoor bij de rechter-commissaris.
De rechter en de mediator
Geen toegang tot de rechter zonder voorafgaande mediation. Een poging tot mediation wordt verplicht. Ondertussen ligt de procedure stil. Dát is een van de nieuwigheden die het initiatiefwetsvoorstel Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht van het VVD-kamerlid Van der Steur ons brengt. Daarin veranderen de naar aanleiding van het vernietigende advies van de Raad van State in het voorstel aangebrachte wijzigingen niets. Het verplichtende karakter doet zonder goede grond afbreuk aan de autonomie van partijen en getuigt van gebrek aan vertrouwen in de rechter. Het verzwakt de aantrekkingskracht van mediation. Zij verdient beter.
Van systemen naar mensen?
Kern van de boodschap die vanuit het Ministerie van VWS begin 2013 verspreid werd middels de beleidsagenda ‘Van systemen naar mensen’ was dat er een omslag plaats moest vinden van ‘het denken in systemen naar het denken in mensen’. Deze omslag zou draaien om ‘de vrijheid die mensen hebben om hun leven in te richten’. De vraag is hoe het met deze beoogde omslag staat. Weerspiegelt ‘het denken in mensen’ én in hun vrijheden zich in de wetgeving die het departement ontwikkeld heeft en die het zoveel en zo snel mogelijk ingevoerd wenst te zien?