Artikelen van Peter Prinsen

Tijdschrift NJB 42 (2017)
Demonstratievrijheid en democratie
Michiel Bot
De bescherming van de demonstratievrijheid bereikte op 18 november een dieptepunt. De burgemeester van Dokkum vaardigde een demonstratieverbod uit tijdens de intocht van Sinterklaas, nadat bussen met demonstranten tegen de figuur van Zwarte Piet waren klemgereden op de A7. De minister-president stelde tijdens een campagnebijeenkomst dat mensen ‘364 dagen per jaar’ tegen Zwarte Piet konden demonstreren. En de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken verkondigde op televisie dat hij wel begrip had voor de ‘emotie’ van de mannen die de bussen hadden klemgereden. Dit artikel gaat over de aard en de rechtvaardiging van het grondrecht op demonstratievrijheid. Betoogd wordt dat de overheid zich bij demonstraties primair dient op te stellen als beschermer van de democratische publieke sfeer.


Lees het hele artikel in Navigator.

Dialoog St. Petersburg en Straatsburg?
Ruth van der Pol
De verhouding tussen het Russische constitutionele hof en het Straatsburgse hof is flink verzuurd nadat het constitutionele hof in de zaak Konstantin Markin/Russia heeft aangegeven in bepaalde gevallen geen uitvoering te zullen geven aan uitspraken uit Straatsburg. In dit artikel wordt deze beslissing in de context geplaatst van de wijze waarop internationaal recht doorwerkt in het Russische rechtssysteem en van de conservatieve opvattingen van de voorzitter van het Constitutioneel hof. Betoogd wordt dat het constitutioneel hof er goed aan doet af te stappen van 'het laatste woord' en waar nodig een constructieve dialoog aan te gaan met het EHRM.


Lees het hele artikel in Navigator.

Rechtbanktekeningen nopen tot een herziening van de Persrichtlijn
Paul Verweijen
Door een beeldopname van een verdachte op de rechtszitting kan deze worden herkend, terwijl iemand op dat moment voor onschuldig moet worden gehouden. Vanwege het belang van de onschuldpresumptie is het fotograferen van de verdachte in de Nederlandse rechtszaal op grond van de Persrichtlijn niet toegestaan. Een dergelijk verbod zou onder omstandigheden ook moeten gelden voor tekeningen die zo goed zijn dat ze niet van een foto kunnen worden onderscheiden, zodat een verdachte daar op kan worden herkend. Dat is de reden waarom in dit artikel wordt gepleit voor aanpassing van de Persrichtlijn. Daarin zou moeten staan dat verdachten mogen worden getekend, tenzij er zwaarwegende belangen zijn om daar van af te zien.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen
Lenneke Alink, Fieke Pannebakker, Mariëlle Prevoo, Sheila van Berkel, Mariëlle Linting, Maria Bakermans-Kranenborg, Ton Vogels, Saskia Euser en Rien van IJzendoorn
In zijn artikel in het NJB concludeert Peter Prinsen dat het resultaat van de meest recente Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen (119.000 slachtoffers van kindermishandeling in één jaar tijd) een drastische overschatting is van het werkelijke aantal mishandelde kinderen. Daarmee zou dit resultaat onbruikbaar zijn als basis voor overheidsbeleid dat is gericht op preventie en interventie. Wij betwijfelen de deugdelijkheid van de argumenten die Prinsen aandraagt voor deze stelling.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naschrift
Peter Prinsen
In de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen is validatie van het gebruikte steekproefinstrument achterwege gebleven: in hoeverre mag een door een informant gerapporteerd vermoeden van kindermishandeling gescoord worden als een geval van kindermishandeling? Daartoe zou een deel van de steekproef onafhankelijk moeten worden onderzocht om een indruk te kunnen krijgen van de geldigheid van de steekproefuitkomst als geheel.


Lees het hele artikel in Navigator.

29 november 2017
Tijdschrift NJB 25 (2017)
De verwijzende rechter
Chantal Mak, Elaine Mak en Vanessa Mak
Lagere rechters lijken vaker via een prejudiciële procedure bij de Europese rechter een oplossing na te streven die in de nationale rechtsorde buiten hun macht ligt, bijvoorbeeld omdat staande jurisprudentie een andere uitkomst voorschrijft. Gezien de expliciete rechtspolitieke overwegingen van de betrokken rechters kan hier gesproken worden van rechterlijk activisme. Kunnen we dat in de toekomst (nog) meer verwachten en zou dat een wenselijke ontwikkeling zijn? In deze voorstudie wordt een aanzet gedaan tot het in kaart brengen van de voorwaarden waaronder lagere rechters de prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie op activistische wijze gebruiken.


Lees het hele artikel in Navigator.

Over de prevalentiestudie van kindermishandeling
Peter Prinsen
Naar schatting 119 000 kinderen zijn volgens een officiële studie jaarlijks in Nederland slachtoffer van kindermishandeling. Dit komt neer op 3,4% van de totale minderjarigenpopulatie van 3,5 miljoen. Anderzijds valt uit het recente proefschrift van Maartje Schouten af te leiden dat jaarlijks naar schatting 0,05% van de minderjarigenpopulatie zou worden mishandeld. Omgerekend komt dat neer op jaarlijks 1662 slachtoffers. 119 000 tegenover 1662: een verschil van twee ordes van grootte: aanleiding voor een methodologisch onderzoek van de NPM-studie. De conclusie luidt dat de NPM-claim niet gevalideerd is en onbruikbaar is als basis voor overheidsbeleid gericht op preventie en interventie.


Lees het hele artikel in Navigator.

‘Treason, Bribery, or other high Crimes and Misdemeanors’
Maurice Adams
Berichten over een impeachmentprocedure tegen Donald Trump buitelen over elkaar heen. Is dit inderdaad een reëel vooruitzicht? Dat blijft voorlopig even afwachten. Hoewel velen het lijken te hopen, is een impeachment op dit moment niet onvermijdelijk. Via de route van de (aanloop naar de) procedure die destijds tegen Bill Clinton werd gevoerd, wordt in dit artikel getracht inzicht te verwerven in de juridischpolitieke dynamiek die Donald Trump momenteel ondergaat, én die hem te wachten staat mocht het daadwerkelijk zover komen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Brexit en bestaande verdragsverplichtingen
Kiki Brölmann
Vanaf het begin is duidelijk geweest dat Brexit vooral een politiek proces is, waarbij juridische kaders in beperkte mate een oplossing bieden. Belangrijke kwesties, zoals de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk en van VK-burgers in de EU, zullen moeten worden beslist op basis van politieke wil en een wederzijdse afweging van belangen. De juridische context blijft echter van groot belang, zeker ook waar deze wordt ingezet als middel in de politieke strijd.


Lees het hele artikel in Navigator.

21 juni 2017