Artikelen van Otto Spijkers
Tijdschrift
NJB 31 (2015)
Levenslang, da’s logisch toch
?
De rechtsstaat verdient het dat de discussie over de levenslange gevangenisstraf (ook) scherp wordt gevoerd daar waar en door wie deze wordt opgelegd: voor en door de strafrechter. Dit zou voor de wetgever hét signaal kunnen zijn om de (straf)rechter beter in positie te brengen. Beter in positie bij de beoordeling van de (finale) executie van de levenslange gevangenisstraf, maar daardoor tegelijkertijd ook bij de oplegging daarvan. Alleen dan ontstaat een zuiver evenwicht tussen oplegging en executie van de levenslange gevangenisstraf. Een dergelijk evenwicht biedt de strafrechter de enig verantwoorde basis voor de oplegging van de somtijds noodzakelijke levenslange gevangenisstraf. De ultieme sanctie, maar dan wel een die de veroordeelde nog enig perspectief biedt!
Het beschermd zeegebied rond de Chagos archipel
Dit artikel behandelt een recente uitspraak in een juridisch geschil tussen Mauritius en het Verenigd Koninkrijk betreffende de Chagos-archipel, een eilandengroep in het midden van de Indische Oceaan. Het geschil ging over de vraag of de afkondiging van een ‘beschermd zeegebied’ rondom de archipel door het Verenigd Koninkrijk in 2010 in strijd was met het Zeerechtverdrag. Deze afkondiging leek meer te maken te hebben met de bescherming van een Amerikaanse militaire basis dan met de bescherming van het zeemilieu rondom de archipel. Voegt deze uitspraak nieuwe inzichten toe aan de ontwikkeling van het internationaal recht?
Kwaliteit van rechtspraak
Veel aandacht, zowel van de Rechtspraak als van haar (keten)partners, gaat op dit moment uit naar de digitalisering van de procedures als onderdeel van het programma KEI. Maar het andere thema van het programma kwaliteit verdient minstens zo veel aandacht. Deze bijdrage is hieraan gewijd. De uitwerking van het thema kwaliteit raakt de essentie van het werk van de rechter: hoe borgt en verbetert de rechter blijvend het functioneren van de rechtspleging (zijn eigen functioneren) om het vertrouwen van de samenleving in de rechtspraak te behouden?