Artikelen van Martin Buijsen

Tijdschrift NJB 42 (2018)
Staatsondernemingen en mensenrechten
Cees van Dam en Heleen Tiemersma
In de wereldeconomie spelen staatsondernemingen een significante rol in sectoren als energie, nutsbedrijven, infrastructuur, transport, telecom en banken. In dit artikel wordt mede aan de hand van een bespreking van de VN-richtlijnen voor ondernemingen en mensenrechten onderzocht of op staatsondernemingen bijzondere mensenrechtenverantwoordelijkheden rusten in vergelijking met private ondernemingen. Geconcludeerd wordt dat staatsondernemingen een bijzondere positie innemen, die wordt gekleurd door de verplichting van de staat om mensenrechten te beschermen en het beleid van de staat om mensenrechten te vervullen. De staat zou om deze reden zijn zeggenschap moeten aanwenden voor het stimuleren van een proactieve mensenrechtenattitude van staatsondernemingen. Echter, ook private ondernemingen kunnen kiezen voor een proactief mensenrechtenbeleid. De VN-richtlijnen bieden hiervoor namelijk alle mogelijkheden.


Lees het hele artikel in Navigator.

Nieuw medisch tuchtrecht
Jaap Sijmons en Joep Hubben
Met de herziening van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wil de wetgever de slagkracht van de tuchtrechter vergroten door uitbreiding van het sanctie-arsenaal met onder meer de bepaling dat het tuchtrecht ook van toepassing blijft in de periode dat een hulpverlener is geschorst in de uitoefening van zijn beroep en met de verruiming van de toetsingsnorm. De meest ingrijpende maatregel die genoemd kan worden, is de nieuwe maatregel ‘LOB’: de last tot onthouding van de beroepsactiviteiten. De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd kan hiermee een zorgverlener vanwege ernstig gedrag direct op non-actief stellen in afwachting van een oordeel van de tuchtrechter. Ondanks de stappen vooruit zijn er echter ook kansen voor een compacter en effectiever tuchtrecht blijven liggen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Zorgfraude & het medisch beroepsgeheim
Martin Buijsen
Onlangs ontstond ophef over de plannen van minister De Jonge (VWS) met betrekking tot zorgfraude. Dat dit een te bestrijden kwaad is, betwist niemand, maar bij de gekozen middelen zijn beslist kanttekeningen te plaatsen. Bezien vanuit gezondheidsrechtelijk perspectief geeft vooral de inbreuk op het medisch beroepsgeheim te denken.


Lees het hele artikel in Navigator.

5 december 2018
Tijdschrift NJB 6 (2018)
Kijken in de keuken van de Hoge Raad
Dino Bektesevic
De machine van artikel 80a RO raakt steeds beter geolied. Deze bijdrage strekt tot doel inzicht te verschaffen in de wijze waarop de selectie aan de poort op grond van dat artikel is vormgegeven en of die benadering voldoet aan de wensen van de wetgever. Kansloze en soms minder kansloze klachten worden, in de regel zonder conclusie van de advocaat-generaal en zonder een op de klacht toegesneden motivering, aan de poort geweerd. De verdachte hoeft niet bang te zijn dat naar zijn klachten niet serieus wordt gekeken, al blijft een gemotiveerde reactie van de Hoge Raad op zijn klachten steeds vaker uit. Naast onterecht voorgestelde klachten bestaat ook de categorie terecht voorgestelde klachten die niet tot cassatie leiden, omdat het belang bij cassatie in de ogen van de Hoge Raad evident ontbreekt. De Hoge Raad stelt het belang bij cassatie in de procedure meer en meer centraal. Het is de vraag of dat is wat de wetgever met deze regeling heeft beoogd. Door deze gang van zaken is de rechtsbescherming niet verdwenen, maar is zij wel ‘wat op het tweede plan geraakt’.


Lees het hele artikel hier of in Navigator.

Versterking van de Franse cassatierechtspraak
Maarten Feteris
Frankrijk heeft een lange traditie van cassatierechtspraak, langer dan enig ander land, en verandering van zo’n lange traditie is niet gemakkelijk. De procedure voor de Franse Cour de Cassation is ook inspiratiebron geweest voor onze cassatieprocedure. In Nederland hebben we de afgelopen decennia al wel de nodige ontwikkelingen gehad: arresten worden uitgebreider gemotiveerd en er wordt meer nadruk gelegd op rechtsvorming. Daarmee gaat gepaard dat de Hoge Raad minder tijd besteedt aan de afdoening van ongegronde beroepen die niet van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Een vergelijkbare ontwikkeling doet zich voor bij het Franse Hof van Cassatie. Dat wil moderniseringen doorvoeren om zijn gezag en maatschappelijke betekenis te versterken. De Commission de réflexion sur la réforme de la Cour de Cassation heeft voorjaar 2017 rapport uitgebracht. Enkele onderwerpen daaruit die voor Nederland het meest interessant zijn worden uitgelicht.


Lees het hele artikel in Navigator.

En de apotheker dan?
Martin Buijsen en Wilma Göttgens
Om te kunnen voldoen aan de wettelijke eis van medisch zorgvuldige uitvoering van euthanasie is een arts afhankelijk van verstrekking van euthanatica door een apotheker. Een apotheker kan daar moeite mee hebben en dat kan een arts vervelend vinden. Maar de arts die om euthanatica verzoekt, vraagt de apotheker wel om iets bijzonders. Zo’n arts moet beseffen dat ook van de apotheker geen normaal-professioneel handelen gevraagd wordt. Helaas is ook bij de laatste evaluatie van de Wtl verzuimd om naar de verhouding tussen artsen en apothekers te kijken, terwijl er voldoende redenen zijn om deze toch eens goed te bezien.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Coöperatie Laatste Wil
Ton Vink
Artikel 294 lid 2 Sr stelt: ‘hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam is of hem de middelen daartoe verschaft, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie’. Past deze delictsomschrijving niet naadloos op de door de Coöperatie Laatste Wil met veel publiciteit aangekondigde terbeschikkingstelling van een dodelijk middel aan haar leden? Niet-strafbare hulp bij zelfdoding is op grond van jurisprudentie mogelijk, maar het voorstel van het CLW-bestuur betekent dat geselecteerde leden van de coöperatie op instigatie van het bestuur precies dátgene gaan doen wat de Hoge Raad in het Hilarius-arrest heeft benoemd als strafbare hulp bij zelfdoding.


Lees het hele artikel in Navigator.

7 februari 2018
Tijdschrift NJB 22 (2015)
Ambachtelijkheid, Rechtvaardigheid, Effectiviteit
Peter Wattel
De Bock heeft een indrukwekkend gedocumenteerd en overzichtelijk gestructureerd preadvies geschreven dat vol verstandige observaties en evenwichtige en behartigenswaardige analyses staat en uitmondt in heldere en stellige conclusies. De (impliciete) stelling dat kwaliteitsbevordering óók gericht moet worden op rechtspraak als publieke zaak en de (expliciete) conclusie dat de rechtsstatelijke functie, met name bij grondrechtenbescherming, versterking behoeft, verdienen meteen follow up. De Bock is geslaagd in haar opzet de kwaliteitsdiscussie met beide benen op de grond te zetten, het Molière-effect te neutraliseren en een samenhangende visie te presenteren. Zij heeft een bewonderenswaardige poging ondernomen om inhoudelijke kwaliteit van rechtspraak te definiëren en op basis daarvan beoordelings- en bevorderingscriteria te ontwikkelen, maar: wat moeten de gerechtsbestuurders nu concreet doen?
Kwaliteit van wetgeving als keuze
Ybo Buruma
Van Lochem heeft een fraai preadvies over kwaliteit van wetgeving geschreven dat goed aansluit bij de huidige tijdgeest. Onze tijd wordt gekenmerkt door een verlegenheid om een inhoudelijk debat over kwaliteit te voeren. Deze verlegenheid wordt gecompenseerd met grote aandacht voor het opstellen van kwaliteitscriteria ten aanzien van het proces waarmee producten tot stand komen. In het preadvies is die bijzondere aandacht voor het proces terug te vinden. Deze keuze is honorabel maar ze mag niet ertoe leiden dat de kwaliteit van juridische producten slechts wordt afgemeten aan de vraag of de regelen der kunst zijn gevolgd. De kwaliteit van een procedure of methode is misschien wel een voorwaarde voor goed werk, maar het garandeert die goede kwaliteit niet. De vraag of het resultaat van het totstandkomingsproces zelf een goede kwaliteit heeft, is een onderwerp waarover aan de hand van door professie gedeelde, belangeloze maatstaven of eisen gedebatteerd kan en moet worden.
Betekenis van het arrest in de zaak Heringa is gering
Martin Buijsen
Voor- en tegenstanders van versoepeling van de euthanasiewetgeving zijn inmiddels met het arrest van de beroepsrechter in de zaak Heringa aan de haal gegaan. Voor wishful thinking of koudwatervrees biedt de uitspraak welbeschouwd echter weinig aanleiding.
De Raad voor de rechtspraak
Peter Kop
Op het ontstaan van de Raad voor de rechtspraak is vanuit staatsrechtelijke hoek kritiek te horen vanwege strijd met grondwettelijke regels. Daarnaast bestaat onder meer de vrees dat bij de Raad niet de belangen van de rechtzoekende burger centraal staan maar de efficiency en de kostprijs van het bedrijf ‘rechterlijke macht’. Op het functioneren van de Raad is bovendien kritiek vanuit het professionele apparaat ten dienste waarvan hij is opgericht. De vrees voor de overheersing van bedrijfsmatig denken blijkt terecht, aldus het Leeuwardermanifest en het daarop volgend debat. Het bedrijfsmatig denken en handelen van de Raad lijkt z’n hoogtepunt of wellicht beter: z’n dieptepunt te hebben bereikt in de zaak Westenberg-Smit.
2 juni 2015
Blog
Deprioriteren van ouderen in de gezondheidszorg niet per se verwerpelijk
Het onthouden van bepaalde levensverlengende medische behandelingen op grond van leeftijd is, anders dan men zou denken, niet noodzakelijkerwijs in strijd met het discriminatieverbod.
10 december 2018 Gastpost André den Exter Martin Buijsen
Blog
Zorgfraude & het medisch beroepsgeheim
Onlangs ontstond ophef over de plannen van minister De Jonge met betrekking tot zorgfraude. Dat dit een te bestrijden kwaad is, betwist niemand, maar bij de gekozen middelen zijn kanttekeningen te plaatsen.
5 december 2018 Artikel Martin Buijsen