Artikelen van Mariëlle Bruning
Tijdschrift
NJB 34 (2023)
Minder maatregelen van kinderbescherming bij scheidingsconflicten
Aan de toepassing van kinderbeschermingsmaatregelen ligt steeds vaker complexe scheidingsproblematiek ten grondslag. Wat zijn de verklaringen voor deze ontwikkeling? De oorzaak ligt niet in een stagnerend jeugdhulpverleningssysteem, zoals de RSJ dat in haar recente advies duidt, maar eerder in veranderingen in het denken over scheidingsconflicten en kinderbescherming. Het is positief dat er meer oog is voor de positie van de kinderen en de gevolgen van een bittere strijd tussen de ouders voor de kinderen. De dringende wens om dit probleem op te lossen heeft bijgedragen aan de druk op de jeugdbescherming. De toename van maatregelen van kinderbescherming waarvan niet duidelijk is wat de effecten daarvan zijn is echter verontrustend. Daarom zou de jeugdbeschermingsketen zich kritischer moeten opstellen en de voorkeur moeten worden gegeven aan toepassing van het civiele gezags- en omgangsrecht bij complexe scheidingen boven maatregelen van kinderbescherming.
Waarom nadenken over wetgeving voor informeel samenleven belangrijk is
Uit onderzoek blijkt dat de keuze voor mensen voor een bepaalde relatievorm niet wordt ingegeven door juridische regelingen van die relatievormen. Mensen zijn kuddedieren en als ongehuwd samenleven normaal is, gaan ze ongehuwd samenleven; als dat niet normaal is, doen ze dat niet. Dat heeft doorgaans niet veel met bewuste keuzes en autonomie te maken, en al helemaal niet met keuzes die worden ingegeven door juridische verschillen. De meeste mensen hebben namelijk geen idee van de juridische verschillen tussen de relatievormen. In dit artikel een uitnodiging aan minister Weerwind om de wetgevingshandschoen op te pakken.
Constitutioneel toezicht door de Europese Unie
Nationale juridische en politieke ontwikkelingen die vanouds behoren tot het domein van de lidstaten worden steeds vaker door de instellingen van de Europese Unie (EU) beoordeeld in het licht van de waarden van de Unie, zoals de rechtsstaat en de democratie. De EU-instellingen zijn bij beweerde bedreigingen van deze waarden ook bereid actie te ondernemen. Dit artikel laat zien hoe de EU zich zo heeft ontwikkeld tot toezichthouder op de constituties van de lidstaten. Het constitutionele toezicht door de EU, dat zich soms lastig verhoudt tot de verdragsrechtelijke bevoegdhedenverdeling tussen de Unie en de lidstaten, stelt ook grenzen aan de constitutionele inrichting van Nederland.
Constitutionele toetsing en Constitutioneel Hof in Suriname
In Nederland is het laatste woord over het toetsingsverbod nog niet gezegd. In de Surinaamse Grondwet van 1975 is daarentegen direct de bevoegdheid opgenomen dat de rechter in een concreet geval de toepassing van de wet voor dat geval buiten toepassing kan laten, indien hij oordeelt dat de wet strijdig is met een in de Grondwet geregeld grondrecht. De instelling van een Constitutioneel Hof had wat meer voeten in de aarde. Maar in 2019 werd de Wet constitutioneel hof aangenomen en in 2020 werd het Constitutioneel Hof Suriname operationeel. Een Hof dat een vliegende start maakte met een aantal beslissingen over gevoelige onderwerpen. De situatie in Nederland is in vele opzichten niet vergelijkbaar met Suriname maar voor de Nederlandse toetsingsdiscussie is het niettemin interessant kennis te nemen van de Surinaamse praktijk.
Tijdschrift
NJB 16 (2023)
Afwikkeling van aansprakelijkheid NAM door de overheid
Op grond van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) vindt in een – veel bekritiseerde – hybride constructie de afwikkeling van de mijnbouwschade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) plaats. In dit artikel geeft de (tot voor kort) bestuursvoorzitter van het IMG een beeld van deze schadeafhandeling op civielrechtelijke grondslag in een publiekrechtelijke jas. Daarin wordt betoogd dat het IMG al zijn regelingen, binnen de kaders van de TwG, heeft gebaseerd op een ruimhartige interpretatie van de jurisprudentie van de Hoge Raad en dat het daardoor mogelijk is gebleken om grote aantallen zaken af te doen en tegelijk recht te doen aan de individuele omstandigheden van de bewoners. Fouten zijn er ook gemaakt en er wordt getracht deze te adresseren en om complexe zaken met maatwerk op te lossen. Nieuwe bevoegdheden moeten ten slotte leiden tot een verder verbeterde schadeafhandeling die de Groningers weer toekomstperspectief biedt.
Jeugdbeschermingsstelsels: een blik over de grens
Het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en de kritiek daarop doen de vraag rijzen hoe de rol van de verzoekende en beslissende instanties in het Nederlandse jeugdbeschermingsstelsel zich ten opzichte van elkaar verhouden in het kader van machtsevenwicht tussen burger en overheid, hoe dit mogelijk zal veranderen met het toekomstscenario en hoe dit in andere Europese jeugdbeschermingsstelsels is geregeld. Kan er ten behoeve van de Nederlandse discussie over een effectief jeugdbeschermingsstelsel inspiratie worden opgedaan in de onderzochte landen?
Beperkt de burgemeester de betogingsvrijheid te vergaand?
Staat de vrijheid van demonstratie onder druk in ons land? Door verschillende organisaties belast met toezicht
op de naleving van grondrechten worden waarnemingen gerapporteerd dat burgemeesters de demonstratievrijheid
onnodig en, zo niet in strijd met de wet dan toch in strijd met de geest daarvan, beperken. In
dit artikel worden de voorschriften en beperkingen die de afgelopen drie jaar zijn opgelegd aan anti-abortus
demonstraties in de buurt van abortusklinieken onder de loep gelegd om te verifiëren of deze aan wetten en
verdragen voldoen. De conclusies zijn zorgwekkend. Gelet op het grote aantal standaardvoorschriften die
meerdere burgemeesters blijken te hanteren lijkt het niet onwaarschijnlijk dat deze conclusies ook voor
demonstraties met andere doeleinden zullen opgaan.