Artikelen van Marc Hertogh
Tijdschrift
NJB 3 (2022)
Komt er meer maatwerk bij de toepassing van de NOW?
Waarschijnlijk zal een groot aantal werkgevers te maken krijgen met een gehele of gedeeltelijke terugvordering van het subsidievoorschot dat is ontvangen op grond van de Tijdelijke noodmaatregel voor behoud van werkgelegenheid (NOW). Veel werkgevers zullen het om uiteenlopende redenen niet eens zijn met een terugvordering. In bezwaar of beroep zullen zij tegen een beperking van de NOW aanlopen: de regeling biedt nauwelijks tot geen ruimte voor maatwerk, oftewel om recht te doen aan het individuele geval. Er is gekozen voor een ‘grofmazig’ systeem, met zeer weinig discretionaire ruimte voor het UWV. Het is zeer de vraag of die eenzijdige focus op uitvoerbaarheid wel te rechtvaardigen is gelet op de belangen van werkgevers bij het krijgen van (voldoende) NOW-subsidie. Een andere kwestie is of werkgevers door middel van ‘exceptieve toetsing’ kunnen bewerkstelligen dat bepaalde nadelige regels uit de NOW in hun geval niet worden toe gepast. Na een aanvankelijk strenge lijn in de bestuursrechtspraak, zijn er recent twee uitspraken geweest waarin de rechter afweek van de tekst van de NOW en de auteurs verwachten dat er meer uitspraken zullen volgen.
Huurverhogingen, algemene voorwaarden en wijzigingsbedingen
Het Nederlandse huurprijzenrecht voor de huur van woonruimte combineert wettelijke regels over de hoogte van de huurprijs en van de wettelijke huurverhoging voor sociale (en tijdelijk ook voor geliberaliseerde) woonruimte met de mogelijkheid van huurprijsverhoging op basis van een contractueel huurprijswijzigingsbeding (in de praktijk vaak ‘huurverhogingsbeding’ genoemd) bij zowel sociale als geliberaliseerde woonruimte. In dit artikel wordt onderzocht of dit systeem verenigbaar is met de rechtspraak van het Hof van Justitie over prijswijzigingsbedingen in algemene voorwaarden.
De jurist als meester-verbinder
In zijn preadvies voor het Jaarcongres van de Nederlandse Juristen-Vereniging over de jurist van de toekomst schetst Mark Bovens twee belangrijke trends: aan de ene kant een stijgende lijn in het aantal juristen en aan de andere kant een dalende lijn in de invloed van juristen bij de overheid en in het bedrijfsleven. Oftewel: de stem van juristen wordt steeds luider, maar er wordt op steeds minder plekken naar hen geluisterd. Volgens hem zullen juristen daarom ‘het woord van de rechtsstaat luider en duidelijker moeten verkondigen’. Het feit dat er minder naar juristen wordt geluisterd kan echter misschien ook wel worden verklaard door het werk van juristen zelf. Daarom is de conclusie van dit essay: de succesvolle jurist van de toekomst is geen zendeling, maar een meester-verbinder.
Partijendemocratie of kiezersdemocratie
Invoering van het Burgerforum kiesstelsel geeft de kiezer vanaf 2023 de keuze om te stemmen op een partij of bepaalde kandidaat. Doel is het verbeteren van de relatie tussen de kiezer en gekozene. Naast praktische bezwaren die aan het nieuwe kiesstelsel kleven, is het belangrijkste punt van kritiek dat niet de representatie het probleem is, maar het primaat van de politiek.
Tijdschrift
NJB 17 (2021)
De kracht (en het gevaar) van cognitive illusions in het civielrechtelijk debat
De kern van het probleem dat in deze bijdrage centraal staat, is dat mensen irrationele beslissingen nemen. Die beslissingen zijn vaak voorspelbaar en daarmee beïnvloedbaar. Dat geldt ook voor beslissingen van rechters. Dit kan worden verklaard door de werking van heuristics en biases. Het is niet moeilijk te bedenken hoe dit soort cognitieve illusies door advocaten kunnen worden gebruikt. Het gunstig presenteren van een zaak aan een geschiloplosser is een kernelement in het werk van de advocaat. Maar de fundamentele beginselen van civiel procesrecht zijn geen tandeloze tijger. Zij bieden een essentiële tegenkracht aan de gestelde neiging van advocaten voor niets anders oog te hebben dan het belang van de cliënt en leggen de advocaat een verplichting op actief bij te dragen aan een behoorlijke procedure en, daarmee, aan het voorkomen van negatieve gevolgen van cognitieve illusies op de kwaliteit van rechterlijk oordelen. Toegegeven: het systeem is mogelijk niet waterdicht.
Tussen recht en praktijk
Het onrechtmatig verwijderen van overheidsinformatie wordt op dit moment niet of nauwelijks gesanctioneerd. Hierdoor is er geen juridische ‘stok achter de deur’ om bestuursorganen te bewegen om hun informatiehuishouding op orde te krijgen. In dit artikel wordt ervoor gepleit om het toezicht op en handhaving van de informatiehuishouding te versterken. De Wet open overheid geeft namelijk ook nog te weinig hoop dat in de toekomst overheidsinformatie niet ten onrechte zal worden verwijderd.
Financiële geschillen en procedurele rechtvaardigheid
Kifid heeft in 2016 een ‘nieuwe visie op klachtbehandeling’ ingevoerd. Centraal in deze nieuwe visie staat de notie van ‘procedurele rechtvaardigheid’. Op het eerste gezicht lijkt uit evaluatieonderzoek te volgen dat deze nieuwe visie zijn vruchten afwerpt. Positieve oordelen over Kifid ‘in het algemeen’ verhullen echter grote verschillen in de waardering van verschillende Kifid-procedures. Het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven laat zien dat dit verschil in waardering sterk samenhangt met de ervaren procedurele rechtvaardigheid in beide procedures. Het effect van de nieuwe visie lijkt zich te beperken tot de voorfase van de procedure waarin een substantieel aantal zaken met succes wordt bemiddeld, maar zij heeft in de ogen van consumenten nog niet geleid tot een verbetering van de ‘oude’ Kifid-procedure die uitmondt in een uitspraak. Welke lessen kunnen hieruit worden getrokken?
Het betwistbare rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch
In het NJB van 17 maart 2021 reageert Ward Ferdinandusse op onze opvattingen over het rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch. Ferdinandusse was de zaaksofficier in het Nederlandse onderzoek naar Poch. Ook de leden van de commissie, Ad Machielse en Egbert Myjer, hebben op onze opvattingen gereageerd. De piloot Julio Poch werd ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de doodsvluchten tijdens de militaire dictatuur in Argentinië in de periode van 1976 tot 1983. Poch werd op 22 september 2009 in Spanje aangehouden en via Spanje uitgeleverd aan Argentinië, dankzij de gegevens van zijn laatste vlucht als piloot van Transavia die door Nederland waren verstrekt. Wij willen in deze repliek enkele juridische knelpunten in deze zaak onder de aandacht brengen die tot nu toe niet of onvoldoende aan de orde zijn gekomen.
Naschriften
Van der Wilt & Rozemond stellen dat het nog steeds niet duidelijk is waarom Poch in 2009 niet werd aangehouden ter uitlevering en vragen zich af of dat wellicht te maken had met zijn Nederlandse nationaliteit. Dat verbaast mij. Dat Poch inderdaad niet uitgeleverd werd vanwege zijn Nederlandse nationaliteit valt niet alleen te lezen in het rapport van de Commissie Poch, maar is door de overheid al toegelicht in een kort geding in 20092 en nog verschillende malen sindsdien.
In een hiervoor opgenomen bijdrage stellen Van der Wilt en Rozemond juridische vragen die in de zaak Poch niet of onvoldoende aan de orde zouden zijn gekomen. Het rapport en onze bijdrage in NJB 13 bevatten al veel antwoorden. Uit de in het rapport opgenomen onderzoeksopdracht kan bijvoorbeeld blijken waarom Poch en zijn raadsman niet zijn gehoord. Het stond hun overigens vrij zelf de commissie met relevante informatie te benaderen. Dat hebben zij niet gedaan.