Artikelen van Marc Beurskens

Tijdschrift
NJB 5 (2025)
Prijsdiscriminatie voorbij wettelijke discriminatiegronden
Bedrijven personaliseren online prijzen steeds vaker met behulp van consumentendata en algoritmen. Dit kan direct en indirect discriminatie opleveren. Prijspersonalisatie op gronden die niet wettelijk zijn verboden kan echter ook als discriminerend worden ervaren. Dit artikel presenteert de bevindingen van een survey onder 727 Nederlandse consumenten, waarin verschillende niet-verboden gronden werden voorgelegd op basis waarvan prijzen gepersonaliseerd kunnen worden. De perceptie van consumenten blijkt grotendeels overeen te komen met wat momenteel bij wet verboden is, maar er bleken ook enkele ‘nieuwe’ discriminatiegronden te zijn, zoals intelligentie en uiterlijk, die vergelijkbare negatieve reacties uitlokken als wettelijk verboden gronden. Dit roept vragen op over de regulering van gepersonaliseerde prijzen en in hoeverre wetgeving aanpassing behoeft om ethische en sociale normen beter te weerspiegelen, vooral nu het gebruik van prijspersonalisatie naar verwachting in de toekomst zal toenemen.
Een eerste verkenning naar de rol van het Openbaar Ministerie binnen het programma Preventie met Gezag
Om te voorkomen dat minderjarigen en jongvolwassenen door criminelen worden geronseld, zet het Ministerie van BZK in op preventie. Deze aanpak wordt ‘Preventie met Gezag’ genoemd. In deze bijdrage wordt een inkijkje gegeven in de rol en positie van het Openbaar Ministerie binnen deze aanpak.
Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen
Met de Aanwijzing Tekortenregeling Geneesmiddelen draagt de wetgever de Inspectie op haar primaire taak als kwaliteitsbewaker van veilige en ondeugdelijke geneesmiddelen niet uit te voeren. Dat is onbegrijpelijk en maakt van de aanwijzing een paardenmiddel dat afbreuk doet aan de doelstelling van de Geneesmiddelenwet, namelijk het aanbieden van deugdelijke geneesmiddelen, en zal daarmee meer kwaad dan goeds doen.

Tijdschrift
NJB 7 (2022)
Integriteit in het parlement
De Tweede en de Eerste Kamer hebben in de afgelopen twee jaar, zij het na lang dralen, een gedragscode voor hun leden vastgesteld. Aan deze gedragscodes is bovendien een stelsel van handhaving toegevoegd. Beide Kamers hebben daarmee een belangrijke stap gezet op het punt van integriteitsbevordering in het parlement. Maar het vaststellen van een gedragscode is één ding, waar het nu op aankomt is dat de toepassing en handhaving van de gedragsregels en het toezicht op Kamerleden ter hand worden genomen.
Voorlopige maatregelen in het strafrecht
In deze bijdrage wordt een aanzet gegeven om te komen tot een mogelijke uitbreiding van bevoegdheden van het OM, in het bijzonder het kunnen treffen van voorlopige maatregelen in de aanpak van (ondermijnende) criminaliteit. De invoering van voorlopige maatregelen in het commune strafrecht zou een bijdrage kunnen leveren aan een betere verdeling van bevoegdheden tussen de burgemeester en de officier van justitie. Dat zou kunnen leiden tot een betere positionering en zichtbaarheid van het OM in de criminaliteitsbestrijding en daarmee de burgemeester minder kwetsbaar maken voor de tegenkracht die van criminelen uitgaat. Ook op het terrein van rechtsbescherming tegen voorlopige maatregelen, die in de huidige vorm nog wel eens als onvoldoende wordt gekenschetst, kan het strafrecht een positieve bijdrage leveren.
Professionele standaarden voor juridisch medewerkers
Juridisch medewerkers vervullen een belangrijke rol binnen de Rechtspraak. Toch is er weinig vastgelegd over de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden die juridisch medewerkers hebben en de rol die zij geacht worden te vervullen in het rechterlijk besluitvormingsproces. Voor rechters zijn inmiddels professionele standaarden vastgesteld. Is het niet hoog tijd om deze ook voor juridisch medewerkers te formuleren?
De Russische antisatellietwapentest
Ruimtesystemen zijn van essentieel belang voor vele aspecten van het civiele leven, de nationale veiligheid en het functioneren van moderne krijgsmachten. Een onlangs uitgevoerde Russische antisatellietwapen (ASAT-)test leidde tot grote zorgen over dit soort testen en de groeiende hoeveelheid ruimtepuin die daar het gevolg van is. Dergelijke testen hebben bovendien een destabiliserend effect en dragen bij aan een wapenwedloop in de ruimte. Opvallend is dat staten en internationale organisaties die reageerden op de Russische test niet stelden dat er sprake was van een schending van het internationaal recht. Mogelijk biedt het bestaande recht onvoldoende duidelijkheid. Een aanvulling daarop in de vorm van een ban on destructive ASAT tests zou daarom een belangrijke stap ter beperking of voorkoming van ruimtepuin veroorzakende ASAT-testen zijn. De onderhandelingen over nieuwe richtlijnen verlopen echter moeizaam.
Reactie op Een regeling voor ‘verantwoord draagmoederschap’?
In het artikel Een regeling voor ‘verantwoord draagmoederschap’? Misvattingen rondom het conceptwetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming’ stellen auteurs Van Beers & Bosch dat er onproblematische vormen van draagmoederschap zouden bestaan. Zij schrijven namelijk dat ‘(…) het bestaande ontmoedigingsbeleid zijn doel voorbijschiet. Ook onproblematische vormen van draagmoederschap worden nu ontmoedigd, terwijl draagmoederschap mogelijkheden biedt aan groepen die anders geen ouder kunnen worden zoals mensen met vruchtbaarheidsproblemen en homostellen’. Onproblematische vormen? De auteurs vinden kennelijk deze vormen, door er verder immers geen enkel woord aan te besteden, zonder meer acceptabel. Deze opvatting lijkt voort te komen uit een inmiddels tamelijk algemeen aangehangen vertrekpunt, namelijk dat alle mensen gelijk recht hebben op een kind dat dan eventueel ook niet van hen behoeft af te stammen (deels of helemaal niet).