Artikelen van Maartje Herweijer
Tijdschrift
NJB 21 (2020)
Noodwetgeving en privaatrecht
De maatregelen naar aanleiding van de coronacrisis beknotten, net als de noodwetgeving in eerdere mondiale crisisperioden van de 20e eeuw, de private sector sterk in haar handelingsvrijheid. Samen met het RIVM, het Outbreak Management Team en de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s is de ambtenarij nu grotendeels de ‘rechtsvormer’, waarbij niet of nauwelijks verantwoording wordt afgelegd aan het parlement. Naar aanleiding van de noodmaatregelen in en na de Eerste Wereldoorlog werd toen ook al gewezen op het gebrek aan rechtsbescherming voor de burger dat hierdoor ontstaat. Dit gevaar is ook in deze coronatijd niet denkbeeldig. In de coronacrisis doen politici, maatschappelijke organisaties en burgers ook opnieuw – net als in eerdere crisistijden in de 20e eeuw – een beroep op ‘gemeenschapsbelangen’ en de ‘sociale roeping van het recht’ waarbij een beroep wordt gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van (financiële) ondernemingen.
Voor het zingen de kerk uit?
Beschikkingen, vonnissen en arresten in burgerlijke zaken en strafzaken moeten, op straffe van nietigheid, worden gewezen met het in de wet voorgeschreven aantal rechters, aldus artikel 5 lid 2 Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Als een behandelend rechter na de mondelinge behandeling, maar voorafgaand aan de totstandkoming van de beslissing defungeert (bijvoorbeeld wegens het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van 70 jaar), kan dit ertoe leiden dat de zaak opnieuw inhoudelijk moet worden behandeld. In deze bijdrage buigen wij ons over de vraag wat het toetsmoment zou moeten zijn voor de vraag of de beslissing door het juiste aantal rechters tot stand is gebracht.
In de hoogste versnelling
In deze bijdrage wordt ingegaan op de invloed die partijen hebben op de doorloopsnelheid van een civiele procedure. Aan de hand van enkele recente praktijkvoorbeelden wordt geschetst hoe partijen baat kunnen hebben bij het versnellen dan wel vertragen van een procedure en welke mogelijkheden zij hiertoe hebben. De grenzen van deze invloed worden besproken, alsmede de vraag of deze invloed door een toegenomen actievere rol van de rechter is gemarginaliseerd.
Staatsveiligheid dwingt Tweede Kamer tot aanpassing Reglement van Orde
In het belang van de staatsveiligheid moet de integriteit van de leden van de commissie voor de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten en hun onafhankelijkheid van buitenlandse veiligheidsdiensten boven alle twijfel verheven zijn. Op grond van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer zijn de fractievoorzitters van de vijf grootste partijen lid van de commissie. Maar is iedereen die eventueel in aanmerking zou komen na volgende verkiezingen wel even goed te vertrouwen?