Artikelen van Lucille van Wijbergen
Tijdschrift
NJB 31 (2017)
Euthanasie op grond van een schriftelijke wilsverklaring
Mag je iemand die zich in een gevorderd stadium van dementie bevindt doodmaken omdat hij daar ooit in een schriftelijke wilsverklaring om gevraagd heeft? Ook als hij die verklaring inmiddels vergeten is en misschien niet eens meer begrijpt wat ‘dood zijn’ betekent? Artsen die aan de schriftelijke wilsverklaring geen waarde hechten, vinden dat ze met die vroegere persoon niets te maken hebben en willen alleen maar de patiënt zien zoals die zich nu presenteert. Hun eigenlijke motief is echter geen respect voor de wil of bekommernis om het belang van de ‘weerloze’ patiënt maar het niet willen of kunnen overschrijden van een ware morele grens. Artsen zouden dit morele dilemma moeten erkennen, en niet met rationalisaties moeten aankomen die kennelijk niet deugen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden bij de toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag
In dit artikel worden twee situaties beschreven waarin het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden wordt toegepast. Het wordt in deze situaties gebruikt omdat het voor het bestuursorgaan niet goed mogelijk is om feiten en omstandigheden die in haar bewijsdomein liggen te bewijzen. Bij het verkeerd aanbieden van een huisvuilzak is dat nog voorstelbaar en zijn de gevolgen van het toepassen van het bewijsvermoeden uiteindelijk gering. Voor de Afghaanse 1F’er heeft de toepassing van het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden veel grotere gevolgen en is het bovendien haast onmogelijk om het vermoeden te weerleggen. Bovendien is de Nederlandse toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag niet in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Lees het hele artikel in Navigator.
Juristen, in het bijzonder advocaten, profijtelijk voor de samenleving én de burger?
Iedere jurist, in elk geval iedere advocaat, kent van oudsher het voor de hand liggende verwijt dat het recht en de rechtsstaat profijtelijker zijn voor de jurist dan voor de samenleving. Nieuw is dat deze geluiden nu ook meer vooraanstaande vertolkers hebben gevonden. Een terugblik op ontwikkelingen in de advocatuur in samenhang met maatschappelijke ontwikkelingen vanaf midden vorige eeuw tot heden werpt licht op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen, maar ook op hoe het verder moet.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 28 (2014)
Verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht
Per 1 maart 2014 is de ‘Wet verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht’ in werking getreden. De nieuwe wet roept de nodige vragen op, al is het momenteel nog onduidelijk hoe deze wet in de praktijk zal worden toegepast. De nieuwe bevoegdheden bewerkstelligen inhumane situaties, zo wordt hier betoogd, waarbij de waardigheid van de vreemdeling wordt aangetast. Daarbij is er gevaar voor inbreuk op grondrechten terwijl de noodzaak daarvan niet is aangetoond. De verweermogelijkheden van de vreemdeling tegen de nieuwe wetgeving zijn minimaal, maar is de vreemdeling ook nog illegaal dan is deze helemaal rechteloos.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het plan opgevat om het huidige Wetboek van Strafvordering (volledig) te moderniseren. Waar het huidige Wetboek een jarenlange ontstaansgeschiedenis heeft zal de introductie van het nieuwe Wetboek, als de voortekenen niet bedriegen, in een veel kortere periode tot stand komen. Het Wetboek wordt gemoderniseerd om ‘de tand des tijds’ weer adequaat te kunnen doorstaan, maar daarbij wordt de verdediging tegelijkertijd teruggedrongen in een rol die zich kenmerkt door een gebrek aan rechten, tijd en mogelijkheden. Efficiënt is dat, bezien vanuit een vervolgende overheid, ontegenzeggelijk wel, maar het predicaat ‘behoorlijk’ verdient het niet.
Artikel 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aanstaande. Een prachtige kans, niets te vroeg ook, om het wetboek up to date te krijgen. Om wensen, dromen zo u wilt, te realiseren en het wetboek bestendig te maken voor de komende decennia. Minister Opstelten is er met zijn toespraak bij het congres Modernisering Wetboek van Strafvordering al in een vroeg stadium in geslaagd om de betrokkenen bij die modernisering op scherp te zetten. Zijn toespraak spitste zich toe op het eerste artikel van het huidige wetboek: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
Willem Johannes Witteveen
De afspraken met Willem Witteveen staan nog in onze agenda’s: over de begeleiding van promovendi en studenten, nieuwe onderzoeksplannen en de methodiek van het onderwijs. Maar voordat we weer zouden overgaan tot de orde van de dag, zouden we zijn verhalen horen over de reis door Indonesië. De veelheid van culturen en religies in dat grote land zou Willem ongetwijfeld hebben geassocieerd met de vragen die hem bezighielden zo lang als we ons herinneren; vragen naar de mogelijkheden van mensen om in vrede samen te leven in een wereld die op zoek is naar ordening door het recht.
Over soevereiniteit