Artikelen van Loe Sprengers

Tijdschrift NJB 39 (2024)
‘Er is een Staten-Generaal van het Koninkrijk’
Gohar Karapetian
Het democratisch deficit binnen het Koninkrijk der Nederlanden staat opnieuw volop in de belangstelling. Dat tekort is te omschrijven als het ontbreken van democratische representatie van de Nederlanders uit de Caribische landen bij de besluitvorming op Koninkrijksniveau. In een spontaan advies van oktober 2024 stelt de Raad van State van het Koninkrijk voor het actieve kiesrecht voor de Tweede en Eerste Kamer uit te breiden naar Nederlanders in de Caribische landen. In deze bijdrage wordt een alternatieve structuur aan gedragen om het democratisch tekort te verhelpen.

[verder lezen in InView]

Een moderne blik op het concordantiebeginsel en lokale context
Peter Klik
In deze bijdrage wordt, na een kritische blik op huidige, door de historische context ingegeven, opvattingen over het concordantiebeginsel, zoals vastgelegd in het Statuut, het belang van aansluiting van het Caribische recht op de lokale context benadrukt. Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk is het belangrijk om tot een meer eigen rechtsontwikkeling te komen.

[verder lezen in InView]

Zo Grondwet, zo rechtsstaat
Lilian Gonçalves-Ho Kang You
De Cleveringaleerstoel is ingesteld door de Universiteit Leiden ter herinnering aan hoogleraar Rudolph Pabus Cleveringa en zijn moedige optreden in november 1940 tijdens de Duitse bezetting en ter herdenking van de bevrijding in 1945. Op de Cleveringaleerstoel neemt elk academisch jaar iemand anders plaats, uit binnenof buitenland. De wisselleerstoel bestaat sinds 1970. Het thema alterneert jaarlijks tussen de Tweede Wereldoorlog en Vrede, recht & veiligheid. In het academisch jaar 2024-2025 wordt de leerstoel bekleed door Lilian Gonçalves-Ho Kang You. Nu polarisatie en discriminatie toenemen, laat deze jurist en mensenrechtenactivist in haar Cleveringa-oratie zien hoe gevaarlijk uitsluiting is.

[verder lezen in InView]

Reactie op ‘Nederlands stakingsrecht getoetst’
Jaap van Slooten
Burger c.s. bespreken in het artikel ‘Nederlands stakingsrecht getoetst’ in NJB 2024/1879, afl. 29, het oordeel van het ECSR naar aanleiding van een klacht van ETUC, FNV en CNV over het toetsingskader van de Hoge Raad in de stakingsarresten Amsta en Enerco en over de toepassing daarvan in lagere rechtspraak sindsdien. Het ECSR heeft deze klachten afgewezen, maar de auteurs zien toch aanleiding de Hoge Raad te vragen om in een cassatieprocedure in het belang der wet ‘het toetsingskader nader te preciseren’. Ik plaats een paar vraagtekens bij dat betoog.

[verder lezen in InView]

Naschrift
Pauline Burger, Teun Jaspers, Loe Sprengers en Rudi van der Stege
In reactie op ons artikel in NJB 2024/1879, afl. 29 plaatst Jaap van Slooten een aantal vraagtekens bij onze conclusie dat er reden is naar aanleiding van het oordeel van het ECSR om het Amsta/Enerco-toetsingskader van de Hoge Raad nader te preciseren. Van Slooten vindt die noodzaak niet aanwezig en denkt dat via de reguliere route van jurisprudentievorming een nieuw toetsingskader tot stand kan komen, mocht daar een behoefte aan of een noodzaak toe zijn. De Amsta/Enercoleer is voldoende lenig om eventuele nadere uitwerking te absorberen. Wij verschillen van mening met Van Slooten, zowel ten aanzien van de noodzaak als het tempo waarin daaraan inhoud gegeven zou moeten worden.

[verder lezen in InView]

11 december 2024
Tijdschrift NJB 29 (2024)
Nederlands stakingsrecht getoetst
Pauline Burger, Teun Jaspers, Loe Sprengers en Rudi van der Stege
In 2021 besluiten de vakbonden een collective complaint in te dienen bij het Europees Comité van Sociale Rechten. De bonden waren van oordeel dat de ruime uitleg van de lagere rechtspraak, maar ook het ter zake gegeven kader van de Hoge Raad, van artikel G van het Europees Sociaal Handvest, dat mogelijkheden om beperkingen te stellen aan het collectieve actierecht weergeeft, in strijd is met het strikte kader dat daarvoor in dat artikel wordt gegeven. In het recent openbaar gemaakte oordeel van het Comité inzake deze klacht oordeelt het ECSR dat het raamwerk dat door de Hoge Raad is gegeven, als zodanig niet strijdig is met het recht op collectieve actie. Dat in de lagere rechtspraak dat raamwerk niet altijd uniform en consistent wordt toegepast wordt door het Comité evenmin als een systemische tekortkoming beoordeeld. Het Comité vindt het echter wel wenselijk het door de Hoge Raad gegeven kader te preciseren, zodat de lagere rechters daarin beter worden geleid. Dat zou de voorspelbaarheid van de uitleg en de toepassing van het stakingsrecht in Nederland verbeteren. Nu de mogelijkheden voor vakbonden om in procedures de Hoge Raad tot precisering van de Enerco/Amsta-arresten aan te moedigen beperkt zijn ligt het meest voor de hand dat de Hoge Raad deze handschoen zelf oppakt. Een gerede mogelijkheid daartoe is om cassatie in het belang der wet in te stellen.

[verder lezen in InView]

Concurrentiebeding bij zzp’ers?
Nuna Zekić en Eric Tjong Tjin Tai
Het is bekend dat concurrentiebedingen in arbeidsovereenkomsten op grote schaal oneigenlijk worden gebruikt. Dit oneigenlijke gebruik van concurrentiebedingen beknot onnodig de kansen van werknemers om een andere dienstbetrekking te vinden. Het concurrentiebeding werpt belemmeringen op voor de uitoefening van het grondrecht op vrije arbeidskeuze. Het is echter ook interessant te onderzoeken hoe we het gebruik van concurrentiebedingen in overeenkomsten met zzp’ers tegen deze achtergrond moeten zien, hoe dit zich verhoudt tot het belemmeringsverbod en de hervormingsplannen voor het concurrentiebeding. Gaat het om gerechtvaardigde bescherming van bedrijfsbelangen van de opdrachtgever en is het beperken van de opdrachtnemer in zijn mogelijkheden om opdrachtgevers te vinden noodzakelijk om die gerechtvaardigde belangen te beschermen? Bij echte zelfstandigen zal niet vaak een legitieme reden aanwezig zijn om een concurrentiebeding op te nemen. De aanwezigheid van een concurrentiebeding zou dus een aanwijzing kunnen zijn dat sprake is van schijnzelfstandigheid.

[verder lezen in InView]

Mikael is geen vreemdeling!
Willem van Tongeren
De rechter zou in Nederland geboren tieners moeten aanspreken met hun voornaam en in begrijpelijke taal moeten uitleggen waarom zij niet in Nederland mogen blijven, in plaats van de afstandelijke term ‘vreemdeling’ jegens hen te gebruiken en in ambtelijke taal te spreken.

[verder lezen in InView]

Gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding vergt uitzondering voor burka en nikab
Paul van Sasse van IJsselt
De Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding trad vijf jaar geleden in werking en is inmiddels geëvalueerd. Professionals kennen aan de Wgbk slechts een beperkte meerwaarde toe. De wetgeving blijkt daarentegen wel een sterk negatief effect te hebben op de relatief kleine groep vrouwen die een nikab draagt. Zij worden agressief benaderd, raken geïsoleerd, kunnen minder goed participeren en openbare voorzieningen worden minder toegankelijk voor hen.

[verder lezen in InView]

25 september 2024