Artikelen van Lili Szuhai
Tijdschrift
NJB 38 (2021)
Een regeling voor ‘verantwoord draagmoederschap’?
Momenteel wordt draagmoederschap in Nederland ontmoedigd door de combinatie van een aantal strafbepalingen en de afwezigheid van een familierechtelijke regeling voor draagmoederschap. Dit ontmoedigingsbeleid heeft tot doel om misstanden rondom draagmoederschap en de opkomst van een voortplantingsmarkt tegen te gaan. Volgens de Staatscommissie Herijking Ouderschap schiet het bestaande ontmoedigingsbeleid echter zijn doel voorbij en zij beveelt aan om over te gaan op een meer pragmatisch draagmoederschapsbeleid. Het kabinet-Rutte III heeft deze aanbeveling overgenomen hetgeen resulteerde in de publicatie van het conceptwetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming. Ook de auteurs van dit artikel onderschrijven, net als het rapport van de Staatscommissie en het conceptwetsvoorstel, het ideaal van ‘verantwoord draagmoederschap’ op volledig vrijwillige en altruïstische basis, maar zij zetten een aantal grote vraagtekens bij hoe ‘verantwoord’ het draagmoederschap zal zijn dat wordt gefaciliteerd via de voorgestelde regeling.
Wet regulering sekswerk
Met het wetsvoorstel Wet regulering sekswerk beoogt de regering de kwetsbare positie van sekswerkers te versterken, sekswerk te destigmatiseren en misstanden te bestrijden. Een van de middelen die daartoe wordt voorgesteld is de invoering van een vergunningplicht voor sekswerk. Om een vergunning te bemachtigen dient de potentiële sekswerker voldoende ‘zelfredzaam’ te zijn, althans in de ogen van de ambtenaren die de ‘zelfredzaamheidstoets’ uitvoeren. Deze bijdrage analyseert in hoeverre de zelfredzaamheidstoets geschikt is om de in het wetsvoorstel geformuleerde doelen te bereiken. De kwetsbaarheidstheorie van Martha Fineman vormt hierbij het normatief kader. Deze theorie leent zich hier bij uitstek voor want zij bespreekt de rol van recht en politiek in het verminderen of vergroten van de kwetsbaarheid van burgers, zij biedt een instrument om stigmatisering van kwetsbare personen tegen te gaan en de theorie richt zich tot de wetgevende macht. De analyse leidt tot kritische opmerkingen over de meetbaarheid van zelfredzaamheid, de geschiktheid van de zelfredzaamheidstoets in het licht van de beoogde doelen van het wetsvoorstel en het totstandkomingsproces van het wetsvoorstel.
Aansprakelijkheid van de moeder bij onrechtmatige daden van de dochter
Geleid door de standaardarresten van de Hoge Raad, is in het denken over aansprakelijkheid van de moeder voor door de dochter onbetaald gebleven schulden, impliciet de veronderstelling geweest dat het gaat om aansprakelijkheid jegens contractscrediteuren. De aansprakelijkheid van de dochter uit onrechtmatige daad is een wezenlijk ander gevalstype. Contractscrediteuren hebben met de beperkte aansprakelijkheid van de dochter ingestemd. Dat geldt niet voor onrechtmatige daadscrediteuren; zij zijn crediteur tegen hun wil. De regel voor contractscrediteuren kan hierdoor niet gedachteloos worden toegepast op onrechtmatige daadscrediteuren.
In memoriam mr. W.E. Haak
Afgelopen september overleed mr. Pim Haak, oud-president van de Hoge Raad. Oud-president Geert Corstens memoreert hem.
Een wettelijke vaccinatieplicht?
In zijn artikel Vaccineren: keuzevrijheid of plicht volgens het EHRM? roept Aart Hendriks de overheid op om, als onvoldoende mensen zich laten vaccineren tegen COVID-19, andere maatregelen te treffen: ‘Van indringende vaccinatiecampagnes tot een vaccinatieplicht’. Dit artikel vraagt om reactie.