Artikelen van Laura Di Bella

Tijdschrift NJB 44 (2016)
Bezwaarbehandeling door de overheid anno 2016
Marc Wever
De Awb-wetgever heeft de bezwaarprocedure bedoeld als informele en oplossingsgerichte geschilbeslechtingsprocedure. Ook volgens de best practices die zijn geformuleerd in de door het Ministerie van BZK uitgegeven handleiding Professioneel behandelen van bezwaren moet de bezwaarbehandeling primair gericht zijn op het naar tevredenheid van de bezwaarmaker oplossen van het geschil. In het verleden bleek de wijze waarop bestuursorganen bezwaren behandelden zelden overeen te komen met dit ideaal. In hoeverre was dit anno 2016 wel het geval?


Lees het hele artikel in Navigator.

De taal van procederende advocaten
Maarten Feteris
Dit artikel, dat een bewerking is van een lezing gehouden op het Jonge Balie Congres, richt zich tot de (jonge) advocatuur en geeft vanuit het oogpunt van de rechter een aantal gedachten en tips mee die kunnen helpen bij het overtuigen van een rechter. Daarbij wordt ingegaan op het gebruik van plechtige of ingewikkelde taal, de lengte van pleidooien en het kleineren van de tegenstander.


Lees het hele artikel in Navigator.

Hof van Justitie neemt motiveringsplicht aan bij het niet-stellen van prejudiciële vragen
Martijn Snoep en Laura Di Bella
De Europese rechtspraak over de betekenis en reikwijdte van de prejudiciële verwijzingsplicht is in ontwikkeling. In het arrest Association France Nature Environnement heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie voor het eerst uitgesproken dat een hoogste rechter onder omstandigheden bij niet-prejudicieel verwijzen uitvoerig dient te motiveren waarom redelijkerwijs geen twijfel bestaat over de juiste toepassing van het Unierecht. Auteurs betogen dat de in dit arrest geformuleerde motiveringsplicht een bredere betekenis heeft, omdat uit de overwegingen van het Hof kan worden afgeleid dat een plicht bestaat om bij beslissingen over fundamentele regels van Unierecht uitvoerig te motiveren waarom geen twijfel bestaat over de juiste uitleg daarvan.


Lees het hele artikel in Navigator.

De zaak Anneke Beekman
Dolph Boddaert
Het Joodse meisje Anneke Beekman werd in de oorlog wees en daardoor bleven na afloop van de oorlog de katholieke zusters waar zij door haar ouders op tijd was ondergebracht als pleegouders voor haar zorgen. De Commissie voor Oorlogspleegkinderen was van mening dat het Joodse meisje in een Joods gezin moest worden opgevoed en voerde een jarenlange strijd met de zusters om de voogdij van Anneke. De hogere rechters gaven de Commissie gelijk. Hoe zouden de uitspraken van het gerechtshof in 1948 en die van de Hoge Raad in 1949 in deze zaak bezien moeten worden in het licht van het (pas later in werking getreden) Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?


Lees het hele artikel in Navigator.

Is een dagvaarding een procesinleiding?
Eric Tjong Tjin Tai
Per 9 juli 2016 is de nieuwe KEI-wetgeving vastgesteld, bestaande uit een pakket van vier wetten. De inwerkingtreding is tot op heden niet officieel aangekondigd.3 Wel is informeel al aangegeven dat de eerste zaken per 1 februari 2017 onder KEI-Rv zouden vallen, terwijl er een langdurige overgangsfase is die minstens tot 2019 zal lopen.4 Zolang duurt het dus voordat alle zaken onder KEI-Rv zullen vallen. In de tussenliggende periode moet voor een deel van de procedures en/of gerechten volgens KEI-Rv worden geprocedeerd, terwijl voor het resterende deel de regels van het huidig Rv nog moeten worden gevolgd. Dit leidt tot de curieuze, en vanuit wetstechnisch oogpunt tamelijk twijfelachtige situatie dat er twee geldende wetteksten voor het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn.


Lees het hele artikel in Navigator.

14 december 2016
Tijdschrift NJB 23 (2013)
De Vereniging Martijn mag toch bestaan
Gelijn Molier
Over de scheiding van recht en moraal
Enigszins gechargeerd kan worden gesteld dat de redenering op grond waarvan de rechtbank de Vereniging Martijn verbood vooral door morele gronden is ingegeven, terwijl het hof in de beslissing waarmee zij dit verbod ongedaan maakt vooral rechtsstatelijke argumenten de doorslag laat geven en het recht strikt scheidt van de moraal. Daarmee vormt het juridisch geschil inzake de Vereniging Martijn tevens een illustratie van een klassiek rechtstheoretisch vraagstuk, namelijk de vraag of recht en moraal al dan niet behoren te worden gescheiden.
Het relativiteitsvereiste en de vergoeding van vermogensschade bij overheidsaansprakelijkheid
Laura Di Bella
Kritiek en voorstel voor alternatief
De arresten Duwbak Linda en Iraanse vluchtelinge geven blijk van een activistische toepassing van het relativiteitsvereiste als instrument om de omvang van de overheidsaansprakelijkheid in toom te houden. Het grootste bezwaar tegen de doorslaggevende rol van het primaire doel van publiekrechtelijke regelingen die daaruit volgt, is dat het algemeen belang een prominente rol speelt bij de doelstelling van alle publiekrechtelijke regelingen. Vanwege deze grote gemene deler bestaat over het algemeen onvoldoende juridisch relevant verschil tussen het doel en de strekking van publiekrechtelijke normen om op grond van dit verschil te bepalen of recht op vergoeding van vermogensschade van direct betrokkenen bestaat. Het Europese criterium van het ‘rechtstreekse economische gevolg’ is daartoe meer geschikt.
De strafbaarstelling van illegaliteit
Sohail Wahedi
Met een kanon op een mug schieten?
Wordt met de strafbaarstelling van illegaal verblijf met een kanon op een mug geschoten? Dat is niet uit te sluiten, zeker niet nu geen antwoord wordt gegeven op zoveel cruciale vragen die samenhangen met de haalbaarheid van de doelstellingen van dit wetsvoorstel. De Raad van State heeft negatief geadviseerd over dit wetsvoorstel. Ook het ‘maatschappelijk middenveld’ lijkt niet bijster gecharmeerd te zijn van deze strafbaarstelling. De indruk bestaat dat deze strafbaarstelling gebruikt wordt voor andere doelen. Niet in de laatste plaats om sneller over te gaan tot inbewaringstelling van illegale vreemdelingen. Onrechtmatig verblijf als zodanig lijkt de overheid een carte blanche te geven. Dat lijkt voldoende te zijn om een zo diverse groep als illegale vreemdelingen te zien als een homogene groep, met alle gevolgen van dien.
Maatregel van SGP is niet logisch
Klaas Vreden
Reactie op Kooijman NJB 2013/659
Naschrift
Rob Kooijman
7 juni 2013