Artikelen van Karen Geertsema
Blog
Migratiemaatregelen: voer voor de formatie
In deze bijdrage worden 53 ambtelijke stukken geanalyseerd die laten zien dat de mogelijkheid van regulering van migratie door het vorige kabinet serieus is genomen. De stukken laten echter ook zien hoe weinig marges Nederland heeft om een eigen nationaal migratiebeleid te voeren.
Tijdschrift
NJB 40 (2023)
Vijftig jaar euthanasie(beleid)
Een uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden uit 1973 bood een eerste opening voor legitiem levensbeëindigend handelen door een arts op verzoek van een patiënt. Inmiddels zijn we vijf decennia verder en is de huidige euthanasiewet dit jaar voor de vierde keer geëvalueerd. Waar staan we momenteel en welke (rechts)vragen zijn thans aan de orde?
‘Gezocht: een rechter die rechtspreekt vanuit karakter en geweten’
Hoewel rechters in beginsel geen politieke agenda behoren te hebben, krijgen zij de facto veel ruimte van de nationale en internationale wetgever om maatschappelijk gevoelige knopen door te hakken. Hoe moeten rechters met die rechterlijke ruimte omgaan in ‘gepolariseerde zaken’ waarover maatschappelijk sterk verdeeld wordt gedacht? Zouden rechterlijke kernwaarden zoals onafhankelijkheid of onpartijdigheid gerelativeerd kunnen worden ten faveure van (opvattingen over) rechtvaardigheid? Nu die opvattingen uiteenlopen is voorzichtigheid geboden.
Het doel heiligt de (cassatie)middelen
Onze hoogste civiele rechter is gebonden aan het cassatiemiddel. Niettemin worden de cassatiemiddelen niet gepubliceerd. De Hoge Raad geeft de klachten wel weer, maar doet dat kernachtig en toegespitst op het oordeel dat hij wenst te geven. Hierdoor geeft het lezen van de uitspraak meestal een beperkt zicht op het debat dat zich tussen partijen in cassatie heeft afgespeeld.
Migratiemaatregelen: voer voor de formatie
Tijdens de formatie wordt ongetwijfeld besproken welke mogelijkheden er zijn om migratie te reguleren. In deze bijdrage worden 53 ambtelijke stukken geanalyseerd die laten zien dat de mogelijkheid van regulering door het vorige kabinet serieus is genomen. De stukken laten echter ook zien hoe weinig marges Nederland heeft om een eigen nationaal migratiebeleid te voeren. Zowel reguliere migratie als asielmigratie worden vrijwel geheel door Europese regelgeving bepaald. Dat (de omvang van) migratie door een substantieel deel van de Nederlandse bevolking als probleem wordt ervaren, betekent wel dat de Nederlandse bevolking beter moet worden voorgelicht over de werkelijke omvang en invloed van migratie op de Nederlandse samenleving en zich ervan bewust wordt dat veel van de ervaren problemen juist niet primair met migratie te maken hebben. Auteurs benadrukken het belang van een kabinet dat de fundamentele rechten in acht neemt en de verleiding zal weten te weerstaan om ficties tot uitgangspunt van beleid te nemen.
Tijdschrift
NJB 32 (2023)
Diffuse besluitvorming over noodopvanglocaties voor asielzoekers en tijdelijk ontheemden
De opvang van asielzoekers is een onderwerp dat zowel politiek als maatschappelijk al een aantal jaar voor spanning zorgt. Bestuurders op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau opereren sinds 2021 in crisisstand om opvangplekken te realiseren. In deze bijdrage wordt betoogd dat dit tot diffuse besluitvorming leidt die democratische legimitatie ontbeert. Een grondige herijking van uitoefening van bevoegdheden en toewijzing van taken is van belang en het is de vraag of de beoogde Spreidingswet hieraan tegemoet komt.
Het ‘nieuwe’ College van procureurs-generaal
Het flink vernieuwde College van procureurs-generaal maakte daags na aantreden van de nieuwe voorzitter een mission statement wereldkundig: ‘Nieuw College, nieuwe accenten’. Vergelding lijkt daarin weer voorop te staan als doel van strafrechtelijke handhaving. Samenwerkingsverbanden die op de preventie van strafbare feiten zijn gericht krijgen minder prioriteit. Zal de soep werkelijk zo heet gegeten worden? Een welwillende lezer vindt toch enige nuance.
De schikkingspraktijk van de civiele rechter in handelszaken
De civiele rechter heeft zichzelf de afgelopen twintig jaar opnieuw uitgevonden als binnengerechtelijke alternatieve geschillenbeslechter. Naast rechtspreken is het bemiddelen tussen partijen tot de kerntaak van de rechter gaan behoren. dit toegenomen belang van schikken tijdens de mondelinge behandeling vergt wel dat daarvoor (nadere) kwaliteitsnormen worden vastgesteld. Die betreffen niet alleen het handelen van de rechter maar ook dat van advocaten.
Het meten van grondwetsinternalisering
‘Grondwet begrepen door gewone mensen’ van Jelle But (NJB 2023/1323) is een fascinerende bijdrage over een uiterst relevant onderwerp, op basis van een enquête onder 1333 respondenten. Het heeft onze gedachten gescherpt over wat moet worden verstaan onder grondwetsinternalisering, hoe je dat verschijnsel kunt meten en in hoeverre Nederlanders grondwettelijke waarden hebben geïnternaliseerd – maar we bleven na lezing van zijn bijdrage ook met een aantal vragen zitten, waardoor we ons afvragen wat de waarde is van de conclusies die But op basis van zijn onderzoek trekt.
Naschrift
Marseille & Wever stellen in hun reactie terechte vragen over het onderzoek naar grondwetsinternalisering. Deze vragen vallen uiteen in twee categorieën: 1) het ontbreken van de methode van gegevensverzameling, waardoor representativiteit, validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek in het geding komen, en 2) de conceptualisering van het begrip internalisering, onder meer of de vraagstelling en antwoordmogelijkheden wel leiden tot het meten van grondwetsinternalisering – anders dan feitenkennis over grondwettelijke bepalingen. In het verlengde hiervan stellen zij de vraag hoe bevindingen uit het onderzoek te interpreteren.
Tijdschrift
NJB 37 (2021)
Maatschappelijke regulering als effectief en waardevol rechtsvindingsinstrument
In dit artikel staat centraal wat de rol is van maatschappelijke regulering bij invulling van de maatschappelijke betamelijkheid en welke omstandigheden relevant zijn bij de bepaling van die rol. Om die vraag te beantwoorden zijn de stand van de doctrine en de stand van de rechtspraktijk onderzocht en is een vergelijking tussen beide gemaakt. Uit de vergelijking blijkt dat in de feitenrechtspraak weinig terug te zien valt van wat de literatuur zo bezighoudt. De conclusie van het stuk is dat het wellicht tijd is maatschappelijke regulering te omarmen als functioneel, waardevol en effectief rechtsvindingsinstrument. In verreweg de meeste gevallen helpt zij de rechter werkelijk vast te stellen wat de maatschappelijke betamelijkheid inhoudt.
Recht vinden bij de rechtbank
De Werkgroep reflectie toeslagenaffaire rechtbanken is in maart 2021 ingesteld met als doel om te reflecteren op de rol van de bestuursrechter in kinderopvangtoeslagzaken. In dit artikel doen de leden van de Werkgroep kort verslag van hun bevindingen.
Procesrechtelijke lessen uit de Toeslagenaffaire
In deze bijdrage wordt een aantal belangrijke feitelijke bevindingen van de Werkgroep Reflectie Toeslagenaffaire Rechtbanken belicht, die doen begrijpen waarom het onrecht lang onopgemerkt bleef en aan de hand waarvan wordt bezien in welke mate de in het rapport geanalyseerde problematiek onderdeel is van het systeem van bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Wat is de invloed geweest van de aanvankelijk beperkte omvang van het aantal zaken? Waarom werd een groot deel van de beroepen in deze zaken ingetrokken? Heeft de drang naar definitieve geschilbeslechting een rol gespeeld? De eerstelijnsrechter zal zich moeten herbezinnen op zijn rol. In elk geval is naast meer maatwerk óók een volwaardigere rechtmatigheidsbeoordeling van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels aangewezen.
Kinderopvangtoeslagaffaire: ook een spiegel voor de rechtenfaculteiten
De kinderopvangtoeslagaffaire dwingt tot zelfreflectie; niet alleen op de rol van de staatsmachten en de verhouding tot elkaar, maar tevens op de rol van de rechtenfaculteiten (en de rechtswetenschappers). Het is immers hoofdzakelijk daar waar de personen (studenten) tot toepassing van het recht worden opgeleid.
Polexit-uitspraak is een aanval op de Europese rechtsorde
Een nieuw constitutioneel dieptepunt is bereikt in Polen. Met de publicatie van de zogenaamde Polexit-uitspraak in het staatsblad omarmt de Poolse regering de rechterlijke aanval op de fundamenten van de EU-rechtsorde. De geringe speelruimte om dit constitutionele drama met een sisser te laten aflopen, is hiermee verkeken. Toch lijkt de ernst van de zaak nog niet tot iedereen doorgedrongen.
Tijdschrift
NJB 14 (2021)
Ongezien onrecht in het vreemdelingenrecht
Het vreemdelingenrecht is een deelgebied van het bestuursrecht waarbij een groot ambtelijk apparaat, de IND, belast is met de uitvoering, zoals de Belastingdienst bij de toeslagen. Net als in de toeslagenaffaire hebben de belanghebbenden vaak een beperkt inkomen, zelden de Nederlandse nationaliteit en moeilijk toegang tot het recht. Bovendien gaat het om veel zaken: vreemdelingenzaken vormen 65% van alle afgedane ABRvS-zaken. En ook in vreemdelingenzaken is sprake van ongekend onrecht waarvoor politiek en samenleving ook nog eens liever de ogen sluiten. Dat onrecht komt voort uit vergelijkbare factoren als die speelden in de toeslagenaffaire zoals rigide wetgeving zonder hardheidsclausules, geïnstitutionaliseerd wantrouwen ten aanzien van een kwetsbare groep, een bestuur dat te weinig oog heeft voor de menselijke maat en constant de politieke boodschap hoort dat het beleid restrictief moet zijn en tot slot een rechterlijke macht die het bestuur de hand boven het hoofd houdt.
Inburgering
De Wet Inburgering 2022 is een voortzetting van, in plaats van een breuk met, het gevoerde inburgeringsbeleid van de afgelopen 25 jaar. Vreemdelingrechtelijke doelen zijn hierbij steeds centraler komen te staan, ten koste van het doel om de gelijkwaardige deelname van inburgeraars aan de maatschappij te faciliteren. Om deze doelen te ontkoppelen (en in lijn te brengen met EU-recht) is een fundamentele herziening van het hele stelsel nodig, waarbij taalverwerving en participatie naar vermogen en eigen inzicht – en het tegengaan van verscheidende uitsluitingsmechanismen – centraal zouden moeten staan.
Over de rechtsstaat en het ‘aso-azc’
Sinds 2017 worden asielzoekers die overlast veroorzaken in reguliere opvangcentra niet langer meer op straat gezet, maar overgeplaatst naar speciale toezichtlocaties waar hun vrijheid in verregaande mate wordt beperkt. In deze bijdrage wordt deze overplaatsing van asielzoekers onderzocht vanuit het perspectief van de rechtsstaat. De rechtsstaat is een veelgebruikt toetsingskader voor overheidshandelen. De vraag waarom de rechtsstaat van zo fundamenteel belang is, wordt echter vaak niet expliciet beantwoord. Deze bijdrage neemt als uitgangspunt dat de rechtsstaat noodzakelijk is voor het waarborgen van een fundamentele vorm van vrijheid: vrijheid als non-dominantie. Om deze vorm van vrijheid te kunnen waarborgen is het van belang dat de machtsuitoefening door de staat voldoende wordt gecontroleerd door het recht, waarvoor legaliteit, een verantwoordingsplicht en het respecteren van de dualiteit in het recht noodzakelijke elementen zijn. Bij de aanpak van overlastgevende asielzoekers wordt hier niet altijd aan voldaan. Deze conclusie is niet alleen relevant voor de verdere ontwikkeling van regelgeving en rechtspraak over overlastgevende asielzoekers, maar laat ook het belang zien van het hier ontwikkelde toetsingskader voor de evaluatie van regelgeving en rechtspraak op andere terreinen van machtsuitoefening door de overheid.
Geen dwangsommen bij de Vreemdelingenwet?
Ondanks uitsluitend negatieve adviezen van talrijke organisaties en instituties heeft de Staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid toch het voorstel ingediend om het innen van dwangsommen in asielzaken definitief onmogelijk te maken. Sterker nog, zij wil de hele Vreemdelingenwet immuniseren tegen dwangsommen bij overschrijding van de toch al opgerekte beslistermijnen. In deze bijdrage is nog weer een aantal redenen opgesomd waarom dit een verwerpelijk plan is dat hopelijk het demissionaire kabinet niet zal overleven.
Het ambtsbericht Rwanda
In het thematisch ambtsbericht over mensenrechten en justitie in Rwanda van 18 augustus 2016 wordt de situatie in Rwanda op die terreinen wel erg rooskleurig voorgesteld. Terwijl eerdere ambtsberichten hierover een meer accuraat beeld schetsten. Niet duidelijk is waarom dat eerdere beeld is bijgesteld. Als de bronnen die BuZa zelf voor dit ambtsbericht gebruikte, er op worden nageslagen ontstaat toch een heel wat verontrustender beeld dan uit het ambtsbericht 2016 oprijst. Dat verontrustende beeld wordt bevestigd door talloze andere betrouwbare openbare bronnen. Dat een dergelijk algemeen ambtsbericht grote en verschrikkelijke gevolgen kan hebben voor individuele mensen illustreert de zaak van de in 2016, drie maanden na verschijning van het ambtsbericht, door Nederland aan Rwanda uitgeleverde Jean-Baptiste Mugimba. Op het proces dat tegen hem gevoerd wordt, en dat nog steeds niet in een veroordeling is uitgemond, is vanuit rechtsstatelijk oogpunt, heel wat aan te merken, evenals op de door de minister aan de Kamer toegezegde monitoring van dat proces.