Artikelen van Jurriën Hamer
Tijdschrift
NJB 26 (2020)
Onder de schaduw van cyberoorlog
Cyberaanvallen scheppen een nieuwe dimensie van strijd, in dit artikel het cyberconflict genoemd. We hebben het dan over cyberaanvallen door statelijke of door staten gesponsorde actoren door middel van cybersabotage, cyberspionage en verspreiding van desinformatie. Tot nu toe hebben cyberaanvallen nog niet geleid tot een cyber-fysieke oorlog. De huidige internationale situatie is echter riskant en zorgwekkend, en het cyberconflict zou kunnen escaleren. Er worden vijf mogelijke oplossingen geformuleerd voor de de-escalatie van het internationale cyberconflict. Er zouden in ieder geval duidelijke internationale afspraken moeten worden gemaakt op het gebied van offensieve cybermogelijkheden. Daarbij volstaat het niet om slechts te verwijzen naar het al bestaande internationale recht – het bestaande recht beantwoordt deze vragen niet. Er is nieuwe normontwikkeling nodig.
Verloren verworvenheden
Op 1 januari 2020 is met de inwerkingtreding van de Wet USB de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van straffen van het OM naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid overgegaan. Ook het zogenoemde ‘zelfmeldbeleid’ is toen veranderd. Het belangrijkste gevolg hiervan lijkt te zijn dat de zelfmeldstatus vaker dan voor de inwerkingtreding van de Wet USB aan de veroordeelde wordt onthouden. Daarnaast blijkt de uitzonderingsgrond voor feiten waarop in de wet een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld veelvuldig reden dat iemand de zelfmeldstatus niet kan krijgen. Voor deze uitzonderingsgrond geldt dat geen discretionaire bevoegdheid meer bestaat en de zelfmeldstatus dus nooit kan worden toegekend. Dit brengt met zich dat het zelfmeldbeleid strenger is geworden in het nadeel van veroordeelden die nog maar een relatief beperkte gevangenisstraf hoeven uit te zitten.
Wijziging Besluit proceskosten bestuursrecht
In het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht gaan de vergoedingen voor professionele bijstand met 40% omhoog om die gemiddeld genomen kostendekkend te maken. De keuze de verhoging niet te laten gelden voor bezwaar en administratief beroep lijkt de auteur niet juist, omdat het geconstateerde risico op besluithandhaving uit kostenoverwegingen daardoor ten onrechte op de rechtzoekende wordt afgewenteld. Om rechters te stimuleren vaker bovenforfaitaire proceskostenvergoedingen toe te kennen is daarnaast voorgesteld een aanvullende verhogingsbevoegdheid te introduceren bij ‘kennelijk onredelijk handelen’ van het bestuursorgaan. Hoewel vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de praktische uitvoerbaarheid van deze bevoegdheid, onderschrijft de auteur de oproep de kosten van bijstand vaker ruimhartig te vergoeden. Zeker in gevallen waarin de overheid slordig of onnodig procedeert, is er geen goede grond de burger (gedeeltelijk) zelf voor die kosten te laten opdraaien.
Het Duitse voorzitterschap van de EU-Raad
Transparantie van de Raadsbesluitvorming is een meervoudig begrip. Het gaat niet alleen over toegang tot documenten, maar ook over begrijpelijkheid. Het dient niet alleen toereikend in de regels te worden vastgelegd, maar ook doordacht in de administratieve praktijk te worden toegepast. De houding van de Raad toont over de jaren op meerdere fronten duidelijke verbeteringen. Desalniettemin is de situatie nog verre van bevredigend te noemen. Het Duitse voorzitterschap wordt opgeroepen voor een kantelpunt te zorgen voor de transparantie van Raadsbesluitvorming.
Een publiek gefinancierd compensatiesysteem voor zorgpersoneel
Zorgpersoneel loopt een verhoogd risico op besmetting met COVID-19 wanneer het intensief werkt met besmette patiënten en kan daardoor blijvende gezondheidsschade en/of financiële schade ondervinden. De kans is aanzienlijk dat zorgpersoneel in het klassieke systeem van aansprakelijkheidsstelling met schade kan achterblijven, aangezien die mogelijk niet volledig op het ziekenhuis als werkgever verhaald kan worden. Een alternatief compensatiesysteem biedt de mogelijkheid voor benadeelden om door middel van een kortere procedure een tegemoetkoming te ontvangen, waarbij niet de vereisten van zorgplichtschending en causaliteit gelden. Het is wel van belang om goed na te denken over de vormgeving van een dergelijke compensatieregeling.