Artikelen van J.Th. Degenkamp
Tijdschrift
NJB 14 (2013)
Het Gerecht van de Europese Unie
Een bestuursrechter onder druk
In 1988 besloot de Raad tot instelling van het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen. De Raad wilde hiermee het Hof de ruimte geven zich te concentreren op zijn wezenlijke taak, het verzekeren van eenheid in de uitlegging van het Gemeenschapsrecht. Voor zaken die een grondig onderzoek van complexe feiten vergen, werd de invoering van rechtspraak in twee instanties bovendien geacht de rechtsbescherming te verbeteren. De rechtspraak van het Gerecht betreft dan ook vooral intellectuele eigendom, mededinging en staatssteun. Het opereert in de schaduw van de belangstelling voor het Hof, reden om de blik eens op het reilen en zeilen van dit Gerecht, dat zich steeds meer als bestuursrechtelijke rechtsvormer ontpopt, te vestigen.
In 1988 besloot de Raad tot instelling van het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen. De Raad wilde hiermee het Hof de ruimte geven zich te concentreren op zijn wezenlijke taak, het verzekeren van eenheid in de uitlegging van het Gemeenschapsrecht. Voor zaken die een grondig onderzoek van complexe feiten vergen, werd de invoering van rechtspraak in twee instanties bovendien geacht de rechtsbescherming te verbeteren. De rechtspraak van het Gerecht betreft dan ook vooral intellectuele eigendom, mededinging en staatssteun. Het opereert in de schaduw van de belangstelling voor het Hof, reden om de blik eens op het reilen en zeilen van dit Gerecht, dat zich steeds meer als bestuursrechtelijke rechtsvormer ontpopt, te vestigen.
Verhaal voor slachtoffers van de Surinaamse decembermoorden
Na dertig jaar is het nog niet te laat voor statelijke aansprakelijkheid
Na meer dan dertig jaar zijn de decembermoorden nog steeds een open zenuw in de Surinaamse gemeenschap. Een strafrechtelijke afdoening leek af en toe dichtbij maar is op dit moment weer uiterst onzeker. Hoe meer tijd er verstrijkt hoe onwaarschijnlijker het wordt dat er bewijsrechtelijk nog een sluitende zaak gemaakt kan worden. Auteur stelt voor om genoegdoening voor de slachtoffers en duidelijkheid voor de samenleving als geheel in een heel andere hoek dan de strafrechtelijke te zoeken. Statelijke aansprakelijkheid biedt niet zozeer een compromis als wel een nieuwe benadering die bij kan dragen aan heling van de wond.
Na meer dan dertig jaar zijn de decembermoorden nog steeds een open zenuw in de Surinaamse gemeenschap. Een strafrechtelijke afdoening leek af en toe dichtbij maar is op dit moment weer uiterst onzeker. Hoe meer tijd er verstrijkt hoe onwaarschijnlijker het wordt dat er bewijsrechtelijk nog een sluitende zaak gemaakt kan worden. Auteur stelt voor om genoegdoening voor de slachtoffers en duidelijkheid voor de samenleving als geheel in een heel andere hoek dan de strafrechtelijke te zoeken. Statelijke aansprakelijkheid biedt niet zozeer een compromis als wel een nieuwe benadering die bij kan dragen aan heling van de wond.
De zegeningen van teugelloos topbankieren
Markten zonder marktmeester, teugelloze markten, ontsporen zo goed als zeker eens en dat geldt in het bijzonder voor markten waar vertrouwen een cruciale rol speelt. Geld is immaterieel ‘speelgoed’ en juist hier is het vertrouwen fundamenteel geschaad. Tot nu toe is het op de financiële markten structureel gezien business as usual en als het aan de belanghebbenden ligt, zal dat zo blijven. Met de moed der wanhoop doet de auteur hier toch een paar verbetervoorstellen. Banken en verzekeringsmaatschappijen moeten, evenals nuts- en zakenbanken, weer worden ontvlecht en getracht moet worden de financiële sector weer tot normale proporties terug te brengen.
Nieuw omgevingsrecht kan niet zonder Ecosystem services
Alle wetenschappelijke disciplines om ons heen gebruiken ze al. Van economie tot planologie en van bestuurskunde tot ecologie overal wordt het concept van ecosysteemdiensten (ecosystem services) dankbaar gebruikt. Behalve in het recht. Is dat erg? Ja, dat is erg. Waarom? Omdat je ze nodig hebt om te bepalen of er sprake is van duurzame gebiedsontwikkeling en dat zou toch de hoofddoelstelling van ons omgevingsrecht moeten zijn en dus ook van de nieuwe Omgevingswet waar thans ambtelijk aan gesleuteld wordt.
Tijdschrift
NJB 2 (2013)
Strijd om stukken: de Wet processtukken
Op 1 januari 2013 is de Wet processtukken in strafzaken in werking getreden. Deze blinkt niet uit in helderheid. Ze borduurt voort op de Dev Sol-jurisprudentie van de Hoge Raad, maar toch ook weer niet. De regeling lijkt te worden uitgebreid, maar tegelijkertijd worden beperkingen ingevoerd die verder gaan dan tot nu toe op grond van de jurisprudentie mogelijk was. De wetgever stelt dat door de Wet de mogelijkheden van de verdachte om invloed uit te oefenen op de samenstelling van het procesdossier aanmerkelijk worden verbeterd, maar er worden toch heel wat barrières opgeworpen. Vanwege het beginsel van interne openbaarheid wordt de voorkeur gegeven aan de rechter-commissaris boven de raadkamer, maar op essentiële onderdelen wordt niet voorzien in de mogelijkheid dat de verdachte (verdediging) weerwoord biedt tegen hetgeen de officier van justitie te berde brengt. Vanuit het EVRM bezien is dat niet comfortabel.
Te koop: verpande vorderingen!
In deze bijdrage wordt de mogelijkheid van executoriale verkoop van vorderingen op naam door de pandhouder behandeld en meer in het bijzonder een onderhandse executoriale verkoop van een verpande vordering op naam in het kader van een securitisatie.
Het nut van rechtsvergelijking
Van juristen wordt door buitenstanders (‘leken’) vaak gezegd dat zij een in zichzelf besloten gilde vormen, waarin de uitgangspunten van hun vak nimmer ter discussie worden gesteld. Wat er ook zij van dit verwijt in het algemeen, het gaat in elk geval niet op voor mijn vroegere vriend en collega Huib Drion, jurist onder de juristen, voor wie geen enkel onderwerp buiten de palen viel. Hij was het dan ook die eens een beschouwing wijdde aan de vraag of de rechtswetenschap nu echt wel een bijdrage levert aan de rechtsontwikkeling.2 In zijn voetspoor hoop ik nu in het kort iets te zeggen over het nut van de rechtsvergelijking voor de ontwikkeling van het staatsrecht. Dat die vergelijking voor de onderzoeker zelf verrijkend is, staat daarbuiten: het gaat om de vraag of zij voor het recht van nut is.
20 jaar nieuw BW; vanaf het begin verouderd?!