Artikelen van John Zeegers
Tijdschrift
NJB 2 (2020)
Bestuurlijke vrijheidsbeneming bij rellen en demonstraties
Vanaf de invoering in 2000 was vrijwel niemand blij met de regeling van bestuurlijke ophouding. Inmiddels biedt het Hof in Straatsburg meer ruimte voor preventieve bestuurlijke vrijheidsbeneming, vanwege het maatschappelijke belang dat de overheid voldoende effectief moet kunnen optreden tegen gewelddadige ordeverstoringen. Kortdurende preventieve vrijheidsbeneming in het belang van ordehandhaving kan rechtmatig zijn. Het Hof stelt echter talrijke eisen in het belang van de bescherming tegen willekeurige vrijheidsbeneming enerzijds en de vrijheid van meningsuiting en betoging anderzijds. De huidige regeling van bestuurlijke ophouding (artikel 154a en 176a Gemeentewet) staat nog steeds op gespannen voet met het EVRM en is praktisch onwerkbaar. Het is goed dat nagedacht wordt over aanpassing van deze regeling. Via een vernieuwde regeling van bestuurlijke vrijheidsbeneming zou preventief opgetreden kunnen worden tegen individuele relschoppers. Het zal echter lastig zijn om een regeling te maken die in het Nederlandse openbare-orderecht past.
Lees het hele artikel in Navigator.
Wetgever, koester het burgerlijk procesrecht
Civiele procedures worden waarschijnlijk niet sneller en eenvoudiger met het Conceptwetsvoorstel modernisering en vereenvoudiging bewijsrecht en de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging. De wetsvoorstellen gaan uit van onjuiste veronderstellingen over het verloop van civielrechtelijke procedures en overspannen verwachtingen van de rol van de civiele rechter als alvermogende geschilbeslechter. Verdere aanpassing van de inhoud van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering na de nog maar net ingevoerde Spoedwet vereenvoudiging procesrecht is ook niet wat de civiele rechtspraak op dit moment het meest nodig heeft. De auteurs adviseren minister Dekker daarom om eerst te werken aan digitalisering van de rechtspraak, af te wachten hoe de Spoedwet uitpakt en het burgerlijk procesrecht voorlopig verder eerst maar eens te koesteren zoals het is.
Lees het hele artikel in Navigator.
In dubio pro reo bij strafuitsluitingsgronden?
Wat er feitelijk precies is gebeurd, kan in een strafproces niet altijd worden opgehelderd. In sommige gevallen krijgt de verdachte het voordeel van de twijfel. Maar moet dat ook gelden bij een beroep op een strafuitsluitingsgrond?
Lees het hele artikel in Navigator.
Catalaanse rebellen terecht veroordeeld in strijd om onafhankelijkheid?
Barcelona stond in vuur en vlam naar aanleiding van de uitspraak van het Tribunal Supremo (Hoogste Gerechtshof) dat op 14 oktober 2019 twaalf verdachten heeft veroordeeld in het zogeheten Catalaanse proces. Daarbij zijn gevangenisstraffen opgelegd van negen tot dertien jaar. De meeste verdachten bevinden zich al twee jaar in preventieve hechtenis. In de berichtgeving over dit proces wordt de Catalaanse zaak vaak meer belicht vanuit de voorstanders van onafhankelijkheid dan vanuit de tegenstanders. Het zou een politiek proces zijn, waarin de underdog het veld moet ruimen voor de ‘macht’ vanuit Madrid. Maar is dat wel zo en komt deze uitspraak na een langdurig proces met meer dan vijftig openbare zittingsdagen eigenlijk als een verrassing?
Lees het hele artikel in Navigator.
Reactie op artikel Terlouw en Hendriks
Naar aanleiding van een standpunt van het Zorginstituut Nederland worden vruchtbaarheidsbehandelingen voor vrouwen zonder mannelijke partner vanaf 1 januari 2020 niet langer vergoed vanuit de op grond van de Zorgverzekeringswet afgesloten zorgverzekering. In NJB 2019/2266, afl. 37, brengen Ashley Terlouw en Aart Hendriks enkele bezwaren naar voren over deze keuze van de Minister voor Medische Zorg om voor deze vrouwen de vruchtbaarheidsbehandelingen vanuit een subsidieregeling te bekostigen. Zij zijn van mening dat alle vrouwen op gelijke wijze in aanmerking moeten komen voor vergoeding op grond van de zorgverzekering.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 31 (2018)
Het privaatrecht als instrument in het publieke domein
Urgenda is het begin van een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin beleid ook buiten Den Haag gemaakt kan worden, zelfs buiten de politiek; in de rechtszaal. Dat geldt eens te meer als we, zoals het er nu naar uit ziet, zelfs van private actoren publiek beleid en de naleving daarvan gaan vergen. Ook de zaak van Tristan van der Vlis is het begin van een nieuw tijdperk, een tijdperk waarin een gebrek aan aan te spreken daders meer en meer ondervangen wordt door de kring van mogelijke daders breder te trekken dan voorheen mogelijk was of überhaupt bedacht kon worden. Beide constateringen getuigen van de neiging van het aansprakelijkheidsrecht om constant uit te breiden, of positiever geformuleerd, van de enorme mate van creativiteit binnen en de enorme spankracht van dat aansprakelijkheidsrecht.
Lees het hele artikel in Navigator.
Herziening in strafzaken anno 2018
De doeltreffendheid in de praktijk van de Wet hervorming herziening ten voordele blijkt vooralsnog onvoldoende. De rechtspositie van de gewezen verdachte is, in tegenstelling tot de grondgedachte van de wetgever, namelijk niet wezenlijk versterkt door de wijze van uitvoering van de nieuwe wet. Nog dit jaar dient de wet te worden geëvalueerd. Geconcludeerd wordt dat aanpassingen noodzakelijk zullen zijn. Hiervoor worden in dit artikel diverse aanbevelingen gedaan. Deze zien met name op de toegang tot en uitvoering van het voorbereidend onderzoek. Daarnaast wordt voorgesteld om bij de evaluatie van de wet ook de doeltreffendheid en effecten voor de rechtspraktijk in het overzeese deel van het koninkrijk in ogenschouw te nemen. Zowel materieel als procedureel blijkt namelijk sprake van een ongelijke situatie vergeleken met de Nederlandse regeling en van een ongelijke rechtspositie van de gewezen verdachte.
Lees het hele artikel in Navigator.
Herman Schoordijk (1926-2018)
Met het overlijden van Herman Schoordijk op 5 juli 2018 verliest Nederland een van zijn spraakmakendste civilisten.
Lees het hele artikel in Navigator.
Reactie op artikel André den Exter
In NJB-aflevering 22 gaat mr. dr. Den Exter in op het kerncriterium voor het bepalen van de omvang van het basispakket van de Zorgverzekeringswet: ‘de stand van de wetenschap en praktijk’. Omdat de Hoge Raad op 30 maart 2018 juist over dit criterium een arrest heeft gewezen was daar ook alle aanleiding toe. Merkwaardig genoeg noemt de auteur wel de zaak die bij de Hoge Raad speelde over de PTED-behandeling, maar betrekt hij in zijn analyse niet het arrest van 30 maart. Ik wil kort ingaan op een aantal van de (inmiddels) onjuiste overwegingen en conclusies van Den Exter.
Lees het hele artikel in Navigator.
Nawoord Zorgverzekeringswet: stand van de wetenschap en praktijk
Zeegers verwijt mij een onjuiste uitleg van het criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’ met verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad 30 maart jl. Ten tijde van het insturen naar de redactie destijds, was de uitspraak nog niet beschikbaar en ontbreekt daarom in de beschouwing.
Lees het hele artikel in Navigator.