Artikelen van Jan de Keijser

Tijdschrift NJB 10 (2019)
Netwerkanalyse van werkgeversaansprakelijkheid
Gijs van Dijck en Dafne van Kuppenvelt
In dit artikel wordt voor het thema werkgeversaansprakelijkheid ex artikel 7:658 BW en artikel 7:611 BW getracht te achterhalen welke deelonderwerpen te onderscheiden zijn en wat de precedenten zijn binnen de verschillende deelonderwerpen. Het artikel is het eerste dat voor een privaatrechtelijk thema deelonderwerpen en precedenten opspoort aan de hand van een netwerkanalyse. Netwerkanalyse is een handig hulpmiddel om de problematiek rond, in dit geval, werkgeversaansprakelijkheid sneller en beter te begrijpen, dat tijd kan besparen, andere inzichten kan opleveren en nieuwe vragen kan opwerpen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Online politieke microtargeting
Frederik Zuiderveen Borgesius, Judith Möller, Tom Dobber, Sanne Kruikemeier, Kristina Irion, Sarah Stapel, Ronan Fathaigh, Balazs Bodo en Claes de Vreese
Voor online politieke microtargeting wordt het online-gedrag van mensen in kaart gebracht en worden de verzamelde gegevens gebruikt om mensen gerichte politieke advertenties te tonen. Microtargeting is vanuit de VS komen overwaaien naar Europa en heeft voor- en nadelen voor de democratie. Microtargeting kan politieke partijen helpen om mensen effectief te bereiken en kan politieke betrokkenheid stimuleren. Maar microtargeting kan ook een bedreiging vormen voor de democratie. Zo kan een politieke partij zich verschillend voordoen aan verschillende mensen. Bovendien bedreigt het verzamelen van persoonsgegevens onze privacy. Dit artikel brengt de beloftes en bedreigingen van microtargeting voor de democratie in kaart en schetst mogelijkheden voor beleidsmakers om het gebruik van microtargeting te reguleren.


Lees het hele artikel in Navigator.

Geheime verdragen en derubricering
Coen Modderman
Als het geheime karakter aan een geheim verdrag vervalt moet het verdrag alsnog en wel zo spoedig mogelijk ter parlementaire goedkeuring worden voorgelegd. De mogelijkheden om het parlement bij geheime/vertrouwelijke verdragen, zowel in de onderhandelingsfase als in de goedkeuringsfase, buiten de totstandkoming te houden, zijn ruim. Als er dan ook nog eens langer dan nodig wordt gewacht met derubricering, dan blijft er van parlementaire betrokkenheid wel zeer weinig over. Daarom is het goed om op structurele basis na te gaan of er verdragen zijn die voor derubricering in aanmerking komen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Resultaatgerichte indicaties vragen om resultaatgerichte rechtsbescherming
Geerten Boogaard
In een recente uitspraak in het sociaal domein bood de Centrale Raad van Beroep niet alleen rechtscherming in het individuele geval, maar stelde de Raad meteen ook een uniforme landelijke standaard. Daarmee ging echter tevens een streep door wat goedwillende gemeenten hadden bedacht. De Centrale Raad had dit kunnen en moeten voorkomen door minder recentraliserend te motiveren en de lokale beleidsruimte meer te respecteren.


Lees het hele artikel in Navigator.

Verdere reflectie op onderzoek naar straftoemeting
Hilde Wermink, Jan de Keijser en Pauline Schuyt
Met enige verbazing hebben wij kennis genomen van de bijdrage van Van Oorschot in NJB 2018/1699, afl. 32, waarin zij ons in 2012 verschenen artikel ‘Verschillen in straftoemeting in soortgelijke zaken: Een kwantitatief onderzoek naar de rol van specifieke kenmerken van de dader’ bespreekt.


Lees het hele artikel in Navigator.

13 maart 2019
Tijdschrift NJB 18 (2016)
De actualiteit van de Rijksdagbrand
Ties Prakken
De geschiedschrijving van de Rijkdagbrand concentreert zich in Nederland om de figuur van Marinus van der Lubbe en zijn dramatisch einde. De Duitse naoorlogse geschiedenis van die brand is echter uitvoerig en de strijd om de waarheid over het hoe en waarom en door wie wordt tot op de dag van vandaag met grote verbetenheid gevoerd. De discussie over de dader(s) in Duitsland is opvallend grimmig verlopen en nog niet ten einde. Deels is deze alleen te begrijpen in het licht van de ongemakkelijke positie van de rechterlijke macht in het na-oorlogse Duitsland.


Lees het hele artikel in Navigator.

Hoe hard is DNA-bewijs?
Marijke Malsch, Jan de Keijser, Egge Luining, Marleen Kranenbarg en Dominique Lenssen
DNA-bewijs geldt als ‘hard’: over de conclusies zou weinig discussie mogelijk zijn. Door nieuwe technologieën worden tegenwoordig echter vaker DNA-mengprofielen en onvolledige profielen verkregen. Deze zijn veel minder eenduidig dan volledige DNA-profielen. Op verzoek schreven DNA-deskundigen uit verschillende landen een DNA-rapport over dezelfde casus met daarbij verschillende typen DNA-profielen. Hun rapporten wijken sterk van elkaar af, evenals hun conclusies over de DNA-profielen. Juridische lezers oordelen vervolgens verschillend over de casus en de conclusies. DNA-bewijs is dus niet altijd ‘hard’ en er zijn reële risico’s voor de waarheidsvinding. De auteurs doen suggesties om een juiste rechterlijke oordeelsvorming over DNA-rapporten te bevorderen.


Lees het hele artikel in Navigator.

De aardgaswinning in Groningen
Dirk Sanderink
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 18 november 2015 een belangrijke uitspraak gedaan over de gaswinning in Groningen. Zij heeft het besluit van de minister van Economische Zaken waarmee hij op grond van de Mijnbouwwet had ingestemd met de voortzetting van de gaswinning vernietigd. Naar haar oordeel is de motivering van de belangenafweging waarop dat besluit berust niet deugdelijk. De minister zal bij zijn nieuwe besluit op basis van een nieuwe belangenafweging moeten beoordelen of ter bescherming van het recht op leven, het recht op respect voor het privéleven en de woning, en het recht op eigendom (verdere) beperkingen van de gaswinning moeten worden voorgeschreven. Deze bijdrage bespreekt deze uitspraak.


Lees het hele artikel in Navigator.

Procesregels
Allard Altena
Laatst werd ik op een bijzonder vonnis gewezen van de Rechtbank Rotterdam. Het betreft een nogal doorsnee winkeldiefstal met een interessant procesrechtelijk staartje. Het komt er kortweg op neer dat door het OM aan verdachte het doen plegen van winkeldiefstal ten laste is gelegd, maar de tenlastelegging aldus de politierechter ‘berust op [hetzij] onvoldoende kennis van het geldende recht, hetzij op onzorgvuldige kennisname van het dossier, hetzij op beide. Immers, het doen plegen valt niet te bewijzen, nu de diefstal reeds door de verdachte was voltooid op het moment dat zij de tas met stukken vlees aan haar kleinzoon gaf. In zoverre dient vrijspraak te volgen.’


Lees het hele artikel in Navigator.

4 mei 2016
Tijdschrift NJB 3 (2015)
Voorkeursbeleid voor topvrouwen
Eva Cremers en Petra Oden
De ondervertegenwoordiging van vrouwen in topfuncties in Nederland en veel andere EU-lidstaten is groot. Mede door negatieve seksestereotypering stromen vrouwen moeilijk door naar de (sub)top van bedrijven. Arbeidsorganisaties staan voor de vraag welke maatregelen ze kunnen treffen om de streefcijfers te halen die ze zelf hebben gesteld of die in wetgeving zijn opgelegd. Is het reserveren van functies voor vrouwen een juridisch toelaatbare vorm van voorkeursbeleid? Of stuit dit zonder meer af op de Kalanke-norm van het Hof van Justitie van de EU? In deze bijdrage bespreken de auteurs de mogelijkheden voor werkgevers om zwaardere vormen van voorkeursbeleid toe te passen. Bij de vraag naar de juridische toelaatbaarheid betrekken zij inzichten die zijn verkregen uit sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van seksestereotypering en andere uitsluitingsmechanismen.
De papieren muur
Marijke Malsch, Robin Kranendonk, Jan de Keijser, Henk Elffers, Martha Komter en Meike de Boer
Een kort geleden afgerond onderzoek laat zien dat processen-verbaal het verhoor zeer sterk samenvatten. Zij geven bovendien vaak een vertekend beeld van het verhoor. Dankzij opnamen van verhoren kan non-verbaal gedrag tegenwoordig worden bekeken en beluisterd. Verdachten blijken sneller schuldig te worden geacht als hun non-verbale gedrag zichtbaar is. Opnamen laten ook het gedrag van de verhoorder zien en daardoor kan het verhoor veel beter worden gecontroleerd dan vroeger het geval was. Er wordt echter in het strafproces nog te weinig gebruik gemaakt van audiovisuele middelen.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad en artikel 80a RO in strafzaken
Joost Nan
In zijn conclusie van 16 december 2014 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad laten weten voornemens te zijn in strafzaken geen standpunt meer in te nemen als een zaak zich naar zijn mening leent voor afdoening op de voet van artikel 80a RO.2 De tijd die daardoor vrijkomt, wil hij besteden aan zaken die voor een volledige behandeling in cassatie geschikt zijn en waarin een conclusie een duidelijke toegevoegde waarde heeft. In andere zaken lijkt een conclusie hem niet langer nodig. Hij meent dat er geen verplichting bestaat om een standpunt over de afdoening via artikel 80a RO in te nemen. De vraag is echter of het de procureur-generaal zonder wetswijziging vrijstaat in het geheel geen conclusie c.q. standpunt te nemen en of sprake is van een wenselijke stap. De auteur meent dat beide vragen uiteindelijk ontkennend moeten worden beantwoord.
22 januari 2015