Jan Crijns is als hoogleraar straf- en strafprocesrecht verbonden aan het Instituut voor Strafrecht en Criminologie van de Universiteit Leiden en als research fellow aan het onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability and Effectivity. Daarnaast is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. In 2010 verdedigde hij zijn proefschrift ‘De strafrechtelijke overeenkomst. De rechtsbetrekking met het Openbaar Ministerie op het grensvlak van publiek- en privaatrecht’, waarin hij de vraag beantwoordt of en in hoeverre afspraken tussen het Openbaar Ministerie en verdachten – onder meer in het kader van de buitengerechtelijke afdoening van strafzaken – als overeenkomst kunnen worden beschouwd en wat dit vervolgens betekent voor het daarop van toepassing zijnde normatief kader. Ook nadien heeft hij veelvuldig gepubliceerd over buitengerechtelijke afdoening in strafzaken, onder meer in relatie tot de bestuurlijke boete. Daarnaast verricht hij (rechtsvergelijkend) onderzoek naar toezeggingen aan getuigen in strafzaken, de praktijk van de voorlopige hechtenis en de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Binnen de verschillende Leidse masterafstudeerrichtingen verzorgt hij een integratievak waarin de thematiek van rechtshandhaving vanuit domeinoverstijgend perspectief wordt bestudeerd.

Artikelen van Jan Crijns

Tijdschrift NJB 21 (2024)
Het verschoningsrecht van advocaten en het gebruik van extra beveiligde communicatiemiddelen
Marianne Lochs, Hanne Klapwijk, Jan Crijns en David Sander
In zijn uitspraak van 12 maart 2024 heeft de Hoge Raad uitgangspunten geformuleerd voor de waarborging van het functionele verschoningsrecht, in het bijzonder dat van advocaten, bij inbeslagneming door politie en justitie van (grote hoeveelheden) gegevens onder aanbieders van communicatiediensten. In deze bijdrage wordt de betekenis van deze uitspraak geanalyseerd in het licht van de bevindingen uit eerder onderzoek van de auteurs naar het gebruik van extra beveiligde communicatiemiddelen door advocaten. Uiteengezet wordt welke extra beveiligde communicatiemiddelen (strafrecht)advocaten gebruiken, welke beweegredenen daaraan ten grondslag liggen en welke potentiële risico’s dat gebruik met zich brengt. Daarna wordt ingegaan op de vraag of en, zo ja, in hoeverre de uitspraak in het licht van die risico’s tot een betere waarborging van het functionele verschoningsrecht van advocaten zal leiden.

[verder lezen in InView]

Gezag en omgang in de context van dwingende controle/intieme terreur
Ine Avontuur en Marie-José van Hoof
Dwingende controle/intieme terreur kan gedefinieerd worden als een opzettelijk en systematisch gedragspatroon gericht op het ernstig beperken van de vrijheid en het vermogen van (meestal) een partner of andere intieme naaste om te handelen op basis van zijn/haar eigen behoeften, waarden en wensen, waarbij door een sfeer van constante dreiging naleving van de regels van de pleger wordt afgedwongen. Daarbij kan fysiek en/of seksueel geweld voorkomen, maar dat hoeft niet. Indien de relatie van de ouders/partners gekenmerkt wordt door dwingende controle zijn kinderen ook altijd slachtoffer van dit gedrag, zelfs als het geweld zich niet direct tegen hen keert. In hoeverre is er sinds 2022 vooruitgang geboekt, is er meer gerichte aandacht voor (ex-)partnergeweld en kindermishandeling op een manier die voorrang geeft aan de veiligheid van slachtoffers bij beslissingen over gezag en omgang?

[verder lezen in InView]

Schuld en boete
Reinout Wibier
Met ingang van 1 april 2024 is de Regeling kwaliteit incassodienstverlening in werking getreden. ‘De regeling geeft een nadere uitwerking van enkele van de kwaliteitseisen die gelden voor incassodienstverleners, waarbij de focus ligt op de vakbekwaamheid die vereist is om het werk in de incassobranche naar behoren uit te voeren. Een belangrijke kernwaarde van buitenrechtelijke incassodienstverlening is zorgvuldig en effectief contact tussen incassodienstverlener en schuldenaar/schuldeiser. Om dit doel te bereiken is goede communicatie (…) essentieel’, aldus de toelichting. Dat klinkt goed maar is er niet iets grondig mis met een incassosysteem dat het kennelijk nodig maakt om schuldenaren te wijzen op de mogelijkheid van hulp in het kader van zelfmoordpreventie?

[verder lezen in InView]

Rechten van de natuur
Marc Steen
‘Rechten van de natuur’ is een filosofisch en juridisch concept dat stelt ‘dat de natuur rechten heeft om te bestaan, te floreren, te gedijen en ecologische processen in stand te houden’. Deze rechten zouden kunnen worden vormgegeven via een constructie waarbij een stuk natuur, een bos, een rivier, rechtspersoonlijkheid krijgt en voogden of vertegenwoordigers worden aangesteld om op te treden namens dat stuk natuur. Enkele argumenten vóór en tegen het erkennen van zulke rechten worden in dit artikel besproken.

[verder lezen in InView]

12 juni 2024
Tijdschrift NJB 22 (2018)
Overgeleverd aan de wolven?
Jan Crijns, Marieke Dubelaar en Kelly Pitcher
Bij de discussie over de toekomst van de kroongetuige in Nederland kunnen in ieder geval drie relevante, onderling samenhangende vragen worden onderscheiden. Namelijk: 1. wie willen we als samenleving als kroongetuigen inzetten?; 2. in welk type zaken willen we dat doen?; 3. wat zijn we bereid daar tegenover te stellen in termen van toezeggingen én bescherming? In deze bijdrage wordt nader gereflecteerd op deze vragen, mede aan de hand van de bevindingen uit het rechtsvergelijkend onderzoek naar de regelingen over en de praktijk van kroongetuigen in Nederland en een aantal andere landen, dat de auteurs onlangs verrichtten.


Lees het hele artikel in Navigator.

Invest-NL
Jacobine van den Brink en Willemien den Ouden
De wetgever moet vooraf nadenken en zich uitspreken over de regels die moeten gelden bij de besteding van  2,5 miljard publiek geld door Invest-NL en niet de rechter achteraf opzadelen met de keuze voor publiekrechtelijke c.q. privaatrechtelijke normering en rechtsbescherming. Als de wetgever meent dat Invest-NL niet moet worden gehouden aan de publiekrechtelijke normen, waaronder de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet normering topinkomens en dat tegen het handelen van Invest-NL geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming open hoeft te staan, dan dient dat in de wet zelf te worden geregeld.


Lees het hele artikel in Navigator

Stand van de wetenschap en praktijk verschillend beoordeeld
André den Exter
In het kader van de Zorgverzekeringswet kiezen advocaten bij geschillen over de verzekerde prestaties niet zoals voorgeschreven voor het bindend advies, maar voor de gang naar de civiele rechter. De vraag is waarom? Het bindend karakter van het advies zal een rol spelen, maar onderzoek van verschillende uitspraken van zowel de Geschillencommissie als de burgerlijke rechter leert dat de toetsingsnorm ‘de stand van de wetenschap en praktijk’, verschillend wordt uitgelegd, met alle consequenties van dien. Deze bijdrage bespreekt het verschil in interpretatie en de consequenties voor de verzekerde.


Lees het hele artikel in Navigator.

Uitstel van een Brexit verwijzing
Jasper Krommendijk
Begin februari 2018 wilde een Amsterdamse kortgedingrechter de gedurfde stap zetten om twee prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen over de gevolgen van een Brexit voor het EU-burgerschap van Britse onderdanen in Nederland. Vanuit het perspectief van het Hof is het misschien beter dat de vragen uiteindelijk niet gesteld zijn, aangezien het Hof daarmee in een lastige positie zou zijn geplaatst en zich prematuur over zeer politiek-explosieve rechtsvragen zou hebben moeten uitlaten waarover nog onderhandelingen gaande zijn. Tegelijkertijd laten Ierse verwijzingen zien dat de aanstaande Brexit op bepaalde punten onzekerheden oplevert die nu al voor juridische problemen zorgen die niet kunnen wachten tot er een akkoord ligt.


Lees het hele artikel in Navigator.

6 juni 2018
Tijdschrift NJB 16 (2018)
Samenloop tussen strafrecht en punitief bestuursrecht
Jan Crijns en Michiel van Emmerik
Waar de nadruk een tijd lang met name heeft gelegen op de vraag hoe te voorkomen dat procedures en sancties ten onrechte met elkaar cumuleren, verschuift deze nadruk in toenemende mate richting de vraag hoe in geval van samenloop van procedures evenredige bestraffing kan worden gerealiseerd. De strafrechter en de bestuursrechter lijken op zichzelf voldoende gereedschap in handen te hebben als het gaat om het verdisconteren van ‘elkaars’ sancties bij de uiteindelijke strafoplegging. Wel geldt dat in beide kolommen vervolgens ook voldoende bereidheid dient te bestaan voor dit verdisconteren, welke bereidheid vanzelfsprekend kennis van hetgeen zich binnen de andere kolom afspeelt, veronderstelt. De tijd is echt voorbij dat de rechter zich kan permitteren zijn beslissing enkel te nemen op basis van hetgeen binnen zijn eigen procedure ‘aan de orde is’.


Lees het hele artikel in Navigator.


Waarom het KhAD-WAD-ambtsbericht van 29 februari 2000 onjuist en onbetrouwbaar is
Joost Brouwer en Pieter Bogaers
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag waar het verhaal vandaan komt dat ‘alle KhAD- en WAD-(onder)officieren’ zich aan marteling schuldig maakten. Dat is een belangrijke vraag, want vanwege deze conclusie wordt door de Unit 1F van de IND aan al die ex-(onder)officieren in Nederland artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag tegengeworpen en kunnen zij als vermeende oorlogsmisdadigers geen verblijfsvergunning krijgen. Een uitgebreidere versie van dit artikel, met veel meer details en onderbouwing, is te vinden op de website van het NJB. Deze uitgebreidere versie wordt verder aangeduid als ‘het webartikel’.


Lees het hele artikel in Navigator.


18 april 2018