Artikelen van Irene van Oorschot
Tijdschrift
NJB 32 (2018)
De verjaring voorbij
Met de work-around die de Hoge Raad in het Gemeente Heusden/M. c.s. heeft gevonden, heeft hij artikel 3:105 BW uitgehold en de bestolen eigenaar een kans gegeven ‘zijn’ zaak terug te krijgen. Een belangrijke plus. Maar daar staat tegenover dat daarvoor enig geweld moest worden toegepast op het systeem. Hoeveel geweld is geoorloofd om een nobel doel te bereiken? En wat zijn de implicaties van die systeemaanpassing, bijvoorbeeld op het terrein van de ongerechtvaardigde verrijking?
Lees het hele artikel in Navigator.
Gelijke gevallen?
Dit artikel beoogt enerzijds te laten zien hoe Wermink, De Keijser en Schuyt in 2012 met hun artikel ‘Verschillen in straftoemeting in soortgelijke zaken: Een kwantitatief onderzoek naar de rol van specifieke kenmerken van de dader’ (NJB 2012/647) een eigen en specifieke werkelijkheid schiepen. Ingezoomd wordt op de manier waarop de onderzoekers verschillen en overeenkomsten aanbrachten in hun data en hoe deze methode de strafrechtelijke praktijk heeft vormgegeven. Dat beeld wordt gecontrasteerd met de manier waarop politierechters zelf hun zaken zien. Dat deel van het artikel concentreert zich op de manier waarop de politierechters verschillen en overeenkomsten tussen zaken zien en hoe ze deze verschillen en overeenkomsten gevolg geven in hun straftoemetingsbeslissingen. Door deze twee manieren van verschillen maken te contrasteren ontstaat meer duidelijkheid over de precieze aard van de controverse, en kan ook een aantal aanbevelingen worden gedaan voor de verdere bestudering van discriminatie en strafrecht.
Lees het hele artikel in Navigator.
Gedwongen zorg in de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz
In dit artikel aandacht voor een aantal verschillen tussen de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz, wat betreft de procedures voor gedwongen zorg. Daartoe worden eerst de begrippen onvrijwillige zorg en verplichte zorg besproken, gevolgd door een toelichting op de procedures om deze vormen van zorg te mogen toepassen. Het belangrijkste verschil tussen deze procedures is dat in de Wet verplichte ggz altijd een rechter meekijkt naar de te verlenen verplichte zorg, terwijl in de Wet zorg en dwang de beslissingen over alle vormen van onvrijwillige zorg volledig bij de betrokken zorgprofessionals worden gelegd. Welke gevolgen heeft dat voor de rechtsbescherming van de personen waarop de twee wetten betrekking hebben?
Lees het hele artikel in Navigator.
Het indirecte belang van artikel 7 VEU
Als een lidstaat de waarden van artikel 2 VEU, waaronder de rechtsstaat, schendt, dan riskeert hij dat de artikel 7-procedure tegen hem wordt ingezet. De eerste fase van deze procedure kan ertoe leiden dat de Europese Raad ‘constateert’ dat er in de lidstaat een ‘duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van artikel 2’ en aanbevelingen doen (artikel 7 lid 1). Daarvoor is een meerderheid van viervijfde van de stemmen nodig. Leidt dit niet tot het gewenste resultaat, dan kan de Europese Raad ‘een ernstige en voortdurende schending van de in artikel 2 bedoelde waarden door een lidstaat constateren’ (artikel 7 lid 2).
Lees het hele artikel in Navigator.
Enkele kanttekeningen bij artikel Soetenhorst
Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het artikel van collega Soetenhorst in het NJB van 14 september j.l. Het is goed dat in de kolommen van het Nederlands Juristenblad aandacht wordt geschonken aan de open access materie, want die raakt ons allen.
Lees het hele artikel in Navigator.