Artikelen van Henri de Waele
Blog
Beoogde krimp Schiphol
In de zaak over de beoogde krimp van Schiphol, die inmiddels op het bord van de Hoge Raad is beland, schenkt de inmiddels genomen conclusie onvoldoende aandacht aan een drietal cruciale Unierechtelijke aspecten, die partijen verzuimden aan te voeren, en tevens door het gerechtshof over het hoofd zijn gezien.
Tijdschrift
NJB 16 (2024)
Staatsaansprakelijkheid voor het buitenlands en veiligheidsbeleid
In deze bijdrage wordt verkend wat op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid de beleidsruimte van de Staat is en hoe indringend de rechter het handelen van de Staat op dit terrein toetst. De laatste jaren werden tal van zaken tegen de Staat op dit terrein aangespannen, waarvan recentelijk vooral het F-35-arrest van het Hof Den Haag de aandacht trok. Uit dit arrest kan worden opgemaakt dat van een (zeer) terughoudende toets door de civiele rechter niet altijd sprake is. Wat is hiervoor de rechtvaardiging, en hoe verhoudt deze rechterlijke opstelling zich tot internationale normen?
Implementatie van positieve verplichtingen uit het EVRM door de civiele en strafrechter
Volgens het EHRM moeten verdragsstaten actief fundamentele rechten beschermen. Lang werd aangenomen dat de rechter zich hier niet over hoefde te bekommeren. Dat is inmiddels anders, bij de rechter is het besef ingedaald dat een minimumniveau van bescherming van EVRM-rechten moet worden gegarandeerd, ook en juist als de overheid het op dat gebied af laat weten. Deze bijdrage beoogt meer inzicht te geven in de uitdagingen waarmee de nationale civiele en strafrechter te maken hebben bij het vervullen van die verplichtingen. Het gaat dan om het interpreteren en toepassen van zowel nationaal recht als van EVRM-recht.
Beoogde krimp Schiphol
In de zaak over de beoogde krimp van Schiphol, die inmiddels op het bord van de Hoge Raad is beland, schenkt de inmiddels genomen conclusie onvoldoende aandacht aan een drietal cruciale Unierechtelijke aspecten, die partijen verzuimden aan te voeren, en tevens door het gerechtshof over het hoofd zijn gezien.
Tijdschrift
NJB 36 (2022)
Gesubsidieerde rechtsbijstand
Detoegang tot het recht kan worden vergroot via onder andere third party litigation funding, resultaatsafhankelijke beloning van advocaten, rechtsbijstandsverzekeringen en gesubsidieerde rechtsbijstand. De rechtseconomie besteedt vooral aandacht aan de eerste drie (private) instrumenten. Gesubsidieerde rechtsbijstand heeft echter de potentie om ‘maatschappelijk wenselijke rechtszaken’ (dit zijn zaken waarvan de maatschappelijke baten groter zijn dan de maatschappelijke kosten) te stimuleren, ook als de private kosten een belemmering voor de rechtzoekende vormen. Gesubsidieerde rechtsbijstand verdient daarom meer rechtseconomische aandacht. Een economische analyse laat wel zien dat de huidige nadruk op de inkomenstoets moet verschuiven naar de belangentoets. Het inkomen zegt namelijk niet zoveel over de maatschappelijke wenselijkheid. Zo lang het beschikbare budget onvoldoende is om alle rechtzoekenden te ondersteunen, moeten keuzes worden gemaakt. Het verdient dan aanbeveling om rechtszaken te financieren die ook baten voor anderen dan alleen de betreffende procespartij(en) meebrengen.
Alleen nog digitaal communiceren met de overheid: uitkomst of utopie?
Sinds de inwerkingtreding van de Awb wordt het bestuursrecht wederkeriger benaderd. Deze wederkerigheid zien we ook in het sociaal domein en leidt tot een hogere verantwoordelijkheid voor de burger. Niet iedere burger heeft het juridische doenvermogen om daarmee om te gaan. Dat ligt niet alleen aan wet- en regelgeving, maar ook aan de veranderende context. Zo maakt digitalisering het voor bepaalde burgers moeilijker om hun zaken te regelen met de overheid. Toch wordt het met de Wet digitale overheid en de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer mogelijk voor de wetgever om voor bepaalde zaken exclusief de digitale weg open te zetten. De wetgever lijkt dus nog onvoldoende rekening te houden met het uiteenlopende juridische doenvermogen van de burger, maar dat geldt ook voor de rechter. Auteurs hebben door middel van gebruiksonderzoek empirisch onderzocht of burgers klaar zijn voor de volgende digitaliseringsslag en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid.
Geen woke-taalpolitiek in het NJB a.u.b.
De titel van dit stuk wekte bij mij enige verbazing. Gaat nu dit blad óók al de kant op van de woketaalpolitiek, nog voordat de leidende woordenboeken of schrijfwijzers zover zijn?
Status aparte voor het belastingrecht (2)
In een Opinie in NJB 2021/1714, afl. 24 (‘Status aparte voor het belastingrecht’) heb ik ervoor gepleit dat de belastingkamer van de Hoge Raad zich terugtrekt uit de Commissie rechtseenheid bestuursrecht en dat algemene bestuursrechters van de ABRvS, CBb en CRvB niet als raadsheer in bijzondere dienst in de belastingkamer van de Hoge Raad plaatsnemen. Ik meen te bespeuren dat de belastingkamer zich sinds – en ik vermoed als gevolg van – de Toeslagenaffaire minder gelegen laat liggen aan de visie van de ABRvS en meer zijn eigen koers vaart.
Tijdschrift
NJB 6 (2019)
Zware maatregelen met een lichte bevelsbevoegdheid?
De lichte bevelsbevoegdheid van de burgemeester is vaak gebruikt voor ingrijpende maatregelen. Burgemeesters gebruiken de bevoegdheid onder andere om bevelen te geven als mensen het doelwit van geweldpleging dreigen te worden waardoor zij een gevaar vormen voor de openbare orde in hun omgeving. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de beschieting van een woning in een woonwijk die een groot gevaar oplevert voor de bewoners, maar ook voor hun directe omgeving. De burgemeester kan de bewoners van die woning bevelen hun woning te verlaten tot het gevaar geweken is. Een hiermee verwante situatie doet zich voor als de terugkeer van een ex-gedetineerde in zijn woonomgeving voor grote maatschappelijke onrust zorgt. De bestuursrechter heeft dergelijke bevelen meermalen toelaatbaar geacht. In de rechtspraak van het afgelopen jaar tekent zich echter een kentering af: verschillende rechters hebben twijfel uitgesproken over de grondwettigheid van dit soort bevelen om in te grijpen bij de beschieting van woningen in een woonwijk of vinden dat zelfs zonder meer in strijd met de Grondwet. Deze rechtspraak kan voor deze en andere gevallen waarin de burgemeester bevelen geeft die de betrokkenen beperken in hun grondrechten, grote gevolgen hebben. Dit brengt de burgemeester in een lastig parket: wat kan hij doen om dit soort maatregelen zoveel mogelijk ‘rechterproof’ te maken?
Lees het hele artikel in Navigator.
Herroepbaarheid van de Brexit-notificatie
In maart 2017 stelde het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad in kennis van zijn voornemen de EU te verlaten. Onlangs verklaarde het Europees Hof van Justitie dat het land het recht heeft om deze kennisgeving eenzijdig in te trekken. Dit belangwekkende arrest, in voltallige zitting gewezen, vormt de zoveelste nieuwe wending in het Brexit-proces. De relevantie beperkt zich echter niet tot dit actuele dossier; het oordeel is eveneens richtinggevend voor toekomstige scenario’s die andere lidstaten zouden kunnen betreffen. Bovendien verschaft het nieuwe inzichten over de juridische status van de EU en het karakter van het Europese integratieproces.
Lees het hele artikel in Navigator.
Nashville-verklaring
De uitingsvrijheid is niet onbegrensd. Maar waar ligt het punt dat iemand bij het uitdragen van z’n boodschap rekening moet houden met de gevoelens van anderen en moet inbinden? En is met de recente publicatie van de ‘Nashville-verklaring’, die onder verwijzing naar de Bijbel oproept om de homoseksuele identiteit af te zweren, dit punt gepasseerd?
Lees het hele artikel in Navigator.
Gedwongen biometrische toegangsverschaffing is niet in strijd met nemo tenetur
Deze bijdrage was aanvankelijk bedoeld als een korte reactie op het stuk van Bood ‘Geef ze een vinger
’. Maar nemo tenetur en korte reacties gaan kennelijk niet samen. Zeker niet nu de vraag naar de verplichte ontgrendeling van smartphones onderdeel uitmaakt van het traject inzake de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Er staat dus wat op het spel. Deze bijdrage is daarom niet enkel een reactie, maar ook een vrij uitgebreide uitleg van de complexe (Europese) rechtspraak inzake nemo tenetur én een uitleg van hoe de medewerkingsvorm van verplichte biometrische ontgrendeling moet worden geplaatst in het huidige systeem van strafvorderlijke duldplichten.
Lees het hele artikel in Navigator.
Reactie op Alex Bood
Onze collega bij het Openbaar Ministerie Alex Bood schrijft in NJB 2018/1880, afl. 36 dat het fysiek dwingen van een verdachte om een met zijn vingerafdruk beveiligde smartphone te ontgrendelen gemakkelijk kan leiden tot strijd met het in artikel 6 EVRM geïmpliceerde nemo tenetur-beginsel. In die conclusie kunnen wij hem niet volgen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 23 (2016)
Naar een nieuw schadevereiste in het aansprakelijkheidsrecht
In dit artikel staat het ontwikkelen van een nieuw schadevereiste centraal. Het bestaande schadebegrip kenmerkt zich doordat het terugkijkt en zich vooral richt op financieel nadeel. Het schadevereiste is bruikbaar in een hoeveelheid situaties, maar is problematisch gebleken waar het gaat om immateriële schade, nietfinanciële belangen en materiële schade waarvan het bepalen van de hoogte speculatief is. Dit artikel analyseert of, en zo ja hoe, het bestaande schadevereiste en het concept van herstel in oude toestand te verenigen is met een meer toekomst- en herstelgerichte benadering. Het laat zien dat er geen tegenstelling hoeft te bestaan tussen het bestaande schadebegrip en de herstelgerichte benadering. Daarvoor is wel een alternatief beoordelingskader vereist. De invulling en toepassing van het alternatieve schadebegrip wordt besproken, alsook begrenzingsmogelijkheden om te vergaande aansprakelijkheid in te perken. Voorbeelden worden gebruikt om de werking van het nieuwe schadevereiste te illustreren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het Britse referendum, het Brexit-preventiepakket, en de gevolgen voor het recht van de Europese Unie
‘Should the United Kingdom remain a member of the European Union or leave the European Union?’ Dit is de vraag die de Britse kiezer bij het referendum op 23 juni a.s. zal moeten beantwoorden. Na deze datum zullen echter, ongeacht of een meerderheid van de bevolking voor ‘remain’ of voor ‘leave’ stemt, de verhoudingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk niet meer hetzelfde zijn als daarvoor. In het eerste geval treden namelijk de afspraken in werking die eerder dit jaar werden gemaakt om aan de hervormingseisen van de regering-Cameron tegemoet te komen. In het tweede geval valt er niet te ontkomen aan het ontvlechten van alle bestaande politieke en juridische verbanden. Dit artikel staat stil bij de inhoud van het ‘Brexit-preventiepakket’, en belicht de hoofdlijnen van de gemaakte afspraken om een vertrek van het Verenigd Koninkrijk af te wenden. Daarnaast is er aandacht voor de gevolgen van dat pakket voor het institutionele en het materiële EU-recht. Hoewel de afspraken niet leiden tot radicale veranderingen, zou de aard en opzet van de Unie toch in een aantal saillante opzichten wijzigingen ondergaan.
Lees het hele artikel in Navigator.
De misleiding van Nederland
Deze opinie dankt zijn bestaan aan de schreeuw om aandacht, waarmee Thierry Baudet als actievoerder tegen de EU tijdens debatten aan zijn opponenten vraagt of ze zijn boeken wel hebben gelezen. Ik begon zijn vraag als een persoonlijk verzoek te beschouwen en haalde zijn proefschrift The Significance of Borders samen met de Nederlandse bewerking ervan in huis.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bijkomende gevolgen van straf en het principe van proportionele strafoplegging
Naast de vergeldende leedtoevoeging zelf, kan straf bijkomende negatieve effecten hebben die de veroordeelde beperken in zijn mogelijkheden volledig deel te hebben aan de samenleving. Bijkomende consequenties overtreffen qua ervaren zwaarte geregeld de straf. In dit artikel bepleiten de auteurs dat zorgvuldig zou moeten worden afgewogen welke bijkomende gevolgen van straffen deel uit maken van de straf en dus betrokken zouden moeten worden in afwegingen omtrent de proportionaliteit. Consequenties die voorzienbaar zijn en duidelijk als ‘objectief kwaad’ kunnen worden beschouwd, zouden als deel van de straf moeten worden beschouwd.
Lees het hele artikel in Navigator.
Huishoudelijke zorg en de CRvB
Gemeenten zijn op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015) verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking en/of chronische problemen. Uitgangspunt van de wet is dat gemeenten slechts ondersteuning bieden voor zover nodig. Om die behoefte bij de burger te peilen en te vertalen in noodzakelijke hulp hebben gemeenten een ruime bevoegdheid gekregen van de wetgever. Te ruim, volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in een spraakmakende uitspraak over drie verschillende zaken.
Lees het hele artikel in Navigator.