Artikelen van Hendrik Gommer

Tijdschrift NJB 12 (2013)
Supersnelrecht bij de Afdeling
Matthijs de Jongh en Alexander Schild
De nationalisatie van SNS
Op 1 februari 2013 heeft de Minister van Financiën, gebruikmakend van de nieuwe Interventiewet, besloten tot onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal en haar dochter SNS Bank. Naast de uitstaande aandelen werden ook achtergestelde obligaties en onderhandse leningen onteigend. Als klap op de vuurpijl werden zelfs de eventuele verplichtingen en aansprakelijkheden jegens SNS onteigend. Belanghebbenden konden binnen tien dagen bij de Afdeling in beroep komen tegen het besluit en dat deden ze massaal. De beroepen zijn grotendeels verworpen, slechts het onteigeningsbesluit van de verplichtingen en aansprakelijkheden jegens SNS is vernietigd. Respect voor de Afdeling, die onder hoge tijdsdruk op 25 februari tal van lastige vragen beantwoordde in een helder gemotiveerde uitspraak. De Interventiewet heeft zijn waarde bewezen maar ook is duidelijk geworden dat het de minister ontbrak aan voldoende bevoegdheden om het paardenmiddel van de onteigening te omzeilen. Daar kan iets aan gedaan worden.
Zorgplichten van multinationals in Nederland
Liesbeth Enneking
‘Second best’ zo slecht nog niet?
Op 30 januari jl. wees de Rechtbank Den Haag een zoals hier zal worden betoogd baanbrekend eindvonnis inzake de aansprakelijkheidsclaims tegen Shell door een viertal Nigeriaanse boeren en de Nederlandse NGO Milieudefensie. Het baanbrekende aspect is simpelweg het feit dat de Rechtbank zich inhoudelijk en in één geval bevestigend uitspreekt over de vraag of en in hoeverre de aangesproken ondernemingen in rechte verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de in het geding zijnde olielekkages. De uitspraak laat zien dat ‘second best’ helemaal zo slecht nog niet hoeft te zijn, en dat foreign direct liability claims op basis van andere juridische grondslagen dan de Alien Tort Statute niet alleen politiek minder omstreden zullen zijn maar wellicht, onder omstandigheden, juridisch ook kansrijker.
Klagen over nemo tenetur? Niet langer bij de beklagrechter!
Carolien Noorduyn en Thijs Kelder
Uit een recente uitspraak van de Hoge Raad lijkt te volgen dat over (dreigende) schending van het nemo enetur-beginsel niet langer kan worden geklaagd in de beklagprocedure. Daarmee bestaat er de facto geen rechtsmiddel meer om tegen te gaan dat informatie die in een procedure met een verplichtend karakter is afgegeven in het strafrechtelijk onderzoek wordt betrokken.
Reactie op Bewijsbeslissingen bij kantonrechters dubieus
Frans van Dijk
Discussie of rookgordijn
Hendrik Gommer
‘Het gaat om de discussie, dat is waar het in de wetenschap om draait,’ zo stelt Peter van Koppen. Het artikel Bewijsbeslissingen bij kantonrechters dubieus heeft beslist discussie opgeleverd. Kamervragen door PvdA-kamerlid Jeroen Recourt zelfs. Tegelijkertijd wordt door wetenschapper Van Koppen, voorzitter Kring van kantonrechters Wiegman en de Raad van de Rechtspraak een rookgordijn opgetrokken. Volgens Van Koppen is ons zero-budget onderzoekje van ‘nul wetenschappelijke waarde’. Volgens Wiegman wordt er maar wat rondgebazuind en de RvdR bijt zich vast in gemankeerde statistiek. Het voert te ver om alle kritiek en steunbetuigingen te bespreken, maar de Kamervragen bieden interessante aanknopingspunten.
22 maart 2013
Tijdschrift NJB 7 (2013)
Verouderde auteursrechtelijke privileges bij beslag en faillissement
Dick van Engelen
Auteursrechten die toebehoren aan de maker de originaire rechthebbende zijn niet vatbaar voor beslag en blijven buiten schot bij faillissement. Dat is het systeem dat art. 2(3) van de Auteurswet (‘Aw’) en art. 21 Faillissementswet (‘Fw’) sinds 1912 (of eigenlijk al 1881) kennen. Het toenemend aantal faillissementen van de laatste jaren heeft de aandacht op deze vermogensrechtelijke ‘status aparte’ voor het auteursrecht gevestigd en duidelijk gemaakt dat dit een onhoudbare situatie is. Het economisch belang van auteursrechten is met de opkomst van Informatietijdperk en de media- en ICT-sector, enorm toegenomen en niet meer vergelijkbaar met het wereldbeeld van 1912. In het op 18 juni 2012 ingediende voorstel voor de ‘Wet auteurscontractenrecht’ is nu voorzien dat deze auteursrechtelijke privileges niet meer gaan gelden voor auteursrechten van werkgevers en rechtspersonen. Dat is een stap vooruit, maar die stap is niet groot genoeg. Nu de aanpak van faillissementsfraude en de bescherming van crediteuren door de minister ook hoog op de agenda is geplaatst, is afschaffing van deze beslag- en faillissementsexceptie voor het auteursrecht op zijn plaats.
Bewijsbeslissingen bij kantonrechters dubieus
Hendrik Gommer
Door de snelheid van kantonprocedures worden eigenlijk drie stappen van de bewijsprocedure in elkaar geschoven. Komen de bewijsbeslissing en de onschuldpresumptie hierdoor niet onder druk te staan? In dit artikel wordt een klein onderzoek beschreven dat met enkele scriptiestudenten werd uitgevoerd naar de gang van zaken tijdens strafrechtelijke kantonzaken. Studenten bezochten een vijftal rechtbanken, gewapend met checklisten waarop zij konden aangeven of de voorschriften van het strafprocesrecht werden gevolgd, op welke manier de verdachten en de officier van Justitie werden benaderd en hoe er omgegaan werd met alternatieve scenario’s van de verdediging. Zij stuitten op enkele verontrustende afwegingsfouten.
Straftoemeetkunde
Rinie Hoogendoorn
Bij nadere bestudering blijkt het Wetboek van Strafrecht met een tamelijk consistente meetlat delicten van strafdreigingen te voorzien. De koppeling tussen de straffen op het gronddelict en die op de naar gevolg gekwalificeerde varianten lijkt echter tamelijk willekeurig.
De versterking van de positie van de rechter-commissaris en de verslechtering van de positie van de verdediging
Rosa van Zijl
Onbedoeld neveneffect
Op 1 januari 2013 is de Wet versterking positie rechter-commissaris in werking getreden (Stb. 2012, 408)). In deze wet zijn het gerechtelijk vooronderzoek en de mini-instructie afgeschaft en is daarvoor in de plaats gekomen het onderzoek door de rechter-commissaris (Stb. 2011, 600). De wet lijkt echter een onbedoeld, negatief neveneffect te hebben voor de verdediging, en wel in de situatie waarin een zaak ex art. 316 Sv door de zittingsrechter voor nader onderzoek naar de rechter-commissaris is verwezen.
15 februari 2013