Artikelen van Hannah van Kolfschooten
Tijdschrift
NJB 23 (2024)
Sociale veiligheid en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag
In kwesties waarbij grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer speelt, ligt de focus in het recht nog te vaak op de sanctionering van individuele conflictsituaties. Onderzoeksgegevens uit de psychologie laten overtuigend zien dat sanctionering van grensoverschrijdend gedrag via het ontslagrecht lang niet altijd leidt tot het doel van sociale veiligheid. Uiteraard is sanctioneren via het ontslagrecht bij excessen van belang, maar vaker valt meer resultaat te bereiken door als organisatie de bredere context bij de aanpak van de conflictsituatie te betrekken. Hierbij is het zaak als werkgever verder te kijken dan slechts de interacties tussen ‘plegers’ en ‘slachtoffers’, maar moet juist ook worden gekeken naar patronen op basis van gedeelde ervaringen en bekende risicofactoren. In het verlengde hiervan, zou in het recht meer aandacht moeten zijn voor de zorgplicht van de werkgever. De route van werkgeversaansprakelijkheid biedt hiertoe mogelijkheden, waarbij de arbeidsrechtelijke omkeringsregel werknemers in hun bewijslast tegemoet dient te komen.
Diagnosticeren met AI en de aansprakelijkheid van hulpverleners
Aan de hand van twee casus wordt in kaart gebracht hoe AI in het diagnostisch proces door hulpverleners kan worden gebruikt, en wat de mogelijke gevolgen zijn van onjuist gebruik van AI of gebruik van een ongeschikt AI-systeem. Daarmee wordt verduidelijkt hoe de patiënt eventuele schade door een onjuiste diagnose gesteld met behulp van AI kan verhalen en waar hij bij dat verhaal tegenaan kan lopen. Geconcludeerd wordt dat verhaal van AI-gerelateerde schade niet fundamenteel verschilt van verhaal van schade veroorzaakt door ‘gewone’ technologie. Er is, net als bij andere technische apparaten, sprake van een zaak die de hulpverlener gebruikt ter uitvoering van zijn verbintenis zoals het stellen van een diagnose. De hulpverlener heeft ook, net als bij andere technische apparaten, verplichtingen in het kader van de geneeskundige behandeling maar ook bijkomende specifieke verplichtingen ten aanzien van het toepassen van AI. Wel worden mogelijke bewijsproblemen voor de patiënt gesignaleerd in het aantonen van de ongeschiktheid van het AI-systeem, wat een drempel kan opleveren voor het verhaal van schade.
Evenredigheidstoetsing door de bestuursrechter
De vraag wat de betekenis is van het evenredigheidsbeginsel bij de toetsing van een in beroep bij de bestuursrechter bestreden besluit kan zich in drie situaties voordoen: het bestreden besluit berust op een discretionaire bevoegdheid (al dan niet ingevuld met beleidsregels); het bestreden besluit berust op een gebonden bevoegdheid die haar grondslag vindt in een algemeen verbindend voorschrift, niet zijnde een wet in formele zin; het bestreden besluit berust op een gebonden bevoegdheid die haar grondslag vindt in een wet in formele zin. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord hoe de rechtspraak omgaat met onder meer de drie genoemde situaties.
Een weeffout in de Referendumwet
In het initiatiefvoorstel tot invoering van een correctief wetgevingsreferendum zit een weeffout die nog niet lijkt te zijn opgemerkt. Het nieuw voorgestelde artikel 128a Grondwet maakt het correctief referendum ook voor decentrale overheden mogelijk. In medebewind zijn provincies en gemeenten echter verplicht medewerking te verlenen aan de medebewindvorderende wet. Een referendum kan deze verplichting doorkruisen. Kan deze fout nog worden gecorrigeerd?
Tijdschrift
NJB 10 (2022)
Processuele beslissingen van de bestuursrechter: biased ten gunste van de overheid?
De bestuursrechter kan bij het behandelen van een beroepszaak procedurele beslissingen nemen die ten gunste van de burger of juist ten gunste van het bestuursorgaan kunnen uitpakken. Er is reden om te veronderstellen dat hij vaker beslissingen neemt ten gunste van het bestuursorgaan dan van de burger. Maar klopt die veronderstelling? En mocht die veronderstelling kloppen: is er dan sprake van een bias ten opzichte van het bestuursorgaan, inhoudende dat de rechter ongerechtvaardigd het bestuursorgaan meer processuele mogelijkheden biedt dan de burger?
Herindelen en vertrouwen – een casus
Een nauwkeurige reconstructie van de herindeling van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer tot de nieuwe gemeente Groningen toont een inkijk in de Nederlandse politieke cultuur die complotdenken in de hand werkt. Dat is niet de opzet van de bestuurders. Zij doen hun werk naar eer en geweten, maar zetten daarbij middelen in die niet stroken met wat veel Nederlanders een rechtvaardige procedure vinden. De oorzaak is terug te voeren naar door burgers ervaren gebrekkige rechtszekerheid. Aan de hand van deze casus wordt onderzocht of dit terecht is.
Van verplichte geestelijke gezondheidszorg naar verplichte anticonceptie?
Met de inwerkingtreding van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is de jarenlange ethisch-juridische discussie omtrent preventie van onverantwoord ouderschap nieuw leven ingeblazen. Inmiddels is er een heel aantal uiteenlopende rechterlijke uitspraken gewezen over de (on)mogelijkheid om verplichte anticonceptie op te leggen op grond van de Wvggz. Deze bijdrage bespreekt de betekenis van die rechterlijke uitspraken. Op basis van deze jurisprudentieanalyse wordt de wenselijkheid van verplichte anticonceptie binnen de verplichte geestelijke gezondheidszorg beoordeeld.
Waarom werd Wilders veroordeeld?
De Rechtbank Den Haag en het Hof Den Haag veroordeelden Geert Wilders voor zijn ‘minder, minder, minder…’ toespraak op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van Wilders met zijn standaardoverweging dat een politicus in het publieke debat de verantwoordelijkheid draagt om te voorkomen dat hij uitlatingen verspreidt die strijdig zijn met de wet en de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. Daarbij gaat het volgens de Hoge Raad niet uitsluitend om uitlatingen die aanzetten tot haat, geweld of discriminatie, maar ook om uitlatingen die ‘direct of indirect aanzetten tot onverdraagzaamheid’. Die laatste toevoeging is problematisch, omdat aanzetten tot onverdraagzaamheid niet strafbaar is op grond van het Nederlandse strafrecht. Bovendien sprak het Hof Den Haag Wilders vrij van het aanzetten tot haat en discriminatie vanwege het ontbreken van het vereiste opzet bij Wilders. Dat roept de vraag op of zijn veroordeling wel terecht was.
Tijdschrift
NJB 8 (2021)
De gezonde voedselomgeving
Overgewicht en obesitas vormen een groeiend probleem voor de volksgezondheid. Met name in de grote steden stijgt het percentage van mensen met overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat de inrichting van de leefomgeving hier een belangrijke oorzaak van is, waar in grote mate ongezond voedsel beschikbaar is. Op basis van internationale en nationale doelen zetten gemeenten zich actief in om overgewicht terug te dringen. Het juridisch instrumentarium van gemeenten lijkt echter tekort te schieten, voornamelijk wat betreft het reguleren van de (on)gezonde voedselomgeving. Deze bijdrage onderzoekt de juridische knelpunten omtrent gemeentelijke regulering van de voedselomgeving en doet aanbevelingen om gemeenten meer juridische handvatten te geven.
Coronamaatregelen en godsdienstige bijeenkomsten?
In Nederland gold gedurende de coronacrisis voor gebedshuizen slechts kortstondig een limiet van (eerst honderd en later) dertig bezoekers en per 1 december 2020 zijn religieuze bijeenkomsten bij formele wet vrijgesteld van de maximering van de bezoekersaantallen. De ‘ongelijke behandeling’ van religieuze en seculiere activiteiten leidt bij sommigen in de maatschappij tot verontwaardiging. De vraag dringt zich op wat het huidige beleid inzake religieuze bijeenkomsten rechtvaardigt. Welke redenen zijn er om in deze coronacrisis zoveel belang te hechten aan religie? Deze vraag staat in dit artikel centraal.
Een dialoog met de Raad van State na de toeslagenaffaire
Na het rapport Ongekend onrecht ontwikkelt zich in de kolommen van het NJB een discussie over de rol van de Raad van State als rechter, die de Raad over zichzelf heeft afgeroepen. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State wil in de spiegel kijken, de Raad van State wil een dialoog over zijn functioneren; de Raad van State wil terugkoppeling, wil ook een respectvolle dialoog tussen de staatsmachten. Ondertussen heeft de Tweede Kamer moties aangenomen om te garanderen dat de bestuursrechter altijd aan het evenredigheidsbeginsel kan toetsen en stuurt ze aan op een oordeel van de Venetië-Commissie van de Raad van Europa. De vraag is, waarover moet die dialoog gaan?
Kinderopvangtoeslag, de theorie en de werkelijkheid
Een illustratie van de harde werkelijkheid maakt, naast theoretische beschouwingen naar aanleiding van de toeslagenaffaire over wat des wetgevers is, wat de rechter vermag en waar de wetgever iets zou moeten doen, de ellende van de onderdaan praktisch inzichtelijk.
Is de rechtsstaat wel zo’n kostbaar goed?
Dit is een fout stukje voor puur juridisch-inhoudelijk gemotiveerde juristen, ik waarschuw u maar vast. Na het verschijnen van het rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie zou het moeten gaan over recht en rechtsstaat. Maar hier gaat het over economie en geld.