Artikelen van Guido den Dekker
Tijdschrift
NJB 33 (2019)
De Januskop van de rechtmatigheid van het bestuur
De rechtmatigheid van het bestuur vormt een van de belangrijkste doelstellingen van de rechtsstaat. Maar hoe is die rechtmatigheid in de uitvoeringspraktijk gewaarborgd? De bestuursrechter doet bindende uitspraken in de voorgelegde individuele geschillen en vormt zo gezaghebbende jurisprudentie. Bestuursorganen streven de rechtmatigheid van hun uitvoering na en via accountantscontroles en rekenkameronderzoek worden uitspraken gedaan over de mate van rechtmatigheid van die uitvoering. Oordelen van accountants en rekenkamers over rechtmatigheid hebben in de praktijk vaak verstrekkende gevolgen, terwijl er veelal geen rechterlijk oordeel aan te pas komt. Waarborgen beide sporen van rechtmatigheidscontrole het rechtsbeschermingsmodel via de rechter en het controlemodel via de accountant voldoende de rechtsstatelijkheid, zonder een onevenredige druk te leggen op de uitvoeringspraktijk? Met de analyse van de Januskop van de rechtmatigheid verkennen wij dit tot nu toe onontgonnen terrein.
Lees het hele artikel in Navigator.
Forum arresti en de immuniteit van eigendommen van een buitenlandse centrale bank
Verschijnen of niet verschijnen, dat lijkt de vraag in sommige immuniteitszaken na het arrest van de Hoge Raad van 17 mei 2019 inzake Central Bank of Iraq/Siemens AG. Indachtig de ambtshalve verplichtingen van de Nederlandse rechter tot de vaststelling van zijn rechtsmacht, kan verstek laten gaan mogelijk gunstiger uitpakken voor de volkenrechtelijke immuniteit dan het op een partijdebat te laten aankomen. Ook rijst naar aanleiding van het arrest de vraag hoe competentie-scheppend conservatoir beslag (forum arresti) in Nederland zich verhoudt tot de immuniteit van beslag en executie van de eigendommen van buitenlandse centrale banken naar internationaal recht, temeer als dat beslag is gelegd ten laste van het tegoed dat centrale banken onderling bij elkaar aanhouden. De positie van DNB in het buitenland is in dat verband niet zonder betekenis
Lees het hele artikel in Navigator.
De bevrijding en het recht (1944-1946)
De herdenking van de 75ste verjaardag van de bevrijding van Nederland is op 31 augustus 2019 begonnen in Terneuzen. Met de bevrijding breekt een van de interessantste perioden uit de recente Nederlandse geschiedenis aan. De bevrijding had grote gevolgen voor het recht en de rechtsbeoefening. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de gelding van de door de bezetter ingevoerde wetgeving, de Nederlandse bijdrage aan het Neurenberg-Tribunaal, het rechtsherstel, de bijzondere rechtspleging, de zuivering van de overheidsorganen en de herstart van het juridische leven.
Lees het hele artikel in Navigator.
Reactie op ‘Liever advocaten’ van Caroline Forder
Juli jl. verscheen in dit blad een artikel van de hand van Caroline Forder met de sprekende titel Liever advocaten. Ik heb dit artikel met interesse gelezen en ben verheugd met de wetenschappelijke aandacht voor complexe scheidingen. Forder geeft een mooie beschrijving van het beleid van de afgelopen jaren en van de inhoud van de Agenda voor actie van februari 2018.
Lees het hele artikel in Navigator.
Naschrift
De gedeelde doelstelling die André Rouvoet op het einde van zijn reactie noemt en zijn uitgesproken wens om de zoektocht naar oplossingen gezamenlijk te ondernemen, kan ik hartstochtelijk beamen. Zijn betrokkenheid bij de urgente maatschappelijke kwestie van conflictscheidingen is enorm en zijn inzet voor kinderen die bij uitblijven van een oplossing vanuit de maatschappij ernstig en levenslang beschadigd zullen worden indrukwekkend. Daarom voel ik mij vereerd dat hij op mijn bijdrage reageert.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 30 (2013)
Naar een wettelijke regeling van mediation?
Op 25 april 2013 is een drietal consultatie-wetsontwerpen gepubliceerd, die tezamen beogen mediation in ons land te positioneren als een gelijkwaardige, alternatieve vorm van geschilbeslechting. Het betreft een Wet registermediator, een Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht en een Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht. De inhoud van de wetsvoorstellen getuigt van een goed bedoeld liberaal paternalisme dat beleidsmakers in Den Haag niet onwelgevallig is. Het is de vraag of in een aantal onderdelen van de wetsontwerpen niet te veel vooruit wordt gelopen op de maatschappelijke ontwikkelingen en of een en ander wel voldoende doordacht is. De inhoud van de drie wetsvoorstellen wordt in het navolgende aan een kritische blik onderworpen.
Verplichte mediation in het Europese recht
In de recente initiatiefwetsvoorstellen Mediation van VVD-Kamerlid Van der Steur in deze aflevering besproken door Martin Brink krijgen procespartijen minder zeggenschap over de rechterlijke doorverwijzing naar mediation. Het lijkt nuttig de (on)mogelijkheden ten aanzien van meer verplichtende doorverwijzing thans te bezien tegen de achtergrond van het Europese recht. De EU is momenteel immers de voornaamste leverancier van beleidsdocumenten en regelgeving (drie Richtlijnen en een Verordening) op het vlak van buitengerechtelijke geschiloplossing. Ook op EU-niveau blijken de standpunten echter nog niet uitgekristalliseerd. Daarbij vaart het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ EU) een onzekere koers, zo leert een vergelijking van de arresten Alassini (2010) en Ciro di Donna (2013). Wat drijft de Europese wetgever? Een korte reconstructie.
De Kinderombudsman en het recht op onderwijs
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag waarom de Leerplichtwet een obstakel is bij het verwezenlijken van het individuele recht op onderwijs en hoe dit obstakel weg te nemen. Kinderen die maatwerk nodig hebben ter verwezenlijking van hun recht op onderwijs komen door de wet in het gedrang. Dit komt met name door een aantal gebreken in die wet. Ten eerste ontbreekt een bepaling over het recht op onderwijs. Daarnaast worden ouders of verzorgers verplicht hun kind op een school te laten inschrijven, terwijl zij die inschrijving niet kunnen bewerkstelligen. Bovendien vereist de Leerplichtwet dat kinderen uitsluitend onderwijs volgen door voltijds en fysiek op de school van inschrijving aanwezig te zijn. Indien dit niet mogelijk is, biedt de Leerplichtwet alleen de mogelijkheid dat het kind helemaal niet meer naar school gaat of dat hij en zijn ouders of verzorgers strafrechtelijk worden vervolgd.
Korte reactie op Voorrang van VN-recht op mensenrechten in Nederland
Naschrift