Artikelen van Gijs van Dijck
Tijdschrift
NJB 42 (2020)
De rol van excuses in de civiele rechtspraak
In de literatuur wordt wel bepleit dat excuses kunnen leiden tot negatieve juridische consequenties voor de aanbieder. Maar is angst voor negatieve juridische consequenties eigenlijk wel terecht? Daarover bestaat in de wetenschap nog veel onduidelijkheid. De auteur heeft met haar promotieonderzoek een poging gedaan om deze kennislacune op te vullen. Het doel van het onderzoek was om erachter te komen op welke wijze het aanbieden van excuses door een juridische procedure kan worden belemmerd of juist gestimuleerd. In dit artikel worden de belangrijkste onderzoeksbevindingen beschreven, waarbij de aandacht primair is gericht op analyse van de civiele rechtspraak.
Wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht vraagt om verduidelijking en aanpassing
Het wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht is een verbetering ten opzichte van het consultatievoorstel, maar geeft nog steeds reden tot zorg. De memorie van toelichting laat ruimte voor een rechter die niet alleen het recht, maar ook de feiten aanvult. Dit strookt niet met het uitgangspunt van het voorstel dat de rol van de rechter niet wijzigt, dus de auteurs gaan ervan uit dat dit niet zo is bedoeld. Verder doen zij een poging tot opheldering van de reikwijdte van de aangepaste preprocessuele informatieverzamelingsplicht, die wat hen betreft zou moeten worden geschrapt, en de resterende ruimte voor voorlopige bewijsverrichtingen tijdens een lopende procedure.
Het gebruik van geanonimiseerde verklaringen in en buiten rechte
Het gebruik van geanonimiseerde verklaringen van informanten die weet hebben van eventuele misstanden, is op zichzelf begrijpelijk. Zonder hun verklaringen is het misschien niet mogelijk de misstand aan te pakken. Het gebruik van dergelijke verklaringen – eerst door degenen die een onderzoek doen naar het gebeurde en later mogelijk door de rechter – roept echter wel de vraag op of de betrokkene daardoor niet wezenlijk wordt geschaad in de mogelijkheid zich te verdedigen. Het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor zal uiteindelijk veelal het zwaarst moeten wegen. Onderzoekers doen er goed aan niet tegelijk en zonder voorbehoud (i) anonimiteit te garanderen aan de informanten en (ii) de betrokkenen een recht op wederhoor toe te zeggen. Gedragsregels en protocollen die beide garanderen zijn innerlijk tegenstrijdig. Het respecteren van een werkelijk recht op wederhoor kan ertoe leiden dat een misstand voortduurt of zonder sancties blijft. Aan deze uitkomst is mogelijk te ontkomen als onderzoekers de in dit artikel beschreven eisen in acht nemen.
Lang leve de veiling!
Op 10 december zal de Nobelprijs voor de Economie worden uitgereikt aan Roger Wilson en Paul Milgrom voor hun bijdrage aan de veilingtheorie en de ontwikkeling van nieuwe veilingmodellen. Voor de ontwikkeling van ‘verdelingsrecht’, van belang bij de verdeling van schaarse rechten door de overheid, kan deze veilingtheorie van grote betekenis zijn.
Reacties op Excuses belicht vanuit multidisciplinair perspectief
In het artikel Excuses belicht vanuit multidisciplinair perspectief - Een kritische visie bekritiseren de auteurs eerdere publicaties van met name Akkermans en Van Dijck. Zij achten de opvatting problematisch dat excuses niet oprecht hoeven te zijn, willen zij van waarde zijn voor bijvoorbeeld een benadeelde. Dat mag je vinden, maar het gaat wat ver om te suggereren dat het empirische perspectief wordt verabsoluteerd of dat er onterecht een wetenschappelijk consensus wordt gepresenteerd.
Geeraets en Maas schrijven in hun artikel dat met name Akkermans en Van Dijck claimen dat oprechtheid van excuses geen voorwaarde zou vormen voor geslaagde excuses, en dat die claim wetenschappelijk niet houdbaar is. Het gaat de aangevallen wetenschappers er echter om of ook niet-spontane of gedwongen aanbieding van (elementen van) excuses van enige waarde kan zijn voor benadeelden. Overigens schreven Akkermans, Uijttenbroek, Van Wees en Hulst juist geen voorstander te zijn van verplichte excuses.
Tijdschrift
NJB 28 (2020)
Klare taal in uitspraken
Dat de rechter ‘klare taal’ moet gebruiken, is inmiddels een breed gedragen norm. Toch zijn rechterlijke uitspraken (nog steeds) niet erg begrijpelijk. De vraag is dan ook wat ervoor nodig is om dit te veranderen. Uit verschillende experimenten blijkt dat het niet voldoende is om alleen het taalgebruik in uitspraken te vereenvoudigen. Oppervlakkige ingrepen zorgen er weliswaar voor dat leken de uitspraken als begrijpelijker ervaren, maar niet dat zij deze ook beter begrijpen. Ingrepen op oppervlakte- en diepteniveau samen blijken de begrijpelijkheid wél te vergroten. Daarmee is empirisch aangetoond dat peuteren aan de verf, zoals schrijven op B1-niveau, weinig oplost. En dat de klaretaalbeweging op de goede weg is door niet alleen aandacht te besteden aan de stijl, maar ook aan de structuur en de inhoud van uitspraken.
De ‘coronazaaksbehandeling (CZB)’
De lockdown van de samenleving heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de zaaksbehandeling door de bestuursrechter. De afgelopen maanden is een aantal initiatieven ontwikkeld om de bestuursrechtspraak bij de rechtbanken draaiende te houden. Deze zijn op hun beurt vervolgens voor een deel ingebed in het Tijdelijke procesreglement bestuursrecht en de bijbehorende werkinstructies. Voldoet de zaaksbehandeling waarin de zitting minder centraal staat in coronatijden nu nog aan de maatlat van de professionele standaarden en wat kan worden geleerd van de huidige CZB?
De Tweede Kamer en de minister moeten de lokale democratie respecteren
Wat is de rol van de Minister van Justitie en die van de Tweede Kamer als grote verontwaardiging bestaat over een uit de hand gelopen demonstratie in Amsterdam in coronatijd? En maakt het daarbij wat uit of de burgemeester van Amsterdam op eigen gezag handelde of als voorzitter van de veiligheidsregio?
Staatshulp en loonsverlaging
We leven in barre tijden. Bedrijven en werknemers komen in grote financiële problemen. Soms springt de overheid bij, zoals bij KLM. Aan de staatshulp worden voorwaarden verbonden op allerlei gebied: duurzaamheid, bonussen, lonen, om er een paar te noemen. Voor die lonen wil ik hier kort aandacht vragen.
En verder: 'De toekomst van de jurist, de jurist van de toekomst', 'Kruimelstrafzaken wegwerken' en 'Professional en risicotaxatieinstrument hand in hand. Hoe de reclassering risico’s inschat' (reactie) met naschrift
Tijdschrift
NJB 25 (2020)
Algoritmische risicotaxatie van recidive
Dit artikel verkent het risicotaxatie-instrument OXREC, dat door de reclassering wordt gebruikt en inmiddels ook de rechtszaal heeft bereikt. De conclusie is dat het wetenschappelijk onderzoek waarop het instrument is gebaseerd relevant is, maar de kwaliteit van het voorspellingsmodel vanuit praktisch oogpunt twijfelachtig. Met de introductie van OXREC lijken Reclassering Nederland en ook rechters zich te laten leiden door voorspellingen die geregeld niet accuraat zijn, niet beter presteren dan reeds bestaande voorspellingsmodellen en waarbij ongelijke behandeling op basis van ras, sociale klasse of andere sociale ongelijkheden op de loer ligt.
Wie handelt er ultra vires?
De hoogste Duitse constitutionele rechter, het Bundesverfassungsgericht (BVG), behoudt zich het recht voor te toetsen of een EU-maatregel de grenzen van de aan de EU toegekende bevoegdheid niet manifest overschrijdt, dan wel de door het EU Hof gegeven interpretatie ter zake niet manifest onjuist moet worden geacht. Komt het BVG tot die conclusie, dan wordt het beginsel van de voorrang van het EU-recht ter zijde geschoven. De betrokken maatregel en de door het EU Hof gegeven interpretatie mogen dan geen toepassing vinden in de Duitse rechtsorde, met alle gevolgen van dien voor de uniforme uitleg en toepassing van het EU-recht in en door de lidstaten. Het arrest-Weiss is het eerste geval waarin het BVG zover gaat. Een verdragsinbreukprocedure van de Commissie tegen Duitsland voor het EU Hof lijkt aangewezen, want verdragsschendingen genoeg in deze zaak.
Het jaarverslag van de Raad van State en correctie van het rechterlijk oordeel door de wetgever
In de inleidende beschouwing bij het jaarverslag van de Raad van State gaat de Raad onder meer in op het recent opnieuw opgelaaide debat over de rol van de rechter. Volgens dit essay behoeft een van de stellingen die de Raad daar inneemt, dat correctie van het rechterlijk oordeel door de wetgever ‘veel moeilijker’ is wanneer deze bovennationaal recht aan zijn oordeel ten grondslag legt en dat daarbij geen ‘overrule’ mogelijk is, nuancering. Er is op dit terrein wellicht meer mogelijk dan de Raad van State veronderstelt. In dit essay wordt aangestipt welke factoren daarbij potentieel relevant zijn en welke verdere constitutionele vragen deze constatering oproept.
Rechtsmacht anno 2020
Er verblijven ten minste 205 kinderen ‘met een Nederlandse link’ in Syrië en Turkije. Mogelijk zijn er ook ‘Nederlandse kinderen’ in Irak. De Nederlandse regering heeft herhaaldelijk verklaard zich niet te willen inspannen om deze kinderen te beschermen door hen naar Nederland te halen. Zowel rechtbank als gerechtshof hebben in een kort geding aangespannen namens kinderen in Syrië geen rechtsmacht willen aannemen vanwege het gebrek aan zeggenschap en effective control ter plaatse. In dit artikel wordt betoogd dat het goed zou zijn indien de Hoge Raad een ruimere interpretatie hanteert van het concept rechtsmacht met als gevolg dat de Nederlandse regering gehouden is alles in het werk te stellen om de rechten van de Nederlandse kinderen in Syrië, Irak en Turkije te beschermen. Het past niet om vast te houden aan een rechtsmachtbenadering die gebaseerd is op een ‘oude’ wereld en die deze kinderen feitelijk in de kou laat staan.
De burka, het mondkapje en de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding
Natuurlijk moet het mogelijk zijn om ten tijde van een pandemie een mondkapje te verplichten in het openbaar vervoer. Maar hoe is zo’n verplichting te rijmen met de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding die juist ook in het openbaar vervoer geldt?
Tijdschrift
NJB 18 (2019)
Een verticale haven in een horizontale wereld
De tijd is rijp voor een herbezinning op de dogmatische aannames die ten grondslag liggen aan het gezondheidsrecht als functioneel rechtsgebied. Aannames die zich primair manifesteren in de kwalificatie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst als patiëntenrechtenvehikel en niet als (eerst en vooral) een wederkerige overeenkomst tussen twee partijen. Via een chronologisch gestructureerde bespreking van de relevante academische en parlementaire discussies beoogt de bijdrage de onderliggende assumpties aan de oppervlakte te brengen, zoals deze hun meest recente vertaling hebben gevonden in een wetsvoorstel tot wijziging van Afdeling 5 van Titel 7 van Boek 7 BW. Vervolgens wordt ingezoomd op het juridische potentieel van een wetsartikel waarvan nagenoeg alle gezondheidsrechtjuristen vinden dat het zou moeten worden geschrapt: artikel 7:452 BW, over de verplichtingen van de patiënt. Het artikel sluit af met een korte eindbeschouwing.
Mythes en waarheden over kansen voor juridisch onderzoek bij NWO
In deze bijdrage worden aan de hand van door NWO verschafte gegevens honoreringspercentages van juridische en niet-juridische (sociaal-wetenschappelijke) onderzoeksaanvragen vergeleken, alsook de percentages tussen juridische sub-disciplines. De resultaten laten zien dat het aantal juridische onderzoeksaanvragen is toegenomen en dat de slagingskans van juridische voorstellen niet heel veel lager ligt (maar zeker niet hoger) dan die uit de andere disciplines gezamenlijk. Het onderzoek is niet meer dan een allereerste aanzet voor een feitelijke onderbouwing van en verdere discussie over de toekomst van juridisch onderzoek in Nederland.
e-Court: zwart gat of lichtend voorbeeld?
Er is veel te doen over de snelle opkomst van het fenomeen ‘online arbitragerechtspraak’. Met name is de kritiek op de grootste aanbieder op dit gebied, e-Court, niet van de lucht. Maar er valt veel af te dingen op de bezwaren tegen e-Court. Een verbod ligt dan ook geenszins in de rede. Sterker nog: aangezien de digitalisering van de overheidsrechter en de modernisering van het civiele procesrecht nog lang op zich zullen laten wachten, voorziet een initiatief als e-Court juist in een actuele maatschappelijke behoefte. Het is een snelle en goedkope vorm van geschilbeslechting, die bijdraagt aan het voorkomen van problematische schulden. Oplopende (buiten)gerechtelijke kosten geven immers vaak de doorslag richting problematische schulden.
Reactie
In het artikel wordt tegen beter weten in de suggestie gewekt, dat e-Court een commercieel instituut zou zijn, die grote marktpartijen zou bevoordelen vanwege met deze partijen gesloten contracten. Het is echter een omstandigheid van algemene bekendheid dat e-Court geen commerciële instelling is, maar een stichting zonder winstoogmerk.
Naschrift
De discussie over e-Court heeft al vele pagina’s gevuld, waarbij kennelijk grote belangen hand in hand gaan met grote gevoeligheden. Laten wij daarom kort zijn over de reactie van e-Court, temeer nu daarin slechts een sideline van ons artikel tot grote proporties wordt opgeblazen.
Tijdschrift
NJB 10 (2019)
Netwerkanalyse van werkgeversaansprakelijkheid
In dit artikel wordt voor het thema werkgeversaansprakelijkheid ex artikel 7:658 BW en artikel 7:611 BW getracht te achterhalen welke deelonderwerpen te onderscheiden zijn en wat de precedenten zijn binnen de verschillende deelonderwerpen. Het artikel is het eerste dat voor een privaatrechtelijk thema deelonderwerpen en precedenten opspoort aan de hand van een netwerkanalyse. Netwerkanalyse is een handig hulpmiddel om de problematiek rond, in dit geval, werkgeversaansprakelijkheid sneller en beter te begrijpen, dat tijd kan besparen, andere inzichten kan opleveren en nieuwe vragen kan opwerpen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Online politieke microtargeting
Voor online politieke microtargeting wordt het online-gedrag van mensen in kaart gebracht en worden de verzamelde gegevens gebruikt om mensen gerichte politieke advertenties te tonen. Microtargeting is vanuit de VS komen overwaaien naar Europa en heeft voor- en nadelen voor de democratie. Microtargeting kan politieke partijen helpen om mensen effectief te bereiken en kan politieke betrokkenheid stimuleren. Maar microtargeting kan ook een bedreiging vormen voor de democratie. Zo kan een politieke partij zich verschillend voordoen aan verschillende mensen. Bovendien bedreigt het verzamelen van persoonsgegevens onze privacy. Dit artikel brengt de beloftes en bedreigingen van microtargeting voor de democratie in kaart en schetst mogelijkheden voor beleidsmakers om het gebruik van microtargeting te reguleren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Geheime verdragen en derubricering
Als het geheime karakter aan een geheim verdrag vervalt moet het verdrag alsnog en wel zo spoedig mogelijk ter parlementaire goedkeuring worden voorgelegd. De mogelijkheden om het parlement bij geheime/vertrouwelijke verdragen, zowel in de onderhandelingsfase als in de goedkeuringsfase, buiten de totstandkoming te houden, zijn ruim. Als er dan ook nog eens langer dan nodig wordt gewacht met derubricering, dan blijft er van parlementaire betrokkenheid wel zeer weinig over. Daarom is het goed om op structurele basis na te gaan of er verdragen zijn die voor derubricering in aanmerking komen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Resultaatgerichte indicaties vragen om resultaatgerichte rechtsbescherming
In een recente uitspraak in het sociaal domein bood de Centrale Raad van Beroep niet alleen rechtscherming in het individuele geval, maar stelde de Raad meteen ook een uniforme landelijke standaard. Daarmee ging echter tevens een streep door wat goedwillende gemeenten hadden bedacht. De Centrale Raad had dit kunnen en moeten voorkomen door minder recentraliserend te motiveren en de lokale beleidsruimte meer te respecteren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Verdere reflectie op onderzoek naar straftoemeting
Met enige verbazing hebben wij kennis genomen van de bijdrage van Van Oorschot in NJB 2018/1699, afl. 32, waarin zij ons in 2012 verschenen artikel ‘Verschillen in straftoemeting in soortgelijke zaken: Een kwantitatief onderzoek naar de rol van specifieke kenmerken van de dader’ bespreekt.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 23 (2016)
Naar een nieuw schadevereiste in het aansprakelijkheidsrecht
In dit artikel staat het ontwikkelen van een nieuw schadevereiste centraal. Het bestaande schadebegrip kenmerkt zich doordat het terugkijkt en zich vooral richt op financieel nadeel. Het schadevereiste is bruikbaar in een hoeveelheid situaties, maar is problematisch gebleken waar het gaat om immateriële schade, nietfinanciële belangen en materiële schade waarvan het bepalen van de hoogte speculatief is. Dit artikel analyseert of, en zo ja hoe, het bestaande schadevereiste en het concept van herstel in oude toestand te verenigen is met een meer toekomst- en herstelgerichte benadering. Het laat zien dat er geen tegenstelling hoeft te bestaan tussen het bestaande schadebegrip en de herstelgerichte benadering. Daarvoor is wel een alternatief beoordelingskader vereist. De invulling en toepassing van het alternatieve schadebegrip wordt besproken, alsook begrenzingsmogelijkheden om te vergaande aansprakelijkheid in te perken. Voorbeelden worden gebruikt om de werking van het nieuwe schadevereiste te illustreren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het Britse referendum, het Brexit-preventiepakket, en de gevolgen voor het recht van de Europese Unie
‘Should the United Kingdom remain a member of the European Union or leave the European Union?’ Dit is de vraag die de Britse kiezer bij het referendum op 23 juni a.s. zal moeten beantwoorden. Na deze datum zullen echter, ongeacht of een meerderheid van de bevolking voor ‘remain’ of voor ‘leave’ stemt, de verhoudingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk niet meer hetzelfde zijn als daarvoor. In het eerste geval treden namelijk de afspraken in werking die eerder dit jaar werden gemaakt om aan de hervormingseisen van de regering-Cameron tegemoet te komen. In het tweede geval valt er niet te ontkomen aan het ontvlechten van alle bestaande politieke en juridische verbanden. Dit artikel staat stil bij de inhoud van het ‘Brexit-preventiepakket’, en belicht de hoofdlijnen van de gemaakte afspraken om een vertrek van het Verenigd Koninkrijk af te wenden. Daarnaast is er aandacht voor de gevolgen van dat pakket voor het institutionele en het materiële EU-recht. Hoewel de afspraken niet leiden tot radicale veranderingen, zou de aard en opzet van de Unie toch in een aantal saillante opzichten wijzigingen ondergaan.
Lees het hele artikel in Navigator.
De misleiding van Nederland
Deze opinie dankt zijn bestaan aan de schreeuw om aandacht, waarmee Thierry Baudet als actievoerder tegen de EU tijdens debatten aan zijn opponenten vraagt of ze zijn boeken wel hebben gelezen. Ik begon zijn vraag als een persoonlijk verzoek te beschouwen en haalde zijn proefschrift The Significance of Borders samen met de Nederlandse bewerking ervan in huis.
Lees het hele artikel in Navigator.
Bijkomende gevolgen van straf en het principe van proportionele strafoplegging
Naast de vergeldende leedtoevoeging zelf, kan straf bijkomende negatieve effecten hebben die de veroordeelde beperken in zijn mogelijkheden volledig deel te hebben aan de samenleving. Bijkomende consequenties overtreffen qua ervaren zwaarte geregeld de straf. In dit artikel bepleiten de auteurs dat zorgvuldig zou moeten worden afgewogen welke bijkomende gevolgen van straffen deel uit maken van de straf en dus betrokken zouden moeten worden in afwegingen omtrent de proportionaliteit. Consequenties die voorzienbaar zijn en duidelijk als ‘objectief kwaad’ kunnen worden beschouwd, zouden als deel van de straf moeten worden beschouwd.
Lees het hele artikel in Navigator.
Huishoudelijke zorg en de CRvB
Gemeenten zijn op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015) verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking en/of chronische problemen. Uitgangspunt van de wet is dat gemeenten slechts ondersteuning bieden voor zover nodig. Om die behoefte bij de burger te peilen en te vertalen in noodzakelijke hulp hebben gemeenten een ruime bevoegdheid gekregen van de wetgever. Te ruim, volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in een spraakmakende uitspraak over drie verschillende zaken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 36 (2015)
Emotionele belangen en het aansprakelijkheidsrecht
Kenmerkend voor vermogensrechten, en dus ook voor hoe herstel gestalte krijgt in het aansprakelijkheidsrecht, is het terugkijken (terugbrengen in oude toestand) en de focus op financiële compensatie. Tegelijk hebben benadeelden behoefte aan meer. Zij zoeken niet alleen financiële compensatie, maar willen soms ook erkenning, excuses, informatie over wat er is gebeurd, er voor zorgen dat wat hen is overkomen niet nog een keer gebeurt, enz. In dit artikel wordt onderzocht hoe het idee van herstel in oude toestand en, daaraan gekoppeld, het schadebegrip dienen te worden uitgelegd of geïnterpreteerd zodat het aansprakelijkheidsrecht meer recht kan doen aan dit soort emotionele belangen.
Van openbaarheid naar hergebruik van overheidsinformatie
Al decennia kent Nederland wetgeving op het gebied van de openbaarheid van informatie. Deze regels hebben ten doel overheidsmacht transparant en democratische controle mogelijk te maken. Onlangs is nieuwe regelgeving aangenomen door de Eerste Kamer. De Wet hergebruik overheidsinformatie ziet tevens op openbaarheid van overheidsinformatie, maar kent een fundamenteel ander doel dan voorgaande wetgeving. Niet de democratie of de controle op de macht staat centraal, maar de commerciële exploitatie van overheidsinformatie door private ondernemingen. Dit brengt met zich dat de wetgeving een fundamenteel ander karakter krijgt, dat de overheid gegevens over burgers aan derden geeft zonder te weten waarvoor deze worden gebruikt en dat het sociaal contract tussen overheid en burger onder druk komt te staan.
Marokkaanse gangsters en corrupte rechters
De zaak Hamza B. brengt de mogelijkheden maar vooral ook de begrenzingen van moderne wederzijdse rechtshulp in strafzaken scherp aan het licht.