Artikelen van Florian van Hout
Blog
De verkenningsfase in de kabinetsformatie. Regels versus ruimte
In dit artikel wordt de verkenningsfase in het formatieproces ontrafeld en worden suggesties gedaan om de rol van de verkenner duidelijker af te bakenen.
Tijdschrift
NJB 38 (2023)
De verkenningsfase in de kabinetsformatie
Na de vorige, nogal moeizaam verlopen kabinetsformatieprocedure hebben een evaluatiecommissie, de Tweede Kamervoorzitter en de Raad van State zich uitgelaten over eventuele mogelijkheden tot verbetering van deze procedure. Na de aanwijzing door de Tweede Kamer van Gom van Strien (PVV) als eerste verkenner op 24 november 2023 in de huidige kabinetsformatie blijven over de verkenningsfase in ieder geval nog twee zaken onopgehelderd. In de eerste plaats is de precieze definitie van de verkenningsfase ongewis. Er zou geen ruimte zijn voor een ‘inhoudelijke’ aanpak, maar wat betekent dat? Ook de aangestipte mogelijkheid om de positie van de verkenner te reglementeren is nauwelijks uitgewerkt. In dit artikel wordt de verkenningsfase in het formatieproces ontrafeld en worden suggesties gedaan om de rol van de verkenner duidelijker af te bakenen.
Duurzaamheidstransparantie via de financiële sector
Om onze planeet leefbaar te houden moet duurzaamheid de norm worden. Ook de financiële sector moet hier een rol in spelen, gefaciliteerd door nieuwe Europese regelgeving. Zo is althans de gedachte. Op dit moment wordt de Europese financiële sector bedolven onder een ware stortvloed aan duurzaamheidsregels die de sector en de financiële toezichthouders zeer indringend bezighouden.
O Nederland, let op uw saeck! Maar laat de koninkrijkspartners erbuiten
Over de constitutionele toetsing door de Raad van State schreef Mentko Nap een proefschrift waarin hij op zoek ging naar de consistentie in de advisering. In zijn werk komt hij tot de slotconclusie dat de consistentie, maar ook de wijze waarop de Raad tot interpretatie van de Grondwet komt, meer dan eens te wensen overlaat. Dat bleek onlangs maar weer eens, althans naar mijn oordeel, uit het advies van de Raad naar aanleiding van een initiatiefvoorstel over de Rijkswet financiële defensieverplichtingen.
Euthanasie bij comateuze en diep-demente patiënten
In hoeverre behoren de in zijn schriftelijke wilsverklaring neergelegde opvattingen bepalend te zijn voor de beantwoording van de vraag of de inmiddels wilsonbekwame patiënt ondraaglijk lijdt in de zin van de Euthanasiewet? Een wetswijziging is raadzaam.