Artikelen van Eddy Bauw
Tijdschrift
NJB 18 (2019)
Een verticale haven in een horizontale wereld
De tijd is rijp voor een herbezinning op de dogmatische aannames die ten grondslag liggen aan het gezondheidsrecht als functioneel rechtsgebied. Aannames die zich primair manifesteren in de kwalificatie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst als patiëntenrechtenvehikel en niet als (eerst en vooral) een wederkerige overeenkomst tussen twee partijen. Via een chronologisch gestructureerde bespreking van de relevante academische en parlementaire discussies beoogt de bijdrage de onderliggende assumpties aan de oppervlakte te brengen, zoals deze hun meest recente vertaling hebben gevonden in een wetsvoorstel tot wijziging van Afdeling 5 van Titel 7 van Boek 7 BW. Vervolgens wordt ingezoomd op het juridische potentieel van een wetsartikel waarvan nagenoeg alle gezondheidsrechtjuristen vinden dat het zou moeten worden geschrapt: artikel 7:452 BW, over de verplichtingen van de patiënt. Het artikel sluit af met een korte eindbeschouwing.
Mythes en waarheden over kansen voor juridisch onderzoek bij NWO
In deze bijdrage worden aan de hand van door NWO verschafte gegevens honoreringspercentages van juridische en niet-juridische (sociaal-wetenschappelijke) onderzoeksaanvragen vergeleken, alsook de percentages tussen juridische sub-disciplines. De resultaten laten zien dat het aantal juridische onderzoeksaanvragen is toegenomen en dat de slagingskans van juridische voorstellen niet heel veel lager ligt (maar zeker niet hoger) dan die uit de andere disciplines gezamenlijk. Het onderzoek is niet meer dan een allereerste aanzet voor een feitelijke onderbouwing van en verdere discussie over de toekomst van juridisch onderzoek in Nederland.
e-Court: zwart gat of lichtend voorbeeld?
Er is veel te doen over de snelle opkomst van het fenomeen ‘online arbitragerechtspraak’. Met name is de kritiek op de grootste aanbieder op dit gebied, e-Court, niet van de lucht. Maar er valt veel af te dingen op de bezwaren tegen e-Court. Een verbod ligt dan ook geenszins in de rede. Sterker nog: aangezien de digitalisering van de overheidsrechter en de modernisering van het civiele procesrecht nog lang op zich zullen laten wachten, voorziet een initiatief als e-Court juist in een actuele maatschappelijke behoefte. Het is een snelle en goedkope vorm van geschilbeslechting, die bijdraagt aan het voorkomen van problematische schulden. Oplopende (buiten)gerechtelijke kosten geven immers vaak de doorslag richting problematische schulden.
Reactie
In het artikel wordt tegen beter weten in de suggestie gewekt, dat e-Court een commercieel instituut zou zijn, die grote marktpartijen zou bevoordelen vanwege met deze partijen gesloten contracten. Het is echter een omstandigheid van algemene bekendheid dat e-Court geen commerciële instelling is, maar een stichting zonder winstoogmerk.
Naschrift
De discussie over e-Court heeft al vele pagina’s gevuld, waarbij kennelijk grote belangen hand in hand gaan met grote gevoeligheden. Laten wij daarom kort zijn over de reactie van e-Court, temeer nu daarin slechts een sideline van ons artikel tot grote proporties wordt opgeblazen.
Tijdschrift
NJB 4 (2019)
Plan Dekker: een nieuwe leemte in de rechtshulp
Naar aanleiding van de discussie over een plan van minister Dekker om drastisch te snoeien in het recht op rechtshulp, waarschuwen de auteurs van dit artikel voor een nieuwe leemte in de rechtsbijstandsvoorziening voor on- en minvermogenden die zal gaan lijken op de leemte die aanleiding gaf tot de rechtshulpbeweging in zeventiger jaren van de vorige eeuw.
Lees het hele artikel in Navigator.
Herziening gesubsidieerde rechtsbijstand, ADR en rechtsstatelijkheid
De beleidsbrief van minister Dekker heeft de vraag naar de rechtsstatelijke waarborgen die de diverse vormen en aanbieders van ADR bieden nog relevanter gemaakt dan deze al was. In dit artikel wordt niet geconcludeerd dat er al grote misstanden plaatsvinden. Ook wordt niet gepleit voor een intensieve overheidsbemoeienis met de zich in de komende jaren verder ontwikkelende markt voor geschiloplossing. Wel wordt verwacht dat er een duidelijke visie wordt ontwikkeld over de rol die de overheid zou moeten hebben en dat de overheid de vinger aan de pols houdt. In deze bijdrage geven de auteurs een aanzet voor deze visie en doen een oproep tot discussie.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het wetsvoorstel Franchise
Op 12 december 2018 is een nieuw wetsvoorstel Franchise ter consultatie voorgelegd. In Boek 7 BW wordt een nieuwe titel over de franchiseovereenkomst geïntroduceerd. Wat opvalt is dat de gehele nieuwe titel van dwingend recht is. In het commerciële contractenrecht is dat ongebruikelijk. Wellicht is dit nodig om de problemen op te lossen. Maar is er wel een deugdelijke probleemanalyse? Mogelijk is de nuance die het onderscheid tussen regelend en dwingend (en semi-dwingend) recht biedt te snel terzijde geschoven. Zal dit wetsvoorstel de onrust in de franchisesector wel kunnen wegnemen?
Lees het hele artikel in Navigator.
VN: ‘Recht op abortus’
Het Mensenrechtencomité van de VN vindt dat lidstaten niet zelf hun abortuswetgeving mogen bepalen en zet de deur verder open naar een recht op abortus. Dat blijkt uit de General Comment die het comité op 30 oktober 2018 aannam. Hiermee adviseert het HRC de VN-lidstaten over de interpretatie van artikel 6 (het recht op leven) van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). Volgens het HRC behoort tot het recht op leven ook de toegang tot abortus. En daarmee bepleit het VN-orgaan indirect een recht op abortus.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 4 (2017)
Van stok achter de deur tot keurslijf?
Na jarenlange inleidende schermutselingen komt de invoering van een class action nu echt dichterbij. Het instrument is bedoeld als stok achter de deur om de collectieve afwikkeling van massaschade effectiever te maken. Het wetsvoorstel dat hiertoe strekt probeert tegelijkertijd de mogelijke negatieve effecten tegen te gaan door strikte voorwaarden aan het gebruik ervan te verbinden. In deze bijdrage wordt een eerste indruk van het wetsvoorstel gegeven. Daarbij staat de vraag voorop of die voorwaarden niet onnodig ten koste gaan van de effectiviteit van de civiele collectieve actie zoals die al jaren met veel succes in praktijk wordt gebracht. Verwordt de stok achter de deur zo niet tot een keurslijf dat juist aan het opkomen voor rechten en belangen in de weg zal staan?
Lees het hele artikel in Navigator.
Naar een CO2-arme energievoorziening
De klimaatopgave vergt een transitie naar een CO2-arme energievoorziening in 2050. De Omgevingswet kan hierin een belangrijke rol vervullen en is daartoe zelfs meer geschikt dan het voorstel voor een klimaatwet dat hiervoor werd geschreven. In dit artikel wordt voorgesteld om de CO2-reductiedoelstellingen van het wetsvoorstel Klimaatwet uit te werken in de Omgevingswet. Complementair wordt een verplichting voorgesteld om bij de vaststelling van een omgevingsplan rekening te houden met het belang van een CO2-arme energievoorziening. Deze voorstellen maken het mogelijk om meer bottom-up tot maatschappelijk aanvaardbare oplossingen te komen en leggen de primaire verantwoordelijkheid op het niveau waar de afwegingen met gevolgen voor de fysieke leefomgeving met name zullen plaatsvinden, te weten bij de decentrale overheden.
Lees het hele artikel in Navigator.
Wet regulering prostitutie of Wet deregulering thuisprostitutie?
De kans dat met de invoering van de Wet regulering prostitutie misstanden in de seksbranche zich zullen verplaatsen naar de thuisprostitutie en zelfs zullen toenemen, is bepaald niet denkbeeldig. Door het ‘vrijgeven’ van het thuiswerk zal deze vorm van prostitutie zich onttrekken aan het zicht van toezichthouders en hulpverleners. Daarnaast worden gemeentebesturen die in de afgelopen tijd allerlei maatregelen troffen om misstanden te voorkomen en te bestrijden, teruggeworpen in de tijd. Dit gaat lijnrecht in tegen de voornaamste doelen van het wetsvoorstel: de bestrijding van uitbuiting, dwang en mensenhandel en de verbetering van de positie van de prostituee.
Lees het hele artikel in Navigator.
Noodweer tegen een onschuldige bijrijder
Een recente uitspraak van het Gerechtshof ’s Hertogenbosch lijkt te impliceren dat schieten op onschuldige personen door agenten gerechtvaardigd kan zijn ter bescherming van collega’s die aanzienlijk minder gevaar lopen dan de onschuldigen op wie wordt geschoten. Een verkeerd signaal.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 32 (2016)
Proactieve politiecontrole en onderscheid naar etniciteit of nationaliteit
Racial profiling en discriminatie door de politie domineren het maatschappelijk debat in de Verenigde Staten. Waar de rellen in Ferguson in 2014 na de dood van zwarte tiener Michael Brown het onderwerp scherp op de (inter)nationale publieke en politieke agenda zette, hebben er zich sindsdien diverse incidenten van vermeend raciaal gemotiveerd politiegeweld voorgedaan die maken dat het laatste woord over deze complexe kwesties nog niet is gezegd. Ook in Nederland werd de discussie over etnisch profileren en discriminatie recent weer aangewakkerd door de staandehouding van rapper Typhoon, welke met name zou zijn ingegeven door diens huidskleur. Naast de politie blijken ook burgers te profileren. Zo werd onlangs een vliegtuig aan de grond gehouden omdat een passagier meende in een Arabische medepassagier een terrorist te ontwaren. Voor wat betreft de politie is de terugkomende vraag of profileren incidenteel voorkomt of dat het een structureel probleem is. Wij willen ons beperken tot het proactief politieoptreden, waarbij er nog geen verdachte of verdenking is. Daarbij laten we de kwestie of het etnisch profileren al dan niet structureel voorkomt links liggen en buigen ons over de vraag of en zo ja op welke wijze dat proactief optreden kan worden uitgevoerd zonder dat daarbij sprake is van discriminatie naar ras of nationaliteit.
Lees het hele artikel in Navigator.
Antonin Scalia (1936-2016)
In februari van dit jaar overleed onverwacht het vooraanstaande lid van het Amerikaanse Hooggerechtshof Antonin Scalia. Hij wordt algemeen beschouwd als een briljant jurist en staat bekend om zijn uitgesproken opvattingen over de rol van de rechter in de samenleving. In deze bijdrage wordt enig licht geworpen op de betekenis van Scalia voor de rechtsontwikkeling in de Verenigde Staten aan de hand van de belangrijkste doctrines en leerstukken die voor het Amerikaanse recht zo kenmerkend zijn.
Lees het hele artikel in Navigator.
‘Schone slaapsters’
Recent onderzoek wijst uit dat het met de waarborgen die claimorganisaties bieden voor goede belangenbehartiging niet goed is gesteld. De naleving van de daarvoor opgestelde Claimcode schiet nog sterk tekort. Het ziet er naar uit dat de wetgever de toegang tot de rechter voor deze organisaties fors gaat beperken. In deze bijdrage wijzen wij erop dat hierdoor een handhavingstekort aan de kant van consumenten dreigt te ontstaan. Hieraan kan worden tegemoetgekomen door toezichthouders een actievere rol te laten spelen bij de afwikkeling van collectieve consumentenclaims. De wettelijke basis is er al, maar leidt een sluimerend bestaan. Het is tijd om deze schone slaapsters te wekken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Houd de straat maar op afstand, daar is iedereen bij gebaat
Dit is het winnende essay van de essaywedstrijd die de Rechtspraak in het kader van de Dag van de Rechtspraak 2016 organiseerde. Het thema van zowel Dag als wedstrijd was: de rechter tussen staat en straat. Klaas Nijenhuis bepleit enige afstand tussen rechters en burgers. Dat is volgens hem inherent aan het vak van rechter en mede dáárdoor kan een rechter onpartijdig over geschillen beslissen. Legitimiteit en vertrouwen krijgt de rechter vooral door onpartijdig en vanaf een afstand kwalitatief hoge uitspraken te doen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijd voor een toegankelijkere cassatiedialoog?
De civiele cassatiedialoog is goeddeels aan het publieke oog onttrokken. Hierdoor is het vaak onduidelijk op basis van welke feitelijke gegevens de Hoge Raad besluit een koers in te slaan. Bovendien ontbreekt hierdoor de mogelijkheid tot het voeren van een publiek debat omtrent bij de Hoge Raad voorliggende vragen. Dit komt de kwaliteit van de rechtsvorming en ontwikkeling niet ten goede.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 19 (2013)
‘Wij zijn hier’
Gelijke behandeling van niet-uitzetbare vreemdelingen?
Dit artikel is de schriftelijke weergave van de Artikel 1 lezing die de auteur op 22 maart 2013 hield aan de Universiteit Utrecht. In hoeverre is het uit het oogpunt van het gelijkheidsbeginsel gerechtvaardigd dat niet uitzetbare asielzoekers die zich in Nederland bevinden anders worden behandeld dan andere personen die zich in Nederland bevinden op het punt van sociaal-economische grondrechten, zoals arbeid, sociale zekerheid, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg? De claim op deze rechten wordt afgeweerd door er op te wijzen dat de vluchtelingen daarvoor in hun eigen land moeten zijn maar daarmee wordt er ten onrechte vanuit gegaan dat het nationaliteitsrecht op internationaal niveau een sluitende lappendeken is.
Dit artikel is de schriftelijke weergave van de Artikel 1 lezing die de auteur op 22 maart 2013 hield aan de Universiteit Utrecht. In hoeverre is het uit het oogpunt van het gelijkheidsbeginsel gerechtvaardigd dat niet uitzetbare asielzoekers die zich in Nederland bevinden anders worden behandeld dan andere personen die zich in Nederland bevinden op het punt van sociaal-economische grondrechten, zoals arbeid, sociale zekerheid, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg? De claim op deze rechten wordt afgeweerd door er op te wijzen dat de vluchtelingen daarvoor in hun eigen land moeten zijn maar daarmee wordt er ten onrechte vanuit gegaan dat het nationaliteitsrecht op internationaal niveau een sluitende lappendeken is.
Wie zijn wij?
De relevantie van art. 1 van de Grondwet is gelegen in het fundamentele karakter van gelijke behandeling: onderscheid behoeft een rechtvaardiging die niet afdoet aan ieders persoonlijke waardigheid. Dat geldt zowel voor de besluiten inzake toelating als die inzake voorzieningen en dan met name de mate waarin ze een niet te beperken mensenrecht zijn, ongeacht verblijfstitels.
De door het recht bestuurde wereld is altijd virtueel geweest
Daar heeft de computer niets aan veranderd
In dit artikel wordt de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak RuneScape beschouwd vanuit de invalshoek van het begrip informatie en de betekenis daarvan in maatschappelijke en juridische processen, die naar hun aard altijd virtuele elementen hebben bevat. De stelling van de auteur is dat informatietechnologie scherper zichtbaar heeft gemaakt dat dit zo is, zodat we met nieuwe ogen naar een oude wereld kijken. De scheidslijn die computercriminaliteit met begrippen als materieel en immaterieel goed en ‘gegevens’ en ‘goederen’ heeft getrokken, heeft tot een toenemende verwarring geleid die de rechtszekerheid schaadt.
In dit artikel wordt de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak RuneScape beschouwd vanuit de invalshoek van het begrip informatie en de betekenis daarvan in maatschappelijke en juridische processen, die naar hun aard altijd virtuele elementen hebben bevat. De stelling van de auteur is dat informatietechnologie scherper zichtbaar heeft gemaakt dat dit zo is, zodat we met nieuwe ogen naar een oude wereld kijken. De scheidslijn die computercriminaliteit met begrippen als materieel en immaterieel goed en ‘gegevens’ en ‘goederen’ heeft getrokken, heeft tot een toenemende verwarring geleid die de rechtszekerheid schaadt.
Meervoudig beslissen niet altijd garantie voor kwaliteit
Naschrift bij reactie van Malsch op De waarde van meervoud
Tijdschrift
NJB 6 (2013)
De digitale oorlog: waan of werkelijkheid
In dit artikel wordt nader ingegaan op de specifieke vraag naar de toepasselijkheid van het jus ad bellum op acties die als digitale oorlogvoering worden aangeduid. Daarbij wordt onderzocht of en in hoeverre cyberacties onder het geweldverbod vallen en wanneer zelfverdediging met geweld tegen een cyberaanval is toegestaan. De leidende vragen zijn: in hoeverre is het mogelijk en opportuun om de relevante regels van het VN Handvest en het internationaal gewoonterecht te herinterpreteren in het licht van dit nieuwe fenomeen. Dienen bepaalde regels aangaande bewijs, toerekening of het bestaan van een gewapende aanval flexibeler of juist strikter geïnterpreteerd te worden dan voor traditionele situaties en wat zijn de gevolgen van nieuwe interpretaties voor het recht op het geweldgebruik meer in zijn algemeenheid?
De waarde van meervoud
De bijdrage van meervoudig beslissen aan de kwaliteit van rechtspraak
In het kader van de bezuinigingen is een wetsvoorstel ingediend dat de meervoudige behandeling van rechtszaken moet beperken. In dit artikel wordt een experiment beschreven dat is gebaseerd op de aanname dat rechterlijke besluitvorming niet wezenlijk afwijkt van andere besluitvormingsprocessen. Naar die processen is het nodige onderzoek gedaan en daaraan kunnen verwachtingen omtrent (de kwaliteit van) rechterlijke besluitvorming worden ontleend. Het experiment concentreert zich op de vraag of er aantoonbare verschillen in uitkomst zijn tussen enkelvoudige en meervoudige besluitvorming waar het gaat om het maken van fouten. Hoewel er ook onder de betrokken professionals en in de literatuur enige steun is voor het ook in hoger beroep enkelvoudig behandelen van zaken met een geringe complexiteit, manen de uitkomsten van dit experiment tot voorzichtigheid.
In het kader van de bezuinigingen is een wetsvoorstel ingediend dat de meervoudige behandeling van rechtszaken moet beperken. In dit artikel wordt een experiment beschreven dat is gebaseerd op de aanname dat rechterlijke besluitvorming niet wezenlijk afwijkt van andere besluitvormingsprocessen. Naar die processen is het nodige onderzoek gedaan en daaraan kunnen verwachtingen omtrent (de kwaliteit van) rechterlijke besluitvorming worden ontleend. Het experiment concentreert zich op de vraag of er aantoonbare verschillen in uitkomst zijn tussen enkelvoudige en meervoudige besluitvorming waar het gaat om het maken van fouten. Hoewel er ook onder de betrokken professionals en in de literatuur enige steun is voor het ook in hoger beroep enkelvoudig behandelen van zaken met een geringe complexiteit, manen de uitkomsten van dit experiment tot voorzichtigheid.
Afstammen van twee moeders
Een beschouwing over het wetsvoorstel ‘Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie’
Het is de hoogste tijd dat wij ons beraden op een volwaardige juridische regeling van alle omstandigheden waarin kinderen grootgebracht worden. De manier waarop in het wetsvoorstel wordt omgegaan met sociaal ouderschap is in wezen denigrerend: het wordt niet erkend als gezinsvorm sui generis maar het moet in de bestaande patronen worden opgenomen. Het voorstel blijft hangen in de bekende structuren waarin het de juridische ouders zijn die kinderen grootbrengen. En perst sociale ouders daarom, in kennelijke strijd met de biologische werkelijkheid, in het keurslijf van het juridisch ouderschap. Een gemiste kans.
Het is de hoogste tijd dat wij ons beraden op een volwaardige juridische regeling van alle omstandigheden waarin kinderen grootgebracht worden. De manier waarop in het wetsvoorstel wordt omgegaan met sociaal ouderschap is in wezen denigrerend: het wordt niet erkend als gezinsvorm sui generis maar het moet in de bestaande patronen worden opgenomen. Het voorstel blijft hangen in de bekende structuren waarin het de juridische ouders zijn die kinderen grootbrengen. En perst sociale ouders daarom, in kennelijke strijd met de biologische werkelijkheid, in het keurslijf van het juridisch ouderschap. Een gemiste kans.
Reactie op Criteria voor juridisch te beschermen godsdienst
De achtergrond van Criteria voor juridisch te beschermen godsdienst
Tijdschrift
NJB 3 (2013)
Caribische rechtspraak: het pokopoko-beginsel
Opmerkingen over de bijzondere positie van de rechter in de kleinschalige eilandgemeenschappen van het Caribisch deel van het Koninkrijk
Na de staatkundige veranderingen van 2010 lijkt er met het beginsel van concordantie van wetgeving soepeler te worden omgesprongen, des te meer reden de concordantie van rechtspraak in ere te houden. Maar wel rekening houdend met de lokale omstandigheden. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de maatstaven die in de laatste decennia in Nederland ten aanzien van overheidsgedrag ontwikkeld zijn, kunnen niet zonder meer in het Caribisch deel van het Koninkrijk worden aangelegd. Dit uitgangspunt staat bekend als het ‘pokopoko-beginsel’. Deze term werd aanvankelijk gebruikt om de tijdigheid van overheidsbeslissingen naar Caribische maatstaven te kunnen beoordelen, maar het beginsel strekt zich inmiddels uit tot andere algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waarbij in de jurisprudentie van het Gemeenschappelijk Hof vooral het vertrouwensbeginsel een rol speelt.
Na de staatkundige veranderingen van 2010 lijkt er met het beginsel van concordantie van wetgeving soepeler te worden omgesprongen, des te meer reden de concordantie van rechtspraak in ere te houden. Maar wel rekening houdend met de lokale omstandigheden. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de maatstaven die in de laatste decennia in Nederland ten aanzien van overheidsgedrag ontwikkeld zijn, kunnen niet zonder meer in het Caribisch deel van het Koninkrijk worden aangelegd. Dit uitgangspunt staat bekend als het ‘pokopoko-beginsel’. Deze term werd aanvankelijk gebruikt om de tijdigheid van overheidsbeslissingen naar Caribische maatstaven te kunnen beoordelen, maar het beginsel strekt zich inmiddels uit tot andere algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waarbij in de jurisprudentie van het Gemeenschappelijk Hof vooral het vertrouwensbeginsel een rol speelt.
Het hoger onderwijs ondoordacht op de schop?
Voorstellen tot introductie van een sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase onder de EVRM- en EU- rechtelijke lens
Met het wetsvoorstel Verhoging collegegeld langstudeerders en het wetsvoorstel Studeren is investeren maakte het kabinet Rutte-I een fundamentele keuze voor een nieuwe inrichting van de financiering van het Nederlandse hoger onderwijs. Een verhit politiek debat deze zomer leidde uiteindelijk tot schrapping van de langstudeerdersmaatregel. Het nog aanhangige wetsvoorstel Studeren is investeren, dat een sociaal leenstelsel in de masterfase wil invoeren, bleef onbesproken. Dit wetsvoorstel is echter in feite nog principiëler van aard omdat het alle studenten zal raken. Om nog meer op de kosten van hoger onderwijs te kunnen besparen, breidt het regeerakkoord van Rutte-II het sociaal leenstelsel ook nog eens uit naar de bachelorfase. De memorie van toelichting van het wetsvoorstel Studeren is investeren is echter onvolledig onderbouwd en onvoldoende uitgewerkt vanuit het perspectief van het EVRM- en EU-recht. Bij uitwerking van de plannen van Rutte-II zal daarmee rekening moeten worden gehouden.
Met het wetsvoorstel Verhoging collegegeld langstudeerders en het wetsvoorstel Studeren is investeren maakte het kabinet Rutte-I een fundamentele keuze voor een nieuwe inrichting van de financiering van het Nederlandse hoger onderwijs. Een verhit politiek debat deze zomer leidde uiteindelijk tot schrapping van de langstudeerdersmaatregel. Het nog aanhangige wetsvoorstel Studeren is investeren, dat een sociaal leenstelsel in de masterfase wil invoeren, bleef onbesproken. Dit wetsvoorstel is echter in feite nog principiëler van aard omdat het alle studenten zal raken. Om nog meer op de kosten van hoger onderwijs te kunnen besparen, breidt het regeerakkoord van Rutte-II het sociaal leenstelsel ook nog eens uit naar de bachelorfase. De memorie van toelichting van het wetsvoorstel Studeren is investeren is echter onvolledig onderbouwd en onvoldoende uitgewerkt vanuit het perspectief van het EVRM- en EU-recht. Bij uitwerking van de plannen van Rutte-II zal daarmee rekening moeten worden gehouden.
Slow start of veeg teken?
Gebrekkige naleving Claimcode vereist ingrijpen
Onder andere als gevolg van de Wet collectieve afwikkeling massaschade is er een groeiend aantal ‘claimorganisaties’ actief. Inmiddels is er een Claimcode ontwikkeld waar dit soort organisaties zich idealiter aan zouden moeten houden. Maar de Claimcode heeft duidelijk nog niet de status van een ‘keurmerk’. Van enige inspanning aan de kant van claimorganisaties om serieus werk te maken van de in de Claimcode neergelegde principes is nauwelijks sprake en de voortekenen voor wat betreft de nabije toekomst zijn evenmin gunstig. Duidelijk is dat zelfregulering niet vanzelf tot de beoogde resultaten zal leiden. Is sprake van een ‘slow start’ of van een veeg teken?
Onder andere als gevolg van de Wet collectieve afwikkeling massaschade is er een groeiend aantal ‘claimorganisaties’ actief. Inmiddels is er een Claimcode ontwikkeld waar dit soort organisaties zich idealiter aan zouden moeten houden. Maar de Claimcode heeft duidelijk nog niet de status van een ‘keurmerk’. Van enige inspanning aan de kant van claimorganisaties om serieus werk te maken van de in de Claimcode neergelegde principes is nauwelijks sprake en de voortekenen voor wat betreft de nabije toekomst zijn evenmin gunstig. Duidelijk is dat zelfregulering niet vanzelf tot de beoogde resultaten zal leiden. Is sprake van een ‘slow start’ of van een veeg teken?